Hoofdstuk 7b: Hey, Is Ze Al Dood

293 16 4
                                    

Pov. Luna

"Oh, ik weet wie je bent", liet ik hem een beetje geërgerd weten. "Hoe", begon hij rustig "hoe is dat mogelijk Luna." "Wel, je spreuk werkte niet zo goed", beet ik hem toe. "Dus je herinnert je alles weer", concludeerde hij. "Niet alles, sommige dingen wel andere weer niet", moest ik toegeven. "Mij herinner je in elk geval wel", zei Blake. "Jij kwam inderdaad voor in een paar dromen", bekende ik. "Dromen", vroeg hij waarop ik met "ja, mijn herinnering kwamen terug in de vorm van dromen", antwoorde. "Je gebruikte de verleden tijd Luna, zijn je herinneringen zomaar gestopt", vroeg hij zich af. "Jep, ineens stopte de herinneringsdromen", loog ik wetende dat Blake niet in staat was mijn leugen te doorzien. Hij hoefde alle details niet te kennen bovendien was hij vermoedelijk de tovenaar die mijn geheugen aan Sirius had afgenomen. "Raar, maar het is ook raar dat jou herinneringen zomaar terug kwamen", hoorde ik hem luidop nadenken. "Zou je gewoon zijn doorgelopen alsof je niet wist wie ik was als ik je niet had gestopt", vroeg ik. "Natuurlijk, ik dacht dat je alles was vergeten", verdedigde Blake zichzelf. "Wel ik weet sommige dingen weer", liet ik hem weten. "Wat weet je nog meer", vroeg hij mij. "Ik weet niet zoveel, enkele momenten met Sirius, die keer dat jij ons uiterlijk betoverd had zodat alleen wij elkaars werkelijke uiterlijk konden zien bijvoorbeeld", vertelde ik hem. "Het is heel belangrijk dat ik exact weet wat jij je herinnert Luna, sommige informatie mag je niet weten. Het kan tegen je gebruikt worden je moet mij vertellen wat je terug herinnert Luna", begon hij te bazelen. Hij viel in herhaling en dacht even na voor hij iets zei "volg mij Luna, ik moet aan poesje vragen wat ik nu moet doen." "Ik laat je niet terug spelen met mijn geheugen", viel ik hem in de reden. "Misschien moet dat ook niet", zei Blake mij wenkend waarna hij ervan door ging met de hoop dat ik hem achterna ging.

Weerwolven gehoor hebben had zo zijn voordelen want in de gang al hoorde ik Ezran tegen mijn andere trainers en Lazar praten over iets verontrustend. "Ik heb net gehoord dat niet alles volgens plan gaat, zodadelijk zal ik Philomena inlichten en het verzet bijpraten", hoorde ik hem zeggen. "Nora ligt in coma dus haar rol in het plan is nu onzeker en Manal zit waarschijnlijk in de mensenwereld waardoor het plan van team A gecompromitteerd word, haar aanwezigheid kan het plan op een negatieve of positieve manier beïnvloeden, ik weet wel nog niet welke van de twee", ging Ezran tot mijn grote verbazing verder. Wat zei hij net, wat was er met Nora en Manal gebeurd. Blake gooide de deuren letterlijk en figuurlijk open want toen we in de deuropening stonden koningde hij al "we hebben een probleem", aan. "Waarom heb ik het gevoel dat jij het veroorzaakt hebt", zei Gaian met een strakke blik op ons gericht. "Neeeee", kaatste hij luid en erg overtuigd terug maar als snel voegde hij daar zachter en op een twijfelachtige manier "misschien" aan toe. De aandacht van iedereen hadden we toen in elk geval. "Wat is er nu weer", vroeg Ezran die sowieso al geërgerd klonk. "Dat zou ik liever privé bespreken", kwam er over Blake zijn lippen. "Ga je gang, iedereen weet alles nu toch al", reageerde hij. "Toe dan", zei Ezran toen Blake niet onmiddellijk begon te spreken. "Ze herinnert zich Sirius", vertelde hij. "Wat zei je", kwam er ongelovig uit zijn mond. Ezran draaide zich gefrustreerd om zodat hij met zijn rug naar mij toe stond en ging met een hand door zijn haar, zijn reactie verbergend. "Ik zei dat", begon Blake te herhalen maar Ezran liet hem niet uitspreken. Blake leek hem alleen met poesje aan te spreken wat ik helemaal vergeten was "ik weet wat je zei Blake,... vertel mij hoe dat kan." "Ik ben niet zeker, er zijn meerdere mogelijkheden", reageerde Blake. "Eén daarvan is dat jij een fout hebt gemaakt bij de spreuk maar ik weet dat het niet zo is, wat denk jij", zei Ezran waarna hij zich rustig omdraaide. "Waarschijnlijk werkte ze tijdens de spreuk tegen omdat ze niet wou dat haar herinneringen aan hem werden afgenomen", legde Blake uit. "Dus ze weet alles", concludeerde Ezran. "Niet alles, Luna vertelde mij dat ze sommige herinneringen terug kreeg in de vorm van dromen tot ook dat op een bepaald moment stopte", verbeterde Blake hem. "Onmogelijk als het geheugen is gewist, alleen een tegenspreuk kan dat herstellen", liet Alaric weten. "Shit, Luna is er iets dat uit al je herinneringen naar boven springt, iets opmerkelijk", zuchtte Ezran. "Ezie maak je niet zo druk, je kunt er toch niks aan veranderen", voegde Lazar in vanuit zijn comfortabele positie op een stapel sportmatten. Hij lag op zijn rug met zijn handen achter zijn hoofd maar nu draaide hij zich op zijn buik en ondersteunde hij zijn gezicht terwijl hij met zijn onderbenen heen en weer bewoog. "Niet nu Lazar, dit is serieus", beet Ezran hem toe. "Heb respect voor de koning", kaatste Gaian naar Ezran. Dit was volgens mij al de tweede keer dat hij zoiets zei in mijn bijzijn. "Hij heeft respect hij is gewoon niet goed in het tonen van zijn respect voor mij, niet dan Ezie", kwam er over Lazar zijn lippen waarna hij een luchtkusje naar Ezran blies met een knipoog. Hun relatie was erg grappig en al was ik niet gelukkig met hun beslissing mij hier een jaar te houden. Het zou best gezellig kunnen worden en vooral grappig. Er was een patroon dat ik na enkele dagen al door had. Lazar en Ezran zijn beiden gewend aan leiding geven en werken door het grote verschil in karakter snel op elkaars zenuwen. Alaric is de volwassene die tussen beiden komt en ervoor zorgt dat niks escaleert of uitloopt in een ramp. Gaian is de meestal chagrijnige maar trouwe raadsheer die geen kans mist om Ezran of wie dan ook op zijn plek te zetten. Uiteraard hadden we Blake ook nog, hij is eerder het schattige lieve type dat goed probeert te doen en op de één of andere manier erg grappig is. Met hen zou ik het wel uit kunnen houden maar zelfs al kende ik de jongens pas een maand, ik miste ze. De meisjes daar dacht ik zo vaak aan en miste ik ook maar nu kwam daar de bezorgdheid bij kijken die ik had gekregen na het horen van Ezran. "Noem mij gewoon geen Ezie", zei Ezran enkel nog de rest negerend. "Daar heb je een fout gemaakt", bedacht Blake zich. Lazar begon geniepig te lachen "hij heeft gelijk Ezie, nu ga ik je zeker zo noemen." "natuurlijk maak mijn dag maar nog moeilijker", reageerde Ezran. "Luna zou je alsjeblieft antwoord kunnen geven op de vraag", probeerde Alaric ons terug naar het punt van de zaak te leiden zoals hij eerder ook had gedaan. "Oh jaa ja, ehmmm", begon ik maar al gauw moest ik stoppen doordat mij niets speciaals te binnen schoot. "Dus niks", zei Blake "echt niks", voegde hij daar iets later ongelovig aan toe. "Laat mij denken", probeerde ik iets meer tijd te krijgen. "Misschien het muziekwoud of dat hij een hybride was of de begraafplaats, bedoelen jullie iets in de mensenwereld", begon ik te bazelen in de hoop van nut te zijn. "Dat is goed, heel goed zelfs", liet Ezran een beetje opgelucht weten. "Ben je bij Anastasia geraakt, je was snel terug", zei Lazar die nog steeds op de stapel matten lag. "Misschien moet je terug naar Anastasia, ze vroeg om je", ging Gaian verder in een poging om hun gesprek van daarnet verder te kunnen zetten. Lang zou ik niet nodig hebben maar ik had op zijn minst een paar tellen nodig om te beslissen wat ik zou doen. Mezelf beheersen zoals gewoonlijk en naar een schattig kind gaan dat mij misschien nodig heeft of nu in verdediging gaan en antwoorden eisen op mijn vragen. Om mezelf een paar seconden meer te winnen besloot ik alvast naar de uitgang te wandelen. Mijn gebruikelijke en volgens mij de meest aangename keuze was de eerste maar de tweede keuze won het uiteindelijk toen ik bij de deur aankwam. Ik draaide mij om en keek ze één voor één aan "misschien zijn jullie een paar aspecten van mijn bestaan vergeten", bracht ik ze in herinnering terwijl ik naar mijn oor wees. "Luna schoonheid, we zullen iets meer nodig hebben dan dat", liet Lazar minder verveeld weten. "Ik heb jullie horen praten, over mij, over Nora, over Manal. Alleen heb ik tot nu toe gewacht tot jullie het mij vertelde maar aangezien jullie dat niet van plan lijken te zijn dacht ik dat het vragen misschien een beter idee is", ging ik verder. "Wat heb je exact gehoord", vroeg Ezran die zijn schuld niet eens probeerde te verdoezelen. "Dat één van mijn vriendinnen in coma ligt en de andere in de mensenwereld zit, oh ja misschien ook iets over een jaar in de demonen dimensie blijven", somde ik kort op "ooit overwogen mij bij te praten?" "Luna we waren", begon Ezran al met een excuus maar ik wist al wat hij zou zeggen. "Tuurlijk", zei ik nog voor hij kon uitpraten wat ook iets was wat ik normaal gesproken niet zou doen. "Alsjeblieft, laat het mij uitleggen", probeerde Ezran opnieuw. "Ga je gang, maak het mij duidelijk", zei ik dan maar. "Over je vriendinnen weten wij het ook pas, ik zou het je vertellen, vertrouw mij", begon Ezran zijn uitleg. "Ja natuurlijk vertrouwen aha, waarom wouden jullie mij hier dan zo graag weg hebben", vroeg ik geïrriteerd. "Dat is mijn schuld, ik wou het eerst onderling bespreken voor we het aan jou zouden vertellen", hoorde ik Ezran uitleggen. "Wat is er gebeurd, hoe zijn ze gescheiden, wat is er met Nora gebeurd, waarom ligt ze in coma", begon ik met vragen te gooien. "Dat kan ik je beter vertellen, ik ben ook degene die het aan de rest heeft laten weten", hoorde Blake zeggen. "Hoorde je dat Gai, ik werd 'de rest' genoemd", zei Lazar zo gezegd gekrenkt. "Ja uwe majesteit, ik hoorde het, een gebrek aan respect is dus veel voorkomend waar zij vandaan komen", viel Gaian zijn koning maar al te graag bij. "Waar waren we ook alweer", zei Alaric om ons terug naar het originele onderwerp te brengen voor we te ver afdwaalden wat mij bijna de slappe lach bezorgde. Als ik niet boos was geweest door het achterhouden van mijn beste vriendinnen hun situatie had ik zeker weten gelachen door de herhaalde lus van zaken. Alweer was iedereen zichzelf en vervulde ze hun rol. "Tijdens de aanval werden Nora en Manal op een gegeven moment achterna gezeten door hun vijanden in het bos. Ze hebben het op een rennen gezet omdat ze met te veel waren maar ze zijn blijkbaar gescheiden geraakt. Ze vermoeden dat Manal erin geslaagd is om een portaal te openen en zo naar de mensenwereld is gevlucht. Nora werd omsingeld en is geraakt met een gifbal, ze is er erg aan toe maar werd optijd gevonden, ze leeft voor nu", legde Blake mij de situatie uit. Ezran gaf hem een por en keek hem strak aan. "Oh het spijt mij Luna, dat had ik niet moeten zeggen, ze komt er wel bovenop", zei Blake snel door de blik van Ezran. "Het is niks Blake, je vertelde de waarheid", liet ik hem weten. "Ik had het nieuws iets zachter kunnen brengen", bedacht Blake. "Dat zou inderdaad gekund hebben maar dat deed je niet, ga verder", zei Lazar verveeld waarna hij van positie veranderde. Hij ging nu in kleermakerszit op de stapel zitten. "Hoe weet je dit allemaal", vroeg ik nu. "Ik zat in de kroondimensie om de situatie te evalueren nadat Ezran mij had ingelicht over de aanval tijdens het bal", gaf hij als antwoord "ik gebruikte een afluister spreuk, iedereen heeft het daarover dus kwam ik er al snel achter." "Darling, een jaar aan mijn zijde zal zo voorbij vliegen. We hebben je hier nodig en bovendien zal Anastasia je ook niet zomaar laten gaan", wist Lazar te zeggen om het gesprek vooruit te helpen wat hij blijkbaar iets te langdradig vond. "Mijn vriendinnen zitten in de problemen, ik kan toch niet tussen de demonen blijven zitten, zeker nu ik weet wat er gaande is niet", viel ik hem in de rede. "Er is werkelijk niks dat je daar kunt doen Luna, de helers zorgen voor Nora en je vrienden zijn opzoek naar Manal. Ze zullen haar snel weer vinden", liet Blake mij weten. "Ik wil ze zien, ze spreken hoe kan ik hier blijven", vroeg ik ze wetende dat ze de antwoorden niet hadden. "Zelfs als je contact zou mogen leggen met iemand buiten het paleis zou je ze niet kunnen bereiken, niet nu", drukte Ezran mijn neus in de feiten. "Weet ik", mompelde ik. "Beloof mij tenminste dat jullie mij op de hoogte zullen houden, dat als er iets veranderd jullie het ook aan mij zullen vertellen", smeekte ik bijna. "Je hebt mijn woord", zei Ezran op hetzelfde moment dat Lazar "misschien", zei. Ik ademde hoofdschuddend uit door Lazar "dank jullie." "Ik kan je naar Anastasia brengen voor ik vertrek", stelde Blake vervolgens voor. "Je blijft hier niet", moest ik teleurgesteld constateren want van iedereen hier kende ik Blake het best. Ik kende de Ezran van vroeger maar niet de Ezran van nu dus beschouwde ik Blake als degene die ik het langst kende. "Nee ik ga terug naar huis", vertelde hij. "Ik ben vrij zeker dat ik ooit het woord prins heb gehoord voordat jou naam werd uitgesproken, als je een prins bent hoort dit je thuis dan niet te zijn, ik ben een beetje verward", vroeg ik. "Ik woon ergens anders Luna, het paleis is te klein voor Lazar en mij als ik te lang blijf is hij bang dat ik zijn plaats als de grappigste inpik", antwoorde Blake terwijl hij zijn wenkbrauwen omhoog en omlaag bewoog met en met een grijns naar Lazar keek. "Zou je wensen", hoorde ik Lazar zeggen terwijl hij zelfzeker met een hand over zijn hoorn streek en mij aankeek "vind je niet schoonheid", vroeg hij voordat hij van de stapel sportmatten af sprong en zich uit begon te strekken. "Ik ging net weg, weet je nog", zei ik waarna ik een paar stappen richting de deur zetten in een poging om te ontkomen. "Antwoord alsjeblieft schat, ik wil dit voor altijd en eeuwig afhandelen", zo stopte Lazar mij voor ik kon vluchten. Ik draaide mij naar Lazar om en zei lief "jij natuurlijk, wie anders", en draaide mij daarna om naar Blake. Ik knipoogde naar hem als teken dat ik hem het grappigst vond en liep snel naar de deur om ze beiden vrolijk te zien glimlachen. Eerlijk gezegd had ik geen flauw idee wie van de twee het grappigst was maar op deze manier had ik er wel voor kunnen zorgen dat ze beiden de kamer blij en zelfvoldaan konden verlaten. Blake kwam naar mij toe gerend en kwam naast mij lopen om samen naar Anastasia te gaan voor hij vertrok.

Pov. Onbekend

"Hoe the fuck hebben ze dat allemaal kunnen overleven", vroeg ik terwijl ik mijn armen dramatisch in de lucht gooide waardoor mijn dienstmeisje achteruit deinsde. Ze was bezig met mijn nieuwe jas helpen aantrekken met een uitzonderlijk goed borduurwerk en edelstenen als knopen en manchetten toen ik mijn armen omhoog gooide. Een van de boodschappers had mij namelijk net het nieuws gebracht dat de invasie op het koninklijke paleis van de kroondimensie was mislukt en dat er zelfs geen slachtoffers waren. "Ik zou niet weten hoe dat kan uwe majesteit", liet mijn dienstbode voorzichtig weten. "Ehm, uwe majesteit er is nog iets", begon de boodschapper zich schrap zettend voor mijn reactie. "U neef is gespot in de gebieden rond het paleis in de kroondimensie, hij hielp bij het begraven van enkele doden van onze kant", liet hij weten. "Leeft hij dan, had hij niet dood moeten zijn", vroeg ik met opgetrokken wenkbrauwen en wijd open gesperde ogen "ik dacht dat de wolven hem hadden verscheurt." "Niet prins Sirius uwe majesteit maar prins Blake", vertelde hij mij. "Ah is hij er ook nog", reageerde ik droogjes, ik was oprecht vergeten dat hij bestond voor een seconde. "Ja uwe majesteit, u neef Blake is nu de rechtmatige erfgenaam van het Li huis. Hij is nog niet betiteld tot kroonprins sinds de dood van kroonprins Sirius pas recentelijk is bevestigd", ging hij verder. "Oh dat is echt jammer, shit... waarom moest uitgerekend hij sterven ik heb nooit de kans gekregen hem te slagen", liet ik teleurgesteld weten. "Uwe majesteit, ik... Ik dacht dat u dit nieuws goed zou vinden", zei de boodschapper nerveus. "Wel er is een groot probleem minder dat wel", moest ik toegeven "al heb ik wel de kans mis gelopen hem ervan langs te geven." "U generaals zouden u graag spreken uwe majesteit over de gefaalde aanval", begon hij terug te spreken "moet ik doorgeven dat u graag een bijeenkomst wilt organiseren?" "Ooh, maar daar heb je het mis, de aanval is niet helemaal gefaald", liet ik enthousiast weten. "Wat bedoelt u daar mee mijn koning", vroeg hij twijfelachtig, niet zeker of het wel een goed idee was om die vraag te stellen. "Niemand is dood voor het moment, maar dat komt nog", vertelde ik hem zelfzeker. "Hoe weet u dat uwe majesteit, zulk nieuws hebben wij nog niet ontvangen", reageerde hij. "Dat weet ik wel..., maar ik heb zo mijn contracten als koning zijnde", deelde ik mysterieus mee. "Uwe majesteit het is belangrijk dat de inlichtingendienst weet met wie u in contact bent, wie u contact persoon ook is misschien is er nog andere informatie die hij zou kunnen delen in u voordeel", probeerde hij achter mij informant te geraken. "Die hij is eigenlijk geen hij maar een zij weet je, zonder een juweeltje daarginds", wees ik naar zijn mannelijke delen. "Ik begrijp het", liet hij gegeneerd weten. "Zou u alsnog willen laten weten wie ze is", probeerde hij verder. "Iemand heel speciaal", gaf ik hem een hint waar hij in de werkelijkheid helemaal niks mee was. "Uwe majesteit het is in u eigen voordeel", zette hij toch door. "Ooit gehoord van een prinses die niemand ooit heeft gezien", vroeg ik. "Bedoelt u de prinses van het Jacobs huis", vroeg hij in de plaats van antwoord te geven. "Ja, zij ja, het is wel teleurstellend dat je het onmiddellijk hebt geraden, kon je niet meespelen", zuchtte ik. "Het spijt mij, de volgende keer zal ik weten wat te doen", verontschuldigde hij zich. "Het ding is, er komt geen volgende keer je bent echt niet leuk, ik wil een nieuwe boodschapper je word verbannen", liet ik kalm weten waarna het dienstmeisje de kamer uit snelde om het door te geven. "Maak plaats, maak plaats, een bericht voor de koning", werd er in de gang gezegd gevolgd door geklop en een deur dat werd open geduwd. Het was één van mijn vertrouwelingen en een goede vriend die mij kwam verblijden met een bericht. Aan zijn houding en mimiek kon ik al merken dat het goed nieuws was dus voegde ik de begroeting en mijn vraag onmiddellijk samen "hey, is ze al dood?" "Bijna, ze ligt op sterven het kan niet lang meer duren. Het enige dat ons nu nog rest is achterover leunen en wachten", antwoorde hij. "Niet perfect maar goed genoeg veronderstel ik", liet ik schouderophalend weten met mijn mondhoeken omlaag en mijn wenkbrauwen omhoog. "Er is nog iets", liet hij weten. "Wat", vroeg ik mij af met één wenkbrauw dat omhoog getrokken was en de andere die omlaag geduwd was. "Ze zijn twee van de drie uitverkorenen kwijt", vertelde hij mij. "Dat is geweldig nieuws, nu moet ik zelfs geen pegasus ontvoeren om de overhand te krijgen", zei ik uiterst enthousiast "ik weet niet hoe ze het voor elkaar hebben gekregen hun mensen kwijt te raken maar ik zweer dat ik iemand ga kussen als de aanval er voor iets tussen zit!" "Het is bevestigd dat enkele van ons beschermster Manal door een portaal zijn gevolgd", begon mijn vriend maar ik liet hem verder niks zeggen want zoals beloofd zou ik de eerste persoon voor mij kussen. Ik gaf hem een kus op zijn voorhoofd "en ga nu je gezicht wassen mijn vriend, we hebben iets te vieren!" Met een grote glimlach begon hij naar mij wijzend op en neer te springen als een bokser dat zich stond op te warmen in de ring. Uiteindelijk rende hij met een glimlach door de vieringen die op komst waren de kamer uit. Na slechts een maand waren we er al in geslaagd om één van de uitverkorenen uit te schakelen, door hun stommiteit weliswaar maar alsnog. Wie laat nu ook een mens alleen door de bossen rennen tijdens een aanval, het was een slechte zet dat enkel een labiel iemand zou maken.

Eternal War |Boek 1|Hikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin