C. 76

2.1K 129 17
                                    

Twee maanden, drie weken en 4 dagen, dat is hoelang ik Nathan niet had gezien.
Het was zo erg dat ik de dagen begon te tellen.

Het was avond, eigenlijk middernacht, en ik scrolde door een lijst met films; ik plande niet te gaan slapen en was totaal niet moe, het feit dat het 01:45 s'nachts was kon me dus ook niet zoveel schelen. Morgen was zondag en ik had de hele dag om uit te slapen.

Ik keek op toen ik mijn mobiel, die op mijn nachtkastje lag, voelde trillen. Wie, behalve dronken prank callers, zou me rond dit tijdstip bellen?

Ik las de naam en fronste.

David.

Waarom zou Dávid me bellen? Ik wist niet waarom we elkaars telefoonnummers überhaupt hadden, maar ik staarde dat moment alleen maar naar het schermpje.

Ik zette mijn koptelefoon af en nam op.

"Hallo?" Misschien was het wel iemand anders.
"Heb ik je wakker gebeld?"
"Niet echt,"
"Mooi."
"Eh-"
"Ik denk dat je Nathan moet bellen. We zijn uitgegaan en Nathan heeft iets meer dan normaal gedronken en het liep uit de hand en nu is hij dronken en hij schreeuwt en huilt en het is nogal creepy want ik heb hem nog nooit zien huilen en-"
"Jeez, wacht, wat?" Hij praatte zo snel dat ik hem amper kon volgen.
"Bel Nathan, oké?"

Ik slikte en merkte het geluid in de achtergrond nu pas op.

"En een beetje snel, voordat er niks meer van de kamer over is."
"Oké," zei ik zo zacht dat ik me afvroeg of hij dat hoorde.
"Ja, doei," David hing op en ik staarde naar het scherm voordat ik Nathan's nummer opzocht in mijn contactenlijst.

Ik beet op mijn lip en drukte op het nummer, rees mijn hand met mijn mobiel naar mijn oor.

Het duurde langer en langer en ik stelde voor wat er nu gebeurde. Dat David hem stopte om te zeggen dat ik hem belde, of dat hij misschien niets deed, misschien stond Nathan nu wel naar het scherm te staren of zo.

Er werd opgenomen.

"Nathan?"

Het was stil, alhoewel ik een ademhaling kon horen in een vorm die ik niet eerder bij Nathan gehoord had.

"Hey, gaat alles goed? Nathan?"

Natuurlijk gaat het niet goed met hem, anders zou David je nooit gebeld hebben, dumbass.

"Ik heb het verknald, hè?" Nathan's stem klonk schor en gebroken en ik hoorde dat hij huilde.

Ik had hem nog nooit horen huilen.

"W-wat?"
"Ik had hier nooit heen moeten gaan, ik had bij jou moeten blijven en dan waren we samen blij en dan had ik je nu niet hoeven missen en dan hadden we niet uit elkaar gegroeid en konden we elkaar zien wanneer we wilden."
Zijn stem en zijn toon en alles liet mijn ogen prikken en wateren. Ik beet op mijn lip en slikte om de brok in mijn keel weg te slikken.
"Jezus wat ben ik stom! Ik ben een lafaard! Ik had je niet alleen moeten laten!" Zijn stem werd gevolgd door geluiden die veel bekender voorkwamen dan ik wilde.
"Nathan? Sla je de muur? Niet doen, je doet jezelf alleen maar pijn."
"Ik ben zo stom geweest! Ik ga weg hier! Ik kom terug!"

Onwillig liep een traan over mijn wang.

"Nate, alsjeblieft." smeekte ik.
Het gebonk stopte en het werd stil.
"Huil je?"
"Nu huilen we allebei," ik glimlachte ondanks mijn tranen.
"Niet huilen." Zei Nathan.
"Ik wil niet dat je zegt dat je stom bent en dat je een lafaard bent. Ik wil dat je je school afmaakt zodat je later een baan kunt krijgen waar je jezelf kunt zijn. Ik wil elke week een nieuwe tekening opgestuurd krijgen van je, ik wil niet dat je de muur slaat om jezelf te straffen. Ik houd van je ook al groeien we uit elkaar. Wees alsjeblieft niet boos op jezelf Nate." Ik probeerde zo hard mogelijk tegen de tranen te vechten, maar ze rolden over mijn wangen alsof het een rivier was.

Ik miste Nathan. Zijn stem, geur, lichaam, glimlach, trekjes, manier van praten, alles. Maar ik had het er voorover, ik wilde dat hij deed wat hij echt wilde.

"Nu heb ik je ook nog aan het huilen gemaakt!" gevloek klonk en ik schudde mijn hoofd.

"Nathan, alsjeblieft."

Het werd weer stil.

"Ik mis je," zei Nathan zacht. Het was alsof hij recht voor me stond.
"Ga slapen, Nate."
"Ik kan niet slapen, niet zonder jou,"

Ik glimlachte en keek naar het plafond om de volgende lading tranen te stoppen.

"Ik ben bij je," fluisterde ik.
Het was stil.
"Ga in bed liggen, ik blijf bij je, ik ben bij je." Fluisterde ik.
"Oké." Zei Nathan zacht.
Ik had deze stem van hem nog nooit gehoord, net als zijn gehuil. Het brak me.

Ik hoorde een paar geluiden en het werd weer stil.
"Lig je?"
"Ja." Antwoordde hij.
"Oké, sluit je ogen en denk aan iets leuks."
"Ik weet niet meer wat ik leuk vind en wat niet." Mompelde Nathan geïrriteerd.

Ik wist niet of dat kwam doordat hij dronken was of niet.

"Dan denk je aan mij."
"Oké," zei hij zacht.

Ik begon te praten en hoopte dat hij in slaap zou vallen, maar hij viel niet in slaap.

Het was half 3 toen hij eindelijk opgaf; het vechten tegen de slaap.
"Addison?"
"Ja?"
"Ik hou van je. Heel veel. Vergeet dat niet."
Hij klonk zo slaperig dat ik niets meer durfde te zeggen, en toen het zo stil was dat ik zeker wist dat hij sliep wilde ik ophangen, totdat opnieuw geluid klonk.

"Wacht, niet ophangen." Het was David.
"Slaapt Nathan?"
"Ja. Bedankt daarvoor."
"Oh, ja, ehm-,"
"Misschien moet jij ook gaan slapen."
"Ja..,"
"Welterusten."
"Welterusten." Zei ik terug. David hing op en ik zuchtte zacht voordat ik onderuit zakte. In die film van net had ik niet meer zo'n zin.

Ik ging liggen en staarde naar het plafond.

Misschien klinkt het raar, maar dit had me hoop gegeven. Ik wist dat ik Nathan niet zomaar kwijt zou raken, en ik wist dat ik teveel van hem hield om dat überhaupt te doen; hem kwijtraken.
Dit had ons alleen maar dichter bij elkaar gebracht. Het kon me niet schelen hoe de toekomst eruitziet, maar ik weet dat het met Nathan zal zijn en dat is genoeg.

Vote, Comment & Follow.

Drowned (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu