Hoofdstuk 33

372 6 4
                                    

Weer ben ik bij de gang met de spiegel. Dit keer draag ik een zwarte lange jurk en sta ik veel dichter bij de spiegel dan de vorige keer. Mijn spiegelbeeld is normaal, geen klein meisje te bekennen dit keer.

Ik zie Thomas een paar meter verderop mijn kant op lopen. Hij is gekleed in wen zwart pak dat er zo sexy uitziet. Ik vroeg me al af hoe hij er met een pak eruit zou zien, maar dit was verre van wat ik had verwacht.

"Ga je nog mee?" vraagt hij opeens heel vriendelijk.

Ik kijk hem raar aan via de spiegel met grote ongeloof. Mijn verwachtingen blijken het vandaag mis te hebben. Hij lacht het weg en pakt mij hand vast om vervolgens via de spiegel te verdwijnen.

We zijn nu in een zaal die helemaal versierd is met feestelijke decoraties. Er is overal wel een tafel met eten en drinken en in het midden is alles leeg, letterlijk. Niemand is er. Het enige wat je hoort is muziek. Maar de muziek is geen dansmuziek. Het is droevig muziek. Waarschijnlijk gespeeld door piano en viool. Ik begin gelijk geen goed gevoel te krijgen over dit.

"Wat is er babe?" Het woord babe zegt hij heel spottend met een klein beetje walging. Alsof het niet iets is wat ik waardig ben om genoemd te worden.

Ik laat me los van zijn hand en kijk hem vragend aan.

Ik ben bewust wat dit is, maar ik kan het niet stoppen. Ik zie alles alsof ik de camerapersoon ben. Als camerapersoon ben ik bewust van wat er gaat gebeuren, maar de persoon die mij voorstelt begrijpt het niet, ze kijkt verwart naar de jongen waar ze zoveel van houd. 

Die versie van mezelf is niet totaal bewust van de vorige keer, want dat was het meisje. Deze versie zag er zo gelukkig uit, heel onschuldig. Alleen maar om verplettert te worden door degene waar ze het meest van hield.

"Oh kom op, ben je nou zo dom?" Hij zet een stap achteruit.

Ik zeg niks. Er valt niks te zeggen. Mijn keel doet pijn, terwijl Thomas mij uit zit te lachen.

"Heb je niet in de spiegel gekeken? Je weet toch zelf wel dat iemand zoals ik," hij wijst naar zichzelf, "nooit, maar dan ook echt nooit iets zou willen met...," zijn blik veranderd vol walging, "iemand zoals jij." Hij lacht weer.

Ik wil weglopen, maar mijn schoenen zitten vast. Ik trek en trek, zonder resultaat. Er is geen beweging mogelijk. Mijn ogen gaan dicht en mijn handen bedekken mijn oren. Ik weiger om zijn gezicht te zien. Ik weiger om zijn stem te horen.

Dat meisje is niet meer het kleine meisje van de spiegel. Dat kleine meisje was te gevoelig en kon zichzelf niet verdedigen. Maar dit meisje is veel sterker dan dat. Ze is sterker geworden. En dat meisje neemt geen ene bullshit meer van andere mensen.

"Gaan we nu kinderachtig doen?" Hoor ik heel vaag op de achtergrond. Mijn handen drukken zich hardet op mijn oren en mijn ogen knijpen zichzelf  nog meer dicht.

Ik wil dat dit stopt. Dit is Thomas niet, hij zou zoiets nooit tegen mij zeggen. Nee. Ik geloof dit niet. ik probeer mezelf wakker te maken, want ik ben bewust van wat ik droom, dus dat betekent dat ik wel half wakker ben.

Maar dan voel ik nog een aanwezigheid in de zaal. Ik doe heel langzaam mijn ene oog open om Finn voor me te zien. Ook hij is gekleed in een pak. Alleen zijn pak is niet zwart, maar grijs. Mijn handen gaan weg van mijn oren en ik open mijn ogen volledig.

Finn en Thomas zijn niet de enige die ik voor me zie. Het meisje is er ook al. Ze houd de hand van Finn vast en volgens mij probeert hij haar te verdedigen voor Thomas. Het meisje ziet er rustig uit, maar ik zie de angst in haar ogen.

Finn kijkt mij aan. Hij ziet er zo betrouwbaar uit, in tegenstelling tot Thomas die zo duister is en mij angst bezorgd.

"We gaan naar huis," zegt Finn tegen mij. Het meisje loopt mijn kant op. Als ze met haar hand de mijne vastpakt is ze verdwenen. Ik kijk naar de leegte naast mij.

"Ze is van mij," begint Thomas. Hij trekt Finn van me weg die naar mij toe wilde lopen.

"Jij bent haar niet waard!"

"Gaat jou toch niks aan!" Hij duwt Finn bij zijn borstkas.

"Voorzichtig," waarschuwt Finn met een zachte toon die sterker voorkomt dan een normale zachte stem.

"Wat? Ga je me anders slaan? Oh wat erg," zegt Thomas heel erg kinderachtig.

"Emma, kom." Finn loopt langs hem heen, Thomas negerend, maar wordt weer tegengehouden. Ik probeer nog te bewegen met nog steeds geen resultaat. Ik kan hem niet eens helpen. Het enige wat ik kan doen is toekijken.

"Welk deel begrijp je niet van 'ze is van mij'?"

"Jij wilt haar niet echt."

"Dat is niet voor jou om te beslissen," hij draait zich met een gemene grijns mijn kant op, "de dingen die ik met haar wil doen...," hij kijkt Finn weer aan, "Ze zal voor altijd de mijne zijn."

"Zij wilt jou niet," gaat Finn verder.

Ik snap niet wat ze doen. Ik snap niks meer van wat er nu gaande is.

"Geloof me, na wat ik haar zal geven gaat ze schreeuwend om meer vragen, terwijl ze mijn naam kreunt."

In Finn's  ogen is vuur te zien. Als zijn blik kom doden dan was Thomas niet alleen dood, maar ook in stukjes gesneden, nadat hij de pijn van marteling tegemoet is gekomen. We praten over zo'n erge dood. "Vuile kloodzak." Hij gaat gelijk op aanval. Thomas kan nog net zijn vuist ontwijken. Hij begint te lachen en slaat terug, maar ook Finn ontwijkt zijn vuist. Nu staan ze allebei in defensie mode.

"Ze zou niet willen stoppen," gaat Thomas verder. Ik weet wat hij probeert te doen en het bevalt me totaal niet.

"Hou je bek!" Finn is bijna bij zijn hoogtepunt. Het duurt niet lang voordat hij Thomas zou willen vermoorden.

Met wat Thomas vervolgens zegt snap ik dat Finn losdraait.

"Ze heeft meer gedaan met mij in een paar dagen dan dat jullie ooit samen hebben gedaan," hij lacht spottend, "Even ter informatie. Ze is wel een lekker tussendoortje." Zijn grijns is totaal niet zoals in het echt. De jongen die Thomas miet voorstellen op dit moment is een heel ander persoon dan de Thomas waar ik voor ben gevallen.

Finn slaat hem zo hard dat Thomas op de grond komt, kreunend van de pijn.

"Blijf met je vieze poten van haar af. Anders zorg ik er persoonlijk voor dat je alleen maar kan kreunen van de pijn die ik je ga bezorgen als je toch eigenwijs gaat doen." Dit is gelijk een kans voor Finn die snel mijn kant op komt rennen.

Één aanraking van Finn en mijn ogen zijn weer open.

Neighbours With Himحيث تعيش القصص. اكتشف الآن