Hoofdstuk 4a: Tegenovergestelde Groepen

Start from the beginning
                                    

Na de bespreking de dag voordien was Annita vertrokken, Blake was met haar mee gegaan op mijn aandringen, als Annita besloot terug te keren kon hij mij tijdig waarschuwen of een signaal geven. Ze vertrokken via de weg langs het luik dat ik achter hen sloot. Na het tapijt teruggerold te hebben en het bureau op zijn plaats geschoven te hebben bleef ik wachten tot ik ze niet langer kon horen. Pas daarna, toen ik er zeker van was dat ze weg waren liep naar de kast om Luna het laboratorium uit te dragen. Bij het open duwen van de deur met mijn voet viel mij een geluid op, boven in de bibliotheek. Het klonk alsof er een boek neer viel. Ik had er nog niet over nagedacht maar nu kwam het in mij op dat er nog iemand bij Luna kon zijn geweest en aangezien de vloer de tweede keer niet weg zakt kon die persoon zomaar de bibliotheek in. Voor alles verder uit de hand zou lopen legde ik Luna neer en rende naar boven, naar de bibliotheek, Luna achter latend op de koude vloer van het laboratorium. Eenmaal aangekomen in de bibliotheek was er niemand te bekennen maar hing er wel een bekende geur. Er stond een ladder tegen één van de boekenkasten, ook ontbrak er één boek, uitgerekend het enige boek dat nodig was. Uitgerekend het boek dat we doelbewust in deze bibliotheek hadden geplaats en gelezen moest worden om eindelijk een einde te kunne brengen aan alle leed was meegenomen. Vlug rende ik de persoon achterna maar van zodra ik in het trappenhuis stond en omhoog keek merkte ik dat de stenen deur open was door het licht dat naar binnen scheen. Na de deur achter mij dicht gegooid te hebben rende ik de vaag bekende persoon achterna, misschien zou ik nog net een glimp opvangen en weten wie het boek had. Buiten wist ik het nog steeds niet zeker al had ik mijn vermoedens, alleen daarop kon ik niet handelen. Zelfs nadat ik het dak van een opbergplaats was opgeklommen kon ik niet uitmaken wie het was al riep mijn ziel dat ik het wist. Wel zag ik dat ze in de richting van de school rende en vermoedelijk ook naar binnen. Als ze daadwerkelijk het schoolgebouw had betreden kon ik het boek nog pakken zonder dat ze het merkte. Terwijl een plan vorm kreeg in mijn gedachten om het boek te bemachtigen zodat het gelezen kon worden door hen die het nodig hadden zag ik Brandon het schoolplein op wandelen met de overige leden van de beschermers. Dat was meteen het moment dat ik realiseerde dat dit zoals alles voorbestemd was, ze waren er, alle drie dus zouden ze het boek alsnog krijgen. Eerst de hereniging met Luna en nu met Brandon, de schaduwen speelden graag met me. Tijd om mijn ogen niet te geloven had ik niet, hij stond daar, slechts een paar meter bij mij vandaan. Zoals verwacht gingen ze af op de glinsterende boomschors die Nora waarvan ik dacht dat zij het boek mee had genomen uit de bibliotheek er waarschijnlijk terug op had geplaatst, iets dat ze zelf niet had opgemerkt maar voor ons wel zichtbaar was. Achter de standbeelden op het dak verschool ik mij totdat ze binnen waren, zelfs totdat ze de bibliotheek hadden betreden. Mijn gedachten werden steeds rommeliger door de flitsen van het verleden die er doorheen schoten. Mijn geest was hier niet klaar voor, eerst Luna en nu Brandon, het was voorbestemd dat dit zou gebeuren maar toch had ik nooit geweten dat alles zich zo zou afspelen. De tijd die ik de drie had gegeven om beneden te geraken volstond niet om mij te herpakken, het verleden woog te zwaar om dat te kunnen maar toch sprong ik van het dak om hen achterna te gaan, op weg naar de onvermijdelijke hereniging.

Ik liep rustig de deur door wat aanleiding gaf om hun gezichten naar mijn richting om te draaien. Ze keken mij even gechoqueerd aan als ik hen daarnet had aangekeken vanaf het dak. Ze konden evenmin geloven dat ik werkelijk voor hen stond als ik dat kon, ze herkenden mij eerst niet. Pas later leken ze trekken van mijn gezicht te herkennen in de jongen van toen en te merken dat ik het wel degelijk was die voor hen stond. Voor ik het wist begon de discussie al, hij gaat het mij nooit vergeven was het enige dat in mij om ging. Begrijpelijk maar daardoor reageerde Brandon boos bij elk weerzien, telkens als hij mij zag of hoorde, vermoedelijk zelfs als ik ter sprake kwam, wanneer mijn naam genoemd werd. Brandon zei eerst niets, Zack nam het over en zei in zijn plaats wat ze allemaal wilden weten:" wat doe je hier?" Ik beantwoorden de vraag niet maar zei onmiddellijk:" ga weg, het is het beste als jullie nu vertrekken." Brandon wist op dat moment weer wat te zeggen "wil je zelfs niet vechten, nog één keer zoals vroeger?" Ik keek hem aan en zag haat in zijn ogen, denkend keek ik weg van hem "je weet dat ik ga winnen, tenminste als je nu net zo bent als vroeger." Speelse sparpartijen speelden zich voor mijn ogen af. Brandon keek mij aan alsof ik net een grap had verteld en begon zelfs te grinniken "denk je dat jij de enige bent die kan veranderen?" Ik schudde mijn hoofd "nee, iedereen veranderd met de tijd." Doordat ik zo rustig en kalm antwoorden werd Brandon bozer, ik zei niets onnodig dus kon hij daar niet op in gaan. Toen herinnerde hij zich weer dat Luna hier op de grond lag en zei half schreeuwend:" mensen ontvoeren doe je nu ook al, raak het mens niet aan. Ze heeft hier niks mee te maken, laat haar gaan." Ik keek even naar Luna en zei even kalm en beheerst als alles ervoor:" ik heb haar niet ontvoerd, ze is hier zelf beland." "Natuurlijk want het is ook zo gemakkelijk voor een mens om hier te geraken", hoorde ik Brandon zeggen. Vladimir en Zack waren ook over iets bezig, ze hadden zich terug getrokken en waren dingen heen en weer aan het fluisteren. Ik concentreerde mij om te zien of ik kon horen waarover ze bezig waren. Tot mijn grote verbazing waren ze over Luna bezig. Brandon had ook door dat ik met iets anders dan hem bezig was. "Kennen jullie het mensen meisje misschien of is een mens interessanter dan mij", vroeg ik hen? "Nee we kennen het mens niet, nog nooit gezien", antwoorden Vladimir. Met een strak gezicht, zo stil als emotieloos richtte ik mij tot Zack en Vladimir die mij verbaasd aankeken. "Het wil niet zeggen dat Vladimir's hart niet klopt dat ik Zack zijn hart niet tekeer kan horen gaan", vertelde ik met een knik van mijn kin naar Zack. Ze besefte dat ze een fout hadden gemaakt, al was het nog zo een kleine. "Hij heeft niet gelogen, we kennen haar echt niet", liet Zack weten. "Haar niet kennen en nooit eerder zien zijn twee verschillende dingen", reageerde ik, dus ze hadden haar al ontmoet. Uiteindelijk was het Brandon die toegaf "ja je hebt gelijk, we hebben haar vandaag al eerder gezien maar dat doet er niet toe. Vertel ons liever wat je haar wilt aandoen, wat je met ons van plan bent." Eerlijk gezegd was ik ontgoocheld, ik had nooit zelf moeten aanhoren hoe slecht zijn beeld over mij was, het was verwacht maar kwam toch binnen op het moment zelf. "Waarom denk je dat ik haar of jullie iets zal aandoen", vroeg ik hem? Brandon fronste en leek nog bozer dan eerst. Hij had zijn tanden op elkaar geklemd en zijn kaak was daardoor gespannen. "Is het niet duidelijk, alsof je dat zelf niet weet. We zijn vijanden, we zitten in tegenovergestelde groepen,... groepen die elkaar haten, het is natuurlijk dat ik verwacht dat mijn vijand ons wilt tegenwerken", werd mij door Brandon toe gebeten. De deur ging open wat betekende dat Blake er eindelijk was, dat had lang geduurd. "We behoren niet tot dezelfde groep maar we lijken meer op elkaar dan je denkt, we willen hetzelfde", vertelde ik hem nog voor Blake "hier" riep en een gasmasker naar mij gooide die ik ving en aandeed. Blake drukte de gas knop in wat de kamer vulde met een anestheticum, een variant die alleen in een andere wereld gekend is. Ze wisten wat er te gebeuren stond omdat we beiden een gasmasker op hadden. Ze werden na een tijdje slaperig. Brandon ging door zijn knieën en schudde met zijn hoofd om de slaap tegen te gaan. Vladimir leunde tegen het eerste dat hij zag en Zack zag er draaierig uit. Bij het zien van de drie draaide ik mij om en stak ik mijn hand in de lucht als teken dat Blake de toevoer van het slaapgas uit mocht zetten. Ze lagen alle drie op de grond maar waren nog niet helemaal weg, ze waren nog bij bewustzijn. Bij Brandon bukte ik neer om "sorry, ik wist dat ik je veel pijn heb gedaan maar heb het nooit kunnen voelen" te fluisteren in de hoop dat hij dat nog net had gehoord. We konden niet zoveel wezens verplaatsen zonder op te vallen dus legden we elk van hem in een cilinder om die te bedekken, dan vielen ze niet direct op als Annita naar het geheime labo kwam. 

De gedachten aan de dag voordien schudden ik weg, terug kijkend naar de vier wezens in de buizen. Blake kwam eindelijk aan, ditmaal door de deur en niet door het luik. "Ik ben er", kondigde hij aan "eindelijk", blies hij daar achteraan. "Je bent te laat", bleef ik naar Luna haar cilinder kijken, naar het doek waarachter ze school. "Oh echt", vroeg hij mij sarcastisch "dat wist ik nog niet, ik dacht dat ik nog op tijd was." "Wat is deze keer weer gebeurd", vroeg ik hem vervolgens? "Wel ik ben weer achtervolgd", vertelde hij. "Door?" "Niemand", haalde hij zijn schouders op terwijl hij weg keek van mij. "Blake", vroeg ik weer? "Goed dan", zuchtte hij "door een mens." "Waarom heeft een mens je achtervolgd",  vroeg ik "wat heb je gedaan?" "Hoe weet je dat ik iets heb gedaan", vroeg hij mij de vraag ontwijkend "misschien was het helemaal mijn schuld niet." "Blake?" Hij zuchtte luid "goed... goed dan, eghh, oké dan. Dus... ik heb misschien geprobeerd om snoepjes te krijgen." "Van wie", keek ik hem voor het eerst sinds aankomst aan? "Een kind", blies hij uit "ik vroeg alleen maar vanwaar ze die had", sprak hij er snel achterna om beduusd verder te gaan "ze hebben mij weg gejaagd en dingen naar mijn hoofd geschreeuwd die je niet wilt horen." Ik stond recht en liep naar hem toe om een hand op zijn schouder te leggen "trek het je niet aan, je intenties waren niet slecht, ze mogen denken wat ze willen zolang jij niet slecht over jezelf denkt." Hij knikte maar dat volstond niet "je hebt niets fout gedaan, je wilde alleen weten waar je snoepgoed kon aankopen", drukte ik in zijn schouder. Hij lachte ditmaal dus trok ik mij weer terug. "Ik heb geleerd voor de volgende keer", legde hij lijzig zijn armen achter zijn nek om achterover te leunen tegen de tafel "notitie voor mezelf, vraag een kind nooit waar je snoep kan kopen in de mensenwereld." "Wat wilde je mij vertellen", vroeg ik hem? "Ah ja dat", schoof Blake op de tafel "ik heb Nora bezocht, ze is inderdaad degene die het boek heeft meegenomen zoals je dacht, ik wilde haar afschrikken zodat ze zeker niet hierheen komt, ik wil niet dat een vriendin van Luna in gevaar komt maar ik denk niet dat het heeft gewerkt." "Wat bedoel je daarmee", vroeg ik hem? "Ik denk niet dat ik haar heb afgeschrikt ik denk eerder dat ze hier nog liever heen wilt nu", bedacht hij zich. "Wat heb je gedaan, nee hoe heb je dat gedaan", keek ik hem vragend aan? Weer haalde Blake zijn schouders op "eerlijk gezegd weet ik dat niet", dacht hij hard na met vingers onder zijn kin. "Bestaat de kans dat je haar toch van gedachten hebt kunnen veranderen", vroeg ik om onmiddellijk spijt van mijn woorden te krijgen, als ik Luna mocht geloven zou dat niet mogelijk zijn al gebruikte je alle magie van de werelden. Blake haalde weer zijn schouders op maar ditmaal blijer, optimistischer "misschien." Toch hoorde ik zijn reactie pas de derde keer, de eerste twee keer wist ik dat er woorden waren maar niet wat de boodschap was. Blake bleef gelukkig optimistisch al dankte ik de schaduwen en maan in stilte, Nora onder ogen komen zou geen goed verloop hebben gekend en een even banaal einde. Waarom ze hier echt naartoe zou komen wist ik, voor Luna, gedreven door liefde en loyaliteit zou ze hier staan weer staan. 



Eternal War |Boek 1|Where stories live. Discover now