Hoofdstuk 12b: Een Koningin In Wording

370 11 4
                                    

Pov. Luna

Kleren Luna

Net als Lazar werd ik met de hulp van Cora opgedost in een vrij koninklijke outfit

Hoppla! Dieses Bild entspricht nicht unseren inhaltlichen Richtlinien. Um mit dem Veröffentlichen fortfahren zu können, entferne es bitte oder lade ein anderes Bild hoch.

Net als Lazar werd ik met de hulp van Cora opgedost in een vrij koninklijke outfit. Mijn outfit correspondeerde met die van Lazar en had veel slang elementen wat volgens mij ook op hem wees. Zoals verwacht had hij een zwarte jurk voorzien met een diepe decolleté. Twee grote lappen stof liepen van mijn middel over mijn schouders tot net boven mijn achterwerk. Aan die lappen stof waren lange mouwen en een zwarte rok met spleten bevestigd. Voornamelijk als afwerking maar misschien ook om de lappen stof op hun plek te houden waren er horizontale strepen op bevestigd. De simplistische jurk werd afgewerkt door een veelvoud aan sierraden. Rond mijn middel hing een strakke en een losse goude riem. Rond mijn enkels en polsen werden er arm-en enkelbanden bevestigd die ook leken op gouden slangen. Ook rond mijn hals kronkelden een slang waarvan de staart zich naar beneden liet kronkelen in de decolleté. Ook mijn oren en hoofd werden gesierd door gelijkaardige juwelen. De voorste plukken van mijn haar werden achteraan mijn hoofd bevestigd met pinnen die alweer de vorm van slangen hadden. Enkel mijn goud omlijnde schoenen bleven onveranderd. Nu ik omgekleed was begeleide Cora mij naar de berichtenboom. Daar was ik nog nooit geweest en bovendien wist ik niet eens van het bestaan af van een dergelijke boom.

Ik had in gedachten een grote wijze boom die ergens in een verlaten hoek van de tuinen stond maar we bleven in het gebouw tot mijn grote verbazing. Eenmaal bij de boom aangekomen bleef ik er verwonderd naar staren. De boom haalde geen voeding uit de aarde want hij zweefde en liet zijn wortels zien waardoor het leek alsof er een vertakking was aan beide uiteinden van de boomstam. Rond de zwevende boom was er een stenen cirkel met hier en daar stenen waar runen in gegraveerd waren. Het loof was van de bomen gevallen en bloesems suerden zijn ondanks de ijzige temperaturen. Het kon elk moment gaan sneeuwen, de temperaturen schommelen al een week rond het vriespunt. Op een elegante manier was er een grote rode sjaal over de takken gedrapeerd. We stonden op de bovenste verdieping in iets dat de toonzaal wel kon zijn. Het licht viel naar binnen en scheen prachtig door de ramen naar binnen die boven ons waren opgesteld in meerde koepels. Op de één of andere manier had ik verwacht hier alleen te zijn maar er bleven demonen binnen stromen. Beetje bij beetje werd de massa dichter, de drukte deed mij wel geen goed. Er was op den duur zoveel geroezemoes dat bovenop de pijn in mijn aderen ook mijn hoofd begon te bonken. Het geluid en de warmte was zo bedrukkend dat ik mij naar Cora omdraaide om haar te vragen of we konden vertrekken. Op beide benen blijven staan werd stilaan moeilijker dus greep ik in de plaats daarvan haar arm vast. "Gaat het nog", fluisterde ze zo zacht en luid mogelijk. Zacht genoeg om niet gehoord te worden maar luid genoeg zodat ik haar kon verstaan. "Niet echt", bekende ik zwaar ademend met een vertrokken gezicht van de pijn. "Blijf hier, ik ga hem zoeken", kondigde ze aan waarna ze voorzichtig haar arm onder mijn hand vandaan trok. Heel even bleef ze stil staan om er zeker van te zijn dat ik niet zou omvallen maar toen dat niet gebeurde verdween ze tussen de demonen. "Haak je arm door de mijne, forceer een glimlach en wees je koninklijke zelf schoonheid", fluisterde Lazar zijn stem in mijn oor. De moeite om mij naar hem om te draaien deed ik niet, hij kwam naast mij staan en ik gehoorzaamde hem snel. Des te sneller dit voorbij was des te sneller ik mij ergens kon laten neer zakken. Met onze armen door elkaar gehaakt liepen we op de berichtenboom af. De massa ging opzij zodat hun koning er langs kon en creëerde zo een pad dat naar de boom leiden. Heel rustig draaide hij zich om zodat we de verzamelde demonen konden aankijken, met onze ruggen naar de boom gekeerd zag ik hoe Lazar de menigte rond keek die stil werd. Hij zou ongetwijfeld een stap naar voor hebben gezet maar deed dit niet doordat ik mijn vrije hand rond zijn arm had geklapt om niet door mijn knieën te gaan. Uit de menigte kwamen twee van zijn persoonlijke dienstboden naar ons toe gelopen met elk een kroningsmantel in handen. Een crème kleurige fluwelen mantel met een hermelijnen rand werd over mijn schouders gelegd. Naast mij werd er over Lazar zijn schouders een zwart exemplaar gelegd wat onze outfits nog matchender maakte dan ze al waren. "We zijn hier vandaag bijeen gekomen bij de berichtenboom omdat ik een belangrijke mededeling wil doen", begon Lazar met zo een vaste en zelfverzekerde stem dat ik hem het liefst wou vragen waar die serieuze houding ineens vandaan kwam. "Graag wil ik iedereen die aanwezig is en iedereen die een bericht zal ontvangen informeren dat de demonen dimensie een nieuw tijdperk tegemoet gaat", ging hij verder. Was hij nu van plan om bekend te maken dat ik de uitverkorene ben schoot mij te binnen. Geschrokken keek ik hem aan, ze wouden mij nu al dood hebben laat staan als ze wisten dat ik de uitverkorene ben. "Wacht", fluisterde ik in Lazar zijn oor maar hij ging verder met zijn speech. "Vanaf vandaag heeft de demonen dimensie een nieuwe koningin, althans een koningin in wording. Luna heeft mijn aanzoek geaccepteerd en zal zo de volgende demonen koningin worden", deelde hij mee terwijl hij een zwart doosje achter zijn rug vandaan haalde. Daarin lag een ring dat geslepen was in een vuurroos vorm, het was een grote zout en peper diamant die glinsterde door het binnenvallende zonlicht. De ring werd door Lazar om mijn vinger geschoven onder de berichtenboom, door verbazing verstomd gaapte ik hem aan terwijl hij mijn hand vast nam en er een kneepje in gaf. "Nu kun je hem eindelijk dragen schoonheid", kondigde hij luid aan alsof ik daar al een maand op stond te wachten. Hij trok mij in een knuffel en fluisterde "laat ze die prachtige glimlach van je zien mevrouw Reyes." Keek ik dan zo verschrikt dat hij mij moest vragen om te glimlachen. Op dat moment kreeg ik beelden binnen van Ezran die naar de vaas keek die in mijn kamer in de kroondimensie stond. De toverstaf ontbrak dus verwachten hij waarschijnlijk dat ik hem een herinnering aan een andere locatie in het paleis zou sturen maar dat kon ik niet. Daar was geen tijd voor want Lazar liet mij rustig los maar liet zijn handen op mijn schouders in geval ik het zou begeven. Met een geforceerde glimlach keek ik opzij naar de blikken van alle aanwezige demonen die mij doorboorden. Het gevoel alleen al dat ze mij allemaal in hen opnamen en mij onbewust aan het keuren waren zorgde ervoor dat ik het liefst een stap naar achter wou zetten en in het gat onder de berichtenboom wou springen om aan hun zicht te verdwijnen. "Een aanslag op haar leven heeft daarmee dezelfde straf als een aanslag op het mijne", kondigde hij aan "de extinctie van de gehele bloedlijn van de verantwoordelijke en alle medeplichtigen." "Jullie aanstaande koningin dient met alle respect en eerbiedigheid behandelt te worden", hoorde ik Lazar nog zeggen vooraleer hij zijn arm door de mijne haakte om vervolgens door het gecreëerde pad dat tussen de menigte lag weg te lopen. De gedachte 'wat was er hier net gebeurd', overtrof zelfs de pijn want tot ik had kunnen laten bezinken wat hij net had gedaan voelde ik geen pijn. De bloesems kwamen los en werden op een zachte bries dat hier binnen eerst niet was verspreid. Ze waaiden weg en met elk blad ging een gefluister gespaard. Met bloesems die achter ons aanwaaien verlieten we de zaal, het bericht was verzonden. Lazar trok ineens zijn arm weg en legde die op mijn rug, blijkbaar was ik gestopt met wandelen doordat mijn knieën als pudding aanvoelde. Al zei hij het niet ik zou zweren dat ik zijn stem "nooit door de knieën gaan in het openbaar schoonheid, loop met je kin omhoog samen met mij naar buiten. Drijf boven de pijn, verdrijf het desnoods." Dat deed ik ook de pijn en mijn slappe knieën negerend liep ik weg gestuwd door zijn hand op mijn rug.

Eternal War |Boek 1|Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt