Hoofdstuk 11

569 12 0
                                    

"Jij bent Emma?" Rens knippert met zijn ogen voor de deur.

"Je kans is verpest. Nu gaat ze al iemand anders zoeken bij het feestje." Anne pakt me bij de hand en trek mij mee naar de auto.

Alsof hij een soort taxichauffeur is gaan wij op de achterbank zitten, waarop hij lacht.

"Kan je dan tenminste een dans voor mij bewaren Emma?"

Ik kijk hem via het raampje vooraan de auto aan en glimlach. "Misschien."

"Misschien richting een ja of richting een nee?"

"Hangt helemaal van jou af en hoe de rest van de avond verloopt."

"Oké, begrijpelijk." En hij beantwoord mijn glimlach.

Een half uur later zijn we aangekomen bij een volle villa.

"Klein feestje huh?" Ik kijk naar Anne, "gezellig," zeg ik sarcastisch.

"Ik had niet naar je moeten luisteren." Zeg ik uiteindelijk als we bij de keuken zijn. De hele keuken zit vol kratten. In het algemeen zit het gehele huis vol kratten. Is het echt zo dat die kratten allemaal gebruikt worden?

"Dit is nog beter! Er zijn zoveel mensen die waarschijnlijk ook bij jouw op school zitten. Nu is de kans groter!"

"Hell no! Dit is te druk."

"Aslof we nooit zoveel mensen bij elkaar hebben gezien."

"Ja, maar toen wat het anders. Dit is in een huis. Met meubels en shit. Ik weet het niet. Het voelt gewoon niet goed."

"Relax," ze geeft met een rode plastic beker, "en stop alsjeblieft met het overdenken van alles. Voor een keer in je leven."

Ik kijk naar de inhoud van de beker. Geen idee wat het is, maar bier is het zeker niet. Ik sip een heel klein beetje van de inhoud. Het is wel sterk zeg. Volgens mij is het Tia maria of zo?

"Dit heeft ijsklontjes nodig."

"Zo wil ik het horen."

"Toch kan je het niet van mij uit halen dat ik iets vreemd voel. Iets is mis."

"Ja ja, als we dood gaan neem ik de schuld volledig op me."

"Goed genoeg." zeg ik terwijl ik me van hun afwent om naar de koelkast te lopen.

"Hoe ben jij hierheen gekomen?" vraagt een mannelijk stem als ik net de diepvries wil openen.

Ik draai me om, om Thomas voor me te zien. Mijn handen kruisen elkaar voor mijn borst.

"Dat gaat jou niks aan."

"Is die vriendin van je bij je?" Hij kijkt rondom zich heen. Het is te druk om haar te kunnen zien. Je moet weten waar ze zit om haar te kunnen zien, zo veel mensen zijn er opeens in de keuken.

"Gaat jou ook niks aan."

"Ik mag haar wel." Hij kijkt mij grijnzend aan en doet mijn lichaamshouding na.

"Leuk voor je."

"Jaloers?" Hij trekt een wenkbrauw omhoog.

"In je dromen."

"Je wilt niet weten wat er allemaal in mijn dromen voorkomt."

"Klopt." Ik draai me om en open de diepvries, pak de ijsklontjes en doe er een paar in mijn drankje.

"Wat drink je?" Hij pakt zonder waarschuwing mijn beker vast, ruikt ernaar om mij vervolgens amuserend aan te kijken.
"Ik wist niet dat je van de sterke dranken bent?"

"Ik ook niet." Ik neem mijn beker terug en neem een slok ervan.

"Je hebt nog steeds niet mijn vraag beantwoord."

"Je hebt het nog steeds niet begrepen of wel soms?" Ik lach spottend, kijkend naar de grond en weer terug naar hem. Ik schut mijn hoofd.

"Wat niet?"

"Dat ik jou je zin niet ga geven," ik kijk verder de kamer in, om te kijken waar Anne en Rens zijn. Als ik ze niet zie en ik ze gelijk wil vinden draai ik me om naar Thomas om hem nog een laatste keer iets wijs te maken, "en daarom denk ik niet dat het verstandig is om met mij nog te praten. Je wilde dat ik je met rust liet. Nu doe ik dat en je blijft maar terugkomen. Dacht het dus niet." En met dat loop ik van hem weg. Maar het lukt me niet, omdat ik door hem vastgehouden wordt bij mijn elleboog. Ik kijk er met een gefronst gezicht naar. Vervolgens kijk ik boos naar Thomas.

"What the fuck is jouw probleem?" schreeuw ik, wetend dat door de muziek en de drank de mensen mij niet eens zullen merken.

Zijn gezicht komt dichterbij. Zijn mond raakt bijna die van mij, bijna.

"Geef het op Ems. Ik weet dat je ernaar verlangd," fluistert hij, kijkend naar mijn lippen.

Voor een kleine seconde zou ik het ook opgeven, maar gelukkig kom ik snel bij zinnen, vooral vanwege het volgende nummer dat harder is en veel meer dynamiek bevat dan het vorige nummer.

"Blijf met die handen van je van me af," fluister ik dreigend.

"Of anders wat?" vraagt hij uitdagend met nog steeds zijn blik gericht op mijn mond. Onze ademhaling is met de seconde dieper geworden en gelijkmatiger, wat mij totaal niet bevalt.

"Dat hangt ervan af."

"Van wat?" ik zie zijn verlangen naar mijn lippen. Ik voel zijn adem op me. Ik weet dat het niet lang gaat duren voordat hij mij gaat zoenen.

"Waar je me aanraakt." zeg ik meer als een waarschuwing, maar volgens mij lijkt het meer op uitdagend dan waarschuwend.

"Wat zijn de consequenties als ik je zoen?" vraagt hij, kijkend naar mijn lippen, terwijl zijn andere hand mijn andere elleboog vastpakt. Mijn handen pakken zijn schouders vast. Ondertussen kijk ik ook naar die lippen van hem, en wat voor lippen ook! Ik kijk met een verlangend gevoel, wat geen goed teken is, nogmaals. Niet als het gaat om Thomas.

"Geen," zeg ik zuchtend, waar ik gelijk spijt van heb.

Thomas glimlacht en komt dichterbij. "Mooi zo."

Mijn handen duwen hem bij zijn borst. "Omdat je me niet gaat zoenen." Ik kijk hem aan met een wenkbrauw omhoog, verlos me van zijn greep en ga zoeken naar Anne.

Neighbours With HimWhere stories live. Discover now