C. 19

3.5K 176 7
                                    

Ter informatie; dit verhaal loopt niet van dag tot dag.
Het ene hoofdstuk kan op een dinsdag in half april zijn, terwijl het volgende hoofdstuk begin mei kan zijn.
Er zit tijd tussen de hoofdstukken in.
Geen idee waarom ik dat wilde vertellen, maar als je misschien door de war bent of zo, nu weet je hoe het met tijd volgorde zit.

----------------------------------------------

Ik werd wakker met ongelooflijke hoofdpijn en een maag die zich ieder moment kon verzetten wat me kon laten kotsen.

Ik was moe, maar was net uit mijn slaap ontwaken, dus besloot ik mijn ogen open te doen.
Het licht was fel, ik liet mijn ogen wennen.
Ik haatte wakker worden. Ik werd nooit fit wakker, altijd moe.

Toen dingen helderder werden en ik in de kamer rondkeek, merkte ik op dat het niet mijn kamer was waar ik was.
Het was niet eens in mijn huis.
Het was een kamer waar ik nog nooit eerder in geweest was, ik was in het ziekenhuis.

Ik merkte een irritant gevoel in mijn linkerpols en keek om te zien dat er een naald in zat.
Ik keek toen weer de kamer rond en stopte mijn ogen bij een jongen.

"Nathan?"
De jongen liep naar me toe en ik zag dat hij het was.
"Waarom ben ik hier?"

Gisteravond was een grote waas.
Ik had een feest, dat was alles wat ik wist.

"Ze moesten je maag leegpompen. Je was bijna dood." Antwoordde hij.

Dood.
Misschien zouden dingen wel beter zijn als ik gewoon dood was.

Maar dat was ik niet.

"Waarom ben je hier? Hoe ben je het te weten gekomen?"
Mijn ogen schreeuwden om gesloten te worden, ze prikten en vochten tegen de moeheid.

"Mijn telefoonnummer zat nog steeds in je jaszak." Antwoordde hij.

Ik glimlachte kort.
"En ik kan niet boos op je zijn, kan ik je een knuffel geven of zo?" Vroeg hij toen.

Ik grinnikte zacht en kwam overeind om hem te omhelzen.

Ik nam zijn shirt in mijn handen en hij rook naar iets in de richting van aftershave.
"Wil je nooit meer zoveel drinken dat je in het ziekenhuis beland?" Zijn adem kriebelde in mijn nek.

"Beloofd." Zei ik terwijl ik hem losliet.

Ik haatte ziekenhuizen. Het was een plek waar mensen dood gingen, waar mensen pijn leden en vochten voor hun leven.
Ik wilde niet op zo'n plek zijn, het voelde net alsof je op een begraafplaats was.

"Waar zijn mijn ouders?"
"Ze halen koffie, al 40 minuten." Hij grijnsde.
"Ik denk dat ze niet zo blij met me zijn."

Ik grinnikte en kneep mijn ogen dicht om de slaap weg te krijgen.

"Weet je..," zei ik nadat ik mijn ogen geopend had.
"Het is mijn verjaardag."

Nathan haalde een wenkbrauw op.
"Serieus?"

Ik knikte.

"Waarom heb je dat niet eerder verteld?"
"Omdat ik mijn verjaardag sinds mijn 13e al niet meer vier...,"

Mijn ouders wilden het niet. Geen idee waarom. Sindsdien is mijn verjaardag net zoals elke andere dag.

"Nu heb ik geen cadeau!"
Ik glimlachte even.

"Wacht even," zei hij terwijl hij naar de deur liep.
"Ik kan nergens heen!" Riep ik hem na.

Ik had geen idee wat hij van plan was, maar Nathan's plannen konden absurd zijn.

Drowned (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu