C. 27

3.2K 172 2
                                    

Ken je dat moment dat je op het hoogste punt van een achtbaan bent? Dat je geen idee hebt wanneer het tot beweging zou komen?
De angst, maar tegelijkertijd adrenaline die door je lichaam giert als de achtbaan dan eindelijk gaat?

Dat was wat ik nu voelde, ik had nog geen vijf seconden geleden op de deurbel van mijn eigen huis gedrukt en nam een stap naar achter, wachtend tot de deur zou openen. Wachtend tot de achtbaan zou gaan bewegen.

Ik was niet alleen, Nathan en zijn ouders waren mee.

Het was donderdagavond, en eigenlijk wilden we gisteren al naar mijn huis gaan, maar ik raakte in paniek en we stelden het uit.
Maar nu stonden we hier, voor mijn deur, met Nathan en zijn ouders beschermend om me heen.

Nathan stond zo dicht naast me dat ik zijn lichaamswarmte kon voelen, en hoewel ik merkte dat hij iéts wilde doen - een arm om me heen slaan ofzo - deed hij het niet.

Lauren en Viktor stonden voor me, ze zouden gaan praten met mijn ouders.
Ik stond erbij als een of ander slachtoffer dat sprakeloos was.

De deur ging open, mijn hart in mijn keel, angst die mijn buik samentrok.

Het was mijn moeder die opendeed en ik had haar nog nooit zo opgelucht zien kijken toen ze me zag. "Addison! Wat ben ik blij om je te zien!" Ze wilde naar me toe lopen, me knuffelen.

Ik zette een stap naar achteren, waardoor mijn moeder stil bleef staan en haar armen langs haar lichaam liet vallen.
Mijn armen waren bang over elkaar geslagen en ik slikte.

"Ik denk dat we wel een paar dingen hebben om over te praten." Zei Lauren.

Mijn moeders gezicht vertrok ook al probeerde ze dat te verbergen en vriendelijk te glimlachen. "Prima, kom binnen."

Ik kon wel kotsen om haar toneelspel.
Als ze om me had gegeven, had ze dit alles allang gestopt. Ik had geen medelijden met haar, het liefst wilde ik haar nooit meer spreken.
Maar het was míjn moeder.

We liepen naar binnen, naar de woonkamer, en mijn moeder bood ons aan om te gaan zitten, dus we gingen op de bank zitten, met zijn vieren, op elkaar gepropt.

Ik zag mijn vader toen naar mijn moeder lopen en ik kon niet vaststellen welke emotie hij op zijn gezicht had toen hij me zag.
Geschrokken, boos, woedend, emotioneel, lievend, spijt hebbend.
Ik haatte die man.

Lauren begon te praten, we hadden afgesproken wat ze tegen mijn ouders ging zeggen.
Ze vertelde dat ze alles wist, en dat als er nog één ding zou gebeuren, ze de politie zou inschakelen.
Toen Lauren haar woordje klaar had keek ze naar me en gaf ze me een bemoedigend glimlachje.

Ik kon echter niet terugglimlachen, kon eigenlijk niets.
Niet lachen, niet huilen, niet praten.
Alles was een grote waas voor me.

Ik luisterde niet naar de stemmen, naar de gesprekken, wachtte alleen op het moment dat ik naar mijn kamer kon gaan om alleen te zijn.

Lauren voelde meer als mijn moeder dan dat mijn eigen moeder voelde, en hetzelfde was met Viktor.
Nathan's familie voelde meer als mijn familie dan mijn eigen familie deed.

Toen het gesprek eindelijk over leek te zijn, ik had geen idee hoelang het geduurd had, minuten, uren?, stonden Nathan en zijn ouders op en schrok ik uit mijn gedachten.

Ik keek angstig naar mijn ouders, die naast elkaar stonden, en toen naar Lauren. Ze omhelsde me kort, pakte mijn schouders beet en glimlachte bemoedigend.

"Als er iets is, bellen. Oké?" Zei ze.

Ik gaf haar een klein knikje, probeerde te glimlachen, mislukte.
Ze liet mijn schouders los en liet haar armen langs haar lichaam vallen.

Ik keek toen naar Victor, niet echt het knuffeltype, en schudde zijn hand toen hij het uitstak.
Ik wist eigenlijk niet waarom ik aan het knuffelen en handschudden was met mensen, waarom ze me sterkte wensten, ik bedoel, ik nam geen afscheid of zo.

Toen keek ik naar Nathan - elke keer als ik naast hem stond werd ik geconfronteerd met hoe klein ik was, en hoe lang hij was - en wist niet zo goed wat ik doen moest.

Mijn ouders stonden erbij en hun werden er nooit vrolijk van als ik close met jongens was.
Vriendjes waren al helemaal een probleem.

Toch stapte ik naar hem toe en sloeg ik mijn armen om hem heen, het was alsof ik een klein kind was die een grote beer knuffelde. Dat lengteverschil van ons was zo'n 20 cm als het niet meer was.

Als ik het bij andere mensen zou zien zou ik het schattig noemen, maar eigenlijk was het heel onpraktisch. Je nek ging pijn doen van het omhoogkijken, je voelde je altijd klein, knuffelen zoals mensen van dezelfde lengte ging moeilijk als je stond, en als je een koppel zou zijn zou staand zoenen nog best wel een issue kunnen wezen.

"Ik zie je morgen op school, oké?" Langzaam liet hij me los en ik knikte.

Binnen nu en 5 minuten zouden ze het huis uit zijn en zou ik alleen zijn in dit huis, met mijn ouders.
Ik was bang.

Want ze konden zich nu wel zo mooi voordoen, maar dat kon meteen verdwijnen als ze de deur uit zijn.

Lauren liep naar de deur, met Viktor en Nathan op haar hielen, en toen ze de deur opende keerde ze zich nog een keer naar me en zei: "wel blijven langskomen hè!"

Ik probeerde te glimlachen, keek hoe ze allemaal naar buiten liepen.
En toen ging de deur dicht.

En ik was bang, zo bang.
Bang dat mijn vader zou schreeuwen en mijn moeder heel hard zou gaan huilen.

Dus voordat ze ook maar iets konden doen zei ik: "ik ga naar boven", en zoef, ik vloog de trap op.
In mijn kamer ging ik op bed zitten en werd ik geconfronteerd met de spiegel die ik verplaatst had toen ik weg ging.

Ik keek naar mijn spiegelbeeld, naar de donkere kringen onder mijn ogen, mijn rode ogen.

Ik had meerdere blauwe plekken op mijn lichaam, maar de kleding die ik aanhad bedekte het.
Als ik ging douchen moest ik ze altijd zien - ik kon er moeilijk overheen kijken - en ik haatte het.
De blauwe plek op mijn onderbuik, benen, rond mijn navel, schouder, borst, en een op mijn nek waarover mijn haar zat. 

Ik stond op en zette de spiegel op zijn oude plek zodat ik niet langer naar mezelf hoefde te kijken.
Toen ik weer ging zitten ging de deur open, van de schrik stokte mijn adem in mijn keel en ik hield mijn armen voor mijn hoofd ter bescherming.
Want als het mijn vader zou zijn, had ik mezelf alvast beschermd.

"Addison?"
Het was mijn moeder.

Ik liet mijn armen zakken en keek naar haar.

"Laat me met rust," zei ik.

Ze perste haar lippen op elkaar en sloeg haar ogen neer.

"Ga weg."

Ze keek weer naar me.
"Het spijt me." Zei ze.

"Bullshit. Rot op."

"Addison,"

"Als je om me gegeven had had dit alles niet eens hoeven te gebeuren!" Schreeuwde ik naar haar.

Ze zweeg.

"En ik praat niet meer met je! Niet tot die lul uit huis is! Die gozer die ik vader moet noemen! Die mishandelaar!"
Mijn adem werd heviger en ik werd boos, woedend.

Maar mijn moeder zweeg.

"Je hebt het gehoord. Rot op, nu," zei ik dit keer rustig.

Ik ging het doen, ik zou volhouden, koppig zijn zoals mensen me kenden.
Ik ging haar net zolang negeren totdat die vent uit dit huis was.
Of dat nu 1 dag, 1 week, 1 maand of 1 jaar zou duren.

Ik zag de blik in mijn moeders ogen, degene die sorry wilde zeggen en die spijt had en die elk moment kon huilen, maar ik had geen medelijden met haar.

"Weg!" Schreeuwde ik opnieuw.

En toen verliet ze mijn kamer.

Vote, Comment & Follow.

Drowned (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu