Hoofdstuk 18b: Een Gedichtenboek

282 12 0
                                    

Pov. Nora

Over exact een week zou het een jaar geleden zijn dat het bal had plaatsgevonden. Het bal waar mijn beste vriendinnen en ik normaliter gekroond zouden worden als de uitverkorenen. Sinds dat moment was er het één en ander veranderd. Mezelf meegerekend uiteraard, na maanden wakker te zijn geweest als vampier was ik eraan gewend geraakt. Ik dronk het supplement dat ze mij gaven en onderdrukte zo de bloedlust. De voorbije maanden waren wel eenzaam. Aanvankelijk dacht ik dat Aurora vaak bij mij zou zijn maar toen het nieuws ons bereikte dat Brandon gewond was en nooit meer in staat zou zijn om te genezen, op te lopen verloor ik die hoop. Aurora was een goede zus en besloot bij Brandon te blijven in het militair hospitaal waar hij nog steeds verbleef. Het was hem niet toegestaan om terug te keren naar zijn thuis of zijn tweede verblijf hier in de kroondimensie, de oudsten hadden hem dat ontzegd. Tot hij beter was moest Brandon dus noodgedwongen zijn dagen slijten in een ziekenhuis waar hij niet vooruit ging. Amos had ik een paar keer gezien voor officiële gelegenheden en vertrouwde mij genoeg om te laten weten dat hij zo vaak als mogelijk zijn beste vriend en bèta van hun pack Mason in zijn plaats stuurde zodat hij bij zijn zoon kon zijn. Al haatte ik Vladimir nog zo hard, hij was de enige waartegen Brandon iets leek te zeggen wanneer we hem bezochten dus besloot ik hem te vragen hoe Brandon het stelde. Mentaal was het erg zwaar wat ik al had verwacht. Brandon was een weerwolf, een beest dat door de bossen rende sinds hij kon lopen en één leek te zijn met de natuur. Het was zijn passie, hij hield ervan om te lopen in het bos. Hij had zijn benen nodig voor zijn werk, als krijger. Verlamd raken had hem gebroken waardoor hij niemand toe liet, het weinige dat hij zijn vriend vertelde moest hij er uit rukken. Arion was wel vaker in en rond het paleis, hem kwam ik van tijd tot tijd tegen om de eenzaamheid tegen te gaan. In het paleis sprak iedereen zo formeel en teruggetrokken al vroeg ik nog zo vaak het niet te doen. Ik was in hun ogen nu eenmaal een koningin wat hun ervan weerhield een vriendschap aan te gaan met mij. Aan Vladimir had ik een pest hekel. Caleb had het druk nu er nieuwe aanvallen zijn op hun steden en dorpen, dan had je Liam nog. Liam had ik niet meer gezien na ons gesprek de dag nadat ik terug kwam van het militaire hospitaal waar we Brandon voor het eerst hadden gezien na het ongeluk. We hadden gepraat, iets waar ik spijt van had, een gesprek dat ik liever niet had gevoerd. Het liefst zou ik die dag uit mijn geheugen wissen maar dat ging jammer genoeg niet. Hij vertrok zoals gezegd inderdaad terug naar zijn dimensie enkele dagen na het vervolg van ons gesprek. Doordat zijn oudere broer hier moest blijven om mij te helpen bij het regeren van de dimensie werd van hem verwacht om Vladimir zijn taken te doen gezien hij tweede in lijn is voor de troon. Ook was er blijkbaar een extra obstakel waarvan ik het bestaan nog niet wist, een prinses. De jongere zus van Siofra vormde één van de vele obstakels, Liam moest haar het hof maken en idealiter huwen wanneer ze de juiste leeftijd bereikte. De andere keuze was Felicia of haar zus maar dan moest hij in een magische bubbel worden getoverd om zijn schoonfamilie te zien waar hij op tegen was. Zijn punt dat onze liefde verloren was snapte ik maar het leek mij te vroeg om te concluderen dat het niet voor ons was weg gelegd. Daar dacht Liam echter anders over, na een kus op mijn wang met de woorden 'voor onze eeuwige vriendschap begint' vertrok hij. Ik zag hem exact zeven keer daarna en elke keer brak mijn hart oppernieuw, bij elke glimlach, bij elk woord dat we uitwisselden. Dat en de afwezigheid van mijn vriendinnen lijden ertoe dat ik mij eenzaam voelde de afgelopen maanden. Mijn toevlucht vond ik in de bibliotheek, daar probeerde ik te ontsnappen door andere werelden te bezoeken. Zo ook op een prachtige herfstdag waarop de bladeren verkleurden en de zonnestralen door de kaal wordende takken naar binnen scheen. De bibliotheek leek nog gezelliger dan anders door het seizoen, de kleuren buiten matchen met de kleuren in de bibliotheek. Rustig tasten ik de kaften af om te stoppen bij een dik boek waarvan de kaft mij aansprak. Ik trok het boek naar mij toe en merkte dat er gelijktijdig een ander boek uit de boekenkast werd getroffen een paar stappen bij mij vandaan aan de overkant van de kast. Dit was het moment om iemand te leren kennen met dezelfde interesses dacht ik dus stapte ik het gangpad in waar de mysterieuze boekenliefhebber moest staan maar toen ik daar aankwam was de persoon weg. De voetstappen liepen van mij weg dus volgde ik snel de voetstappen die naar een ander gedeelte van de bibliotheek gingen. Daar stond iemand met bruin maar, goed gebouwd met zijn rug naar mij toe terwijl hij de boeken inspecteerde en ze één voor één half van hun plek tilde om beter te kunnen bekijken tot hij het boek vond waar hij naar zocht. Toen hij zich omdraaide was ik echter teleurgesteld want Vladimir keek mij aan, hij had zijn haar terug gekleurd. Na een zacht walgingsgeluid gemaakt te hebben wou ik mij omdraaien tot het boek in zijn handen mij opviel, een gedichtenboek. "Heb je niks beters te lezen dan gedichten, misschien een boek over hoe je een bloedband ongedaan maakt", stelde ik bits voor. "Daar is geen reden toe, uwe majesteit", zei hij kalmpjes waarna hij aanstalten maakte om verder te wandelen. Mij furieus maken was niet slim, hoe durfde hij zoiets te zeggen nog wel recht in mijn gezicht. "Oh en waarom niet als ik vragen mag, zou het dan niet gepast zijn om op z'n minst te proberen om je fouten goed te maken of eerder glad te strijken", beet ik hem toe. "Daar is geen reden toe", herhaalde hij even kalm. "En waarom niet, zodat je mij via die stomme band kunt commanderen zoals toen je mij opdroeg te stoppen nadat je mij had veranderd", kaatste ik boos terug. "Zoiets zou ik nooit doen, koningin der rechtvaardigheid", verdedigde hij zichzelf. "Dat betwijfel ik, ik heb gehoord wat ik heb gehoord", zei ik ijzig koud. "Ik heb de band nooit gebruikt", beweerde hij. "Dat zal wel", kwam er kil over mijn lippen. "Wilt u dat ik het bewijs", vroeg hij mij nu. "Hoe?" "Sta mij toe u eenmalig iets op te dragen,... via de band", antwoordde hij. "Oké, draag mij op om het boek uit je handen te trekken", zei ik. Als hij mij iets zou laten doen zou ik beslissen wat het zou worden. "Zoals u wenst uwe majesteit", hoorde ik hem zeggen waarna hij het boek steviger tussen zijn vingers klemde. Er gebeurde echter niks, ik bleef voor hem staan wachtend tot hij het zou doen. "Doe het dan", riep ik lichtelijk geïrriteerd doordat hij niet deed wat hij zelf had voorgesteld. "Voelt u het niet", vroeg hij. "Nee ik voel niks, ik doe ook niks, ik heb het boek niet vast." "Dat komt omdat je...u het niet kan voelen, bovendien bent u er nooit van bewust wanneer de band word gebruikt. U zou het doen zonder erbij stil te staan dus ik was niet degene die u die dag heeft tegen gehouden", legde hij uit. "Dat verklaard nog niet waarom ik het boek niet uit je handen heb gegrist", reageerde ik. "Zonder band gaat dat nu eenmaal moeilijk", zei hij tot mijn grote verbazing. "Wat bedoel je zonder band", vroeg ik argwanend terwijl ik hem scheef aan keek. "Als er geen bloedband is kun je niet onopgemerkt dingen doorgeven, nog mijn wil, nog mijn mening zijn dan van invloed", vertelde hij. "Dat snap ik maar waar is onze bloedband dan naartoe?" "Verbroken", antwoorde hij eenvoudig. "Door wie of kun je ook al toveren", vroeg ik hem. "Zack is niet mijn enige vriend uit de heksen en feeën dimensie. Een oude vriendin die enkele decennia geleden is afgestudeerd aan de hoge academie voor magie is gespecialiseerd in dat soort dingen. Ze heeft mij een gunst verleend." "Sinds wanneer", vroeg ik snel, gretig naar een uitleg dat mijn vragen zou beantwoorden. "Sinds de ochtend van u kroningsdag", liet hij weten. "Waarom, heb je het mij niet verteld", vroeg ik de waarom lang uitrekkend in mijn mond om het te benadrukken. "Het zou niet veranderen wat ik heb gedaan en u leek het niet fijn te vinden om met mij te praten waardoor het mij verstandig leek u het leed van mijn aanwezigheid te besparen. Die informatie zou niks hebben veranderd uwe majesteit, daarom", klonk zijn antwoord. "Het is belangrijke informatie voor mij geen nutteloos detail dat over het hoofd gezien kan worden. In het vervolg wil ik zulke belangrijke dingen te horen krijgen", liet ik weten. "Alsof de haat in u hart jegens mij dan zou stoppen", reageerde Dimir. "Misschien zou het verminderen of afnemen in intensiteit. Misschien dat ik je minder zou haten", gaf ik toe. Mocht hij dit eerder hebben medegedeeld had ik hem tijdens al die maanden dat ik als vampier door het leven ging niet veracht. "Dan heb ik alweer een domme fout gemaakt. Misschien had ik wat eerder naar de bibliotheek moeten gaan", besloot hij voordat hij langs mij heen de bibliotheek uit liep.

Eternal War |Boek 1|Where stories live. Discover now