Hoofdstuk 3a: Herinneringen

685 38 9
                                    

Pov. Onbekend

Gehaast liepen Zack die helemaal in gedachten verzonken was en Dimir naar onze ontmoetingsplaats waar ik op hen stond te wachten. Toen ze de hoek om waren en er niemand in zicht was hield Dimir halt, ik hoorde zijn voetstappen niet langer. "Verbreek de spreuk, er is hier niemand", zei hij. Gelukkig voor hen was ik de enige die hen kon horen, ze stonden binnen gehoorsafstand. Zack knikte en verbrak de onzichtbaarheidspreuk nu hij de kans daartoe had, de spreuk zorgde dat niemand hem kon zien, niemand die zelf niet bovennatuurlijk is. Op die manier kon hij ongezien mee met Dimir. Hem zien kon ik niet maar zijn lichaamshouding was naar alle waarschijnlijkheid gespannen en behoedzaam. Ik kon hem al denkend zien rondkijken, zijn ogen heen en weer kijkend alsof hij de antwoorden in de stenen onder zijn voeten kon aflezen. Opeens keek hij omhoog, zijn hoofd bewoog door de lucht heen en keek waarschijnlijk in Dimir zijn richting "ik snap het niet, heb je daarnet gehoord wat het meisje zei of niet?" "Natuurlijk heb ik dat gehoord, iedereen in de bus hoorde het", verzekerde Dimir hem. Inmiddels begonnen ze terug te wandelen, wat zou er gebeurd zijn waar Zack zich zo over opwond in die langwerpige ijzeren wielen wagen? Hun voetstappen kwamen zo dicht dat ik besloot mezelf alvast om te draaien. Mijn instinct was juist geweest, Zack was in gedachten verzonken waardoor ik naar Dimir keek, toen ik zijn aandacht vast had knikte ik onopgemerkt naar Zack als vraag wat er met hem was. Dimir keek van Zack naar mij "ik vond niet dat het zo opmerkelijk was maar hij denkt daar anders over, hij kan het niet laten gaan. Het meisje in de bus zag hem en sprak tegen hem." Dat was inderdaad vreemd genoeg om bij stil te staan. "Bedoel je het meisje met de groene ogen", vroeg ik? Dimir knikte "ja zij, ze is bovennatuurlijk anders zou ze Zack niet zien maar hem aanspreken is ongewoon tenzij ze niet wist dat hij onzichtbaar was." "Misschien verwarde ze hem met een mens", liet ik weten. "Er zijn 2 mogelijkheden en die zijn allebei onwaarschijnlijk", hoorde ik Zack toen zeggen. Ik keek hem scheef aan "hoe bedoel je, ga door" gezien ik niet bij hen was in de bus. "Het meisje sprak luidop tegen mij, oftewel probeerde ze het slim te spelen en zei ze expres 'ik ben een mens' maar iets harder dan verwacht, oftewel wist ze echt niet wat ze was toen ik het haar vroeg. Maar beide gevallen zijn onwaarschijnlijk, als ze expres 'ik ben een mens' zei is ze vergeten dat alleen wij elkaar zien en het tweede geval is nog onmogelijker want hoe kun je niet weten wat je bent, je komt er op een gegeven moment achter", ging hij verder. "Wat als ze diegene is die we zoeken en ze echt niet weet wat ze is. Misschien wist ze niet dat zij de enige was die jou zag, dat zou verklaren waarom ze luidop antwoord gaf", deelde ik mijn theorie. "Als dat het geval is moeten we haar onmiddellijk gaan zoeken", reageerde Zack die volgens mij met de minuut overtuigder werd dat het meisje van de bus degene was die we zochten, die we nodig hadden. "We zijn hier al veel te lang, laten we het meisje opsporen, het lijkt mij de moeite waard", liet Zack weten. Hij was geconcentreerd en gefocust en wilde gewoonweg doen waarvoor hij hier was gekomen. "Dat is goed, tot nu hadden we helemaal niemand die niet uitliep op een dood spoor, laten we bij haar verder gaan", ging Vladimir daarop in. In de lange wielen box leek het voor de rest goed gegaan te zijn, de volle maan kreeg mijn innerlijke wolf in zijn grip en deed mij transformeren in deze wereld, toen ik haar rook kon ik mezelf niet beheersen, mijn wolf nam het over en volgde haar naar een plek met mensen. We konden niet riskeren dat mijn bestaan voor onrust zorgde dus splitsten we ons, Zack en Dimir gingen bij de lange en korte ijzeren wielen kooien langs en veranderden de herinnering aan het zien van mij in mijn wolvenvorm behalve bij het meisje met de groene ogen. "Probeer je te beheersen, we hebben iemand die de moeite waard is om verder onderzoek naar te doen", keek Zack mij aan. "Ik doe mijn best", knikte ik ze verzekerend toe. "We moeten eerst verslag uit brengen", bracht Dimir ons in herinnering. Geen van ons keek daar naar uit, het duurde inmiddels al zo lang zonder enige vooruitgang dat de gemoederen slechter werden dan ze al waren. We waren niet zeker dat zij degene was waarnaar we opzoek waren maar we moesten ons wel zo gedragen, alsof er hoop was om hen ooit te vinden.

Eternal War |Boek 1|Where stories live. Discover now