Deel 67

1.9K 77 5
                                    

Ik hoorde hoe Hatim werd opgevangen door mijn ouders. Blij hem weer te zien. Ik zuchtte overdreven toen ik hoorde hoe overdreven aardig ze tegen hem deden.
Zeker heeft Walid mijn ouders gewaarschuwd en daarom gedragen ze zich zo doorzichtig als maar kan. Ik beet op mijn lip en schudde zachtjes met mijn hoofd. Ik liep naar de spiegel. Oke Amal. Schouders recht, borst vooruit en kin omhoog. Er is niks wat jij niet aankan. Je gaat jezelf alleen maar verschut zetten als je wacht tot je naar beneden word geroepen. Ik maakte mijn outfit goed en liep rustig naar beneden. Ik rook het eten al. Mijn oma begon meteen mijn naam te roepen toen ik beneden was.
Great! Even aankondigen dat ik aanwezig ben. Ik durfde Hatim niet onder ogen te komen. Omdat ik weet dat hij het nu niet makkelijk heeft, weet ik niet in welke staat ik hem zal vinden. Is hij aan te spreken of juist niet?
'Kom je niet even helpen in de keuken. Wat ben jij voor een vrouw?' Begon mijn oma zoals gewoonlijk met zeuren.
'Ik heb even geen behoefte aan haar betweterige gedoe. Kan ze ook even haar mond houden?' Zei ik tegen mijn moeder die duidelijk zag dat ik geïrriteerd ben. Ik hoorde Walid achter mij lachen.
Ik draaide me om naar Walid. Ik had niet verwacht dat Hatim naast hem stond. Klote ey. Heeft hij dit ook moeten horen? Hij glimlachte. Ik glimlachte terug. Ik stak mijn hand naar hem uit.
'Alles goed?' Vroeg hij. Hij kon goed acteren. Of het deed hem niks dat hij door zijn familie nu bij ons is.
'Naar omstandigheden goed Hamdoullah. Hoe is het met jou?'
'Ja ook wel. Los van de dagelijkse familiegezeur.' Zei hij schouderophalend.
'Ja ik snap je. Je kan niet met ze maar ook niet zonder ze.' Zei ik subtiel wijzend naar mijn oma.
'Haha jij begrijpt mij.' Zei hij lacherig. Iedereen keek toe en luisterde mee. Niet zozeer om een reden. Maar meer omdat wij toevallig de enige waren die spraken.
'Kunnen we nu eten? Of moeten Hatim en Amal nog iets bespreken?' Vroeg mijn oma die niet eens wist wat we zeiden.
'God sta me bij. ' zei ik luidop.
'Haha kom zitten. Marokkanen zijn altijd hongerig.' Nodigde Hatim mij uit naast hem te zitten. Ik probeerde zo luchtig mogelijk te kijken en deed alsof het heel normaal is dat Hatim en ik met elkaar praten en dat ik naast hem ga zitten. Niemand leek wat te merken toen ik enkele minuten later subtiel om me heen keek, op zoek naar starende blikken.
Walid daar aantegen staarde me de hele tijd aan. Van mij naar Hatim. Ik dacht ik kan twee dingen doen. Laten zien dat ik me betrapt voel of doen alsof mijn neus bloedt.
'Walid wat is er? Waarom staar je mij de hele tijd aan?'
Walid keek betrapt weg en deed alsof hij wat moest oprapen van de grond. Ik keek naar Hatim met een vragende blik aan. Die keek mij onwetend aan.
'Je haar zit mooi? Heb je het geverfd?' Vroeg Walid nadat hij een onzichtbare kruimel op tafel legde.
'Ik verf mijn haar nooit.' Zei ik zo droog dat de ongemakkelijke sfeer alleen maar nog erger werd.
'Ik denk dat het gewoon door de zon komt. Het is wat lichter dan normaal.' Zei Hatim.
'Heb jij even goed onthouden.' Zei Walid verbaasd. Hatim keek mij verbaasd aan. Ik wist precies wat hij dacht. Hij probeert Walid er uit te redden komt hij de situatie om zeep helpen. Ik schudde ongelovig met mijn hoofd.
'Tuurlijk we zijn met elkaar opgegroeid.' Zei Hatim knarsetanden. Hij gaf hem tussendoor een blik die je van je stoel liet vallen van de schrik.
'Ja opgegroeid samen ja even vergeten. ' zei Walid snel terwijl hij strak naar zijn boordje keek. Hatim en ik keken hem strak aan. Gelukkig voelde Walid zich hier ongemakkelijk door.
Zo die zit.
Pas na het eten voelde ik dat de ongemakkelijke sfeer langzaamaan verdween.

De volgende dag gingen we met z'n alle wandelen. Na een paar uur liepen we met z'n alle naar een restaurant om te eten. Iedereen had dorst en honger. Bilal, Tarik, Walid en Hatim liepen naar voren om alvast te serveren. Hatim hield zich sterker dan ooit. Ik wist en zag aan alles dat hij Walid niks verteld heeft. Walid deed er alles aan hem het naar zijn zin te maken. Mijn moeder die ving hem op als haar zoon. Maar hij vertrok geen spier. Geen emotie. Geen blik dat liet uitschijnen dat hij lijdt. Je moet mij zijn om dat te weten. Je moet mij zijn om dat aan te voelen. Je moet Amal heten. Ik wilde op dit moment niet mij zijn. Ik wou niet in deze positie gezet worden. Tegenstrijdige gevoelens speelde herhaaldelijk af. Moet ik hem laten? Of moet ik met hem praten?

Najoua en Selma die waren de dikste vriendinnen geworden. Safae die was wat volwassener dan ons en trok meer met mijn moeder op. ze is ook al getrouwd.
Ik trok me terug op de wc. Ik keek naar mezelf in de spiegel. Ik zuchtte en liep nadat ik mijn handen had gewassen terug naar onze tafel. Onderweg botste ik tegen Bilal op. hij keek me aan en zei; 'Ik heb nog nooit deze kant van jou gezien.'
'Bilal niet doen.'
'Hatim heh?' negeerde hij mijn reactie.
'Nee.'
'Al bloedt jij dood, alsnog blijf je glashard liegen! Waarom? Waarom? Waarom maak je jezelf zo kapot waarom?' zwaaide hij agressief met zijn armen.
'Bilal, niet hier.'
'Waar dan? Buiten? Zied lopen. We gaan praten hier en nu.' Zei hij boos. Ik beet op mijn lippen.
'Bilal die hele tafel kijkt naar ons. Alsjeblieft. Ik ga praten maar niet hier en nu.' Stribbelde ik tegen. Ineens stond Tarik en Walid naast ons.
'Wat heeft dit te betekenen?' vroeg Tarik.
'Dat is tussen mij en Amal.' Zei Bilal stug.
'Tarik ga maar ik kom eraan.' Zei Walid.
'Ik haat jou.' Zei ik fluisterend tegen Bilal.
'Dit zusje van jou, liegt zichzelf wat voor en iedereen loopt er met open ogen in. Ja als je niet uitkijkt, raak je haar kwijt. Bepaalde personen hebben met haar gespeeld. En ze zeggen niet voor niets, je enemies zijn je naasten en niet je vijanden.' Zei Bilal spuwend zijn emotie overheersend. Hij was de controle kwijt geraakt.
'Wow wow, waar gaat dit over. Amal? Waar heeft hij het over?' vroeg Walid. Hij was deze dagen al alert wat mij betreft.
'Hij heeft het over werk. Willen jullie echt de vakantie voor mama en papa verpesten? Ik zei je toch ik praat later met je. Waarom space je?'
'Luister, ik ben je broer, als er wat is wil ik dat weten!' zei Walid nu boos.
'We praten later oke. Kom op. iedereen kijkt, waar in godsnaam zijn jullie mee bezig.'
'We gaan praten, dat je dat weet.' Zei Bilal.
'Ja oke. Laat het nu even.' Zei ik sussend. Ze liepen beide op de tafel af waar iedereen zat. Een gemakkelijke stilte viel. Mijn ouders wisten dat er wat gaande was. Maar de blik van Walid zorgde ervoor dat niemand zijn mond open trok.
Tarik staarde me aan.
Hatim staarde me aan.
Safae staarde me aan.
Allemaal dankzij Bilal.

Na het eten reden we terug naar het restaurant. Mijn ouders wouden gaan slapen. Maar de meiden en jongens wilden naar de plein onder het huisje waar iedereen nog levendig heen en weer aan het wandelen was. Er werd muziek gedraaid en er werden pippas gegeten op een muurtje. Sommigen die speelde in het water, en andere maakte foto's bij de grote fonteinen die kleurenlichten afgaven waardoor het op een watershow leek.
Ik had me leuke outfit aangetrokken en nam mijn telefoon mee. Ik liep met iedereen mee naar beneden. Mijn ouders gingen slapen.
Safae liep naast mij. Ze was ineens heel stil. Ik beet op mijn lip.
'Is alles in orde meid?' vroeg ze zacht. Ik knikte en keek strak voor me uit.
'Alhamdoulilah.' Zei ik.
'Alhamdoulilah, zeker. Maar is er niet iets wat je kwijt wil?' vroeg ze voorzichtig.
'Ik wil het niet kwijt. Het lukt niet.' Zei ik. Ze sloeg een arm over mijn schouders heen.
'Ik ben trots op je. Je bent een sterke meid. Ik heb er vertrouwen in dat jij de juiste keuzes zal maken. En hey, van fouten leer je. Als je nu aan het vallen bent, moet je proberen op te staan. Alleen. Niemand anders gaat het voor je doen.' Moedigde ze me aan.
'Ik vind het heel lief van je. Maar iedereen staat op zijn eigen manier op.' zei ik zacht.
'En niet iedereen accepteert jou manier, heh?' raadde ze. Ik knikte. Ze streek zachtjes over mijn rug heen.
'Jij, en alleen jij weet wat het beste voor jou is. Jij weet wat je voelt. En jij moet ermee dealen. Dus maak je eigen keuzes.' Zei ze.
'Ik weet niet welke keuzes ik wil maken.' Reageerde ik voorzichtig.
'Diep van binnen weet je het. En met de tijd mee, ga je inzien dat de keuzes, die je als eerst wilde nemen, maar niet durfde te nemen, je toch zal moeten nemen. Overwin je eigen angsten. En neem dan de juiste beslissing.' Zei ze. Het verbaasde me dat ze de juiste dingen zei, zonder dat ze wist waar het over ging. Ik stopte met lopen en omhelsde haar.
'Ik zal erover nadenken, shoukran. Dankjewel. Echt.' Bedankte ik haar. Ze omhelsde me strak en glimlachte naar me.
'Je kunt altijd bij me terecht. Ik sta achter je, bij wat je ook doet.' Zei ze.
'Ik zal altijd omkijken naar je, als ik niet naar voren durf te kijken.'
'Goed zo! Kom we gaan lopen, voordat Walid een geheime camera gaat meenemen voortaan.' Zei ze lachend. Ik lachte met haar mee en liep snel naar de andere toe.
Ik liep snel en botste ineens tegen Hatim op. hij trok me op.
'Dat werd tijd? Was je verdwaald?' vroeg hij zacht.
'Ik zag door de bomen het bos niet meer.' Zei ik dubbelzinnig.
'Volg mij maar, dan overkomt niks je.' Zei hij terwijl hij diep in mijn ogen keek.
'Daar is het te laat voor.' Zei ik binnensmonds. Ik trok mezelf uit zijn armen en liep voor hem uit. Hij liep achter me aan en keek naar de grond.
De pijn die ik voelde was onbeschrijfelijk.
'Ja Hatim, spijt komt altijd achteraf.' Zei ik in mezelf.

Verwacht het meest onverwachteTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang