Hoofdstuk 28

411 6 0
                                    

Thomas tikt op het raam bij de passagierskant. Ik open de deur en bedank Rens dat hij me naar huis heeft gebracht. Het is beter dat hij weggaat voordat Thomas losbarst. Ik zie het in zijn ogen. Zijn hele lichaam straalt woede uit.

"No problemo," zegt hij.

"Veel plezier morgen," zeg ik als laatst.

"Zeg niks tegen Anne."

"Nee, ben je gek?"

Ik lach naar hem en klop op de auto, terwijl hij het weer start. Thomas' boze blik volgt de auto van Rens totdat hij niet meer is te zien.

"Morgen?" Hij haalt zijn wenkbrauwen omhoog.

"Ja."

"Dus wat nu? Wij hebben een 'pauze' genomen en jij gaat gelijk naar hem?"

"Waar heb je het over?" vraag ik chagrijnig.

"Vind je hem leuk?" Hij komt dichterbij staan. Zijn houding maakt me een beetje bang.

"Wat? Nee! Hij is met Anne. Hij gaat morgen zelfs naar haar toe," leg ik uit met een blik dat zegt dat hij helemaal gek is geworden.

"Dus? Dat betekent niet dat jullie niet gezoend kunnen hebben. Of misschien wel meer."

"Wat bezielt jou?" Ik loop van hem weg, naar mijn huis, maar wordt vastgepakt bij mijn arm.

"Thomas laat me los!" Ik frons naar zijn grip op mijn arm. Hij begint steeds harder te knijpen.

"Is hij met je naar bed geweest?"

"Thomas! Je doet me pijn!" schreeuw ik, terwijl ik hem aankijk met angst in mijn ogen.

"Hebben jullie iets gedaan?" Hij eist om een antwoord.

"Nee! Laat me nu los," smeek ik. Er worden al tranen in mijn ogen gevormd die langzaam op mijn wang komen. Thomas laat me met grote ogen van angst los.

Ik grijp naar mijn arm. Het mag dan buiten donker zijn maar de straat heeft licht genoeg om te zien dat mijn arm helemaal rood is geworden. Ik kijk naar Thomas die erbij staat alsof hij niet weet wat hij zojuist heeft gedaan en het zich nu pas realiseert.

"Emma... ik." Zijn stem is zacht en vol schaamte.

"Jij wat? Luister Thomas. Ik ben geen slet! Dus behandel me ook niet zo. En voor het geval je het wilt weten, ik was bij hem, omdat ik uitleg wilde van zijn gedrag tegenover mij. Ik geef niet alleen jou voordeel."

Hij probeert mijn handen vast te pakken maar ik stap achteruit. "Het spijt me," zegt hij bijna fluisterend met een krakende stem.

"Ja, dat heb je wel vaker de laatste tijd," zeg ik en loop naar mijn huis. Dit keer laat hij mij gaan.

Waarom voel ik een steek bij mijn hart?

Ik leun mijn rug tegen de gesloten deur, zak naar beneden en leg mijn handen rondom mijn knieën.

Een paar seconden later klopt iemand zachtjes op de deur. "Emma. Doe alsjeblieft open. Ik wilde je geen pijn doen." Mijn hart doet pijn als ik zijn verdrietige stem hoor. De tranen blijven maar komen. Ik zeg niks.

"Doe gewoon de deur open. Ik zal niks doen. Ik wil je alleen zien. Je mag me uitschelden. Je mag me slaan. Ik wil alleen weten hoe je arm is."

Ik sta op, maar doe nog geen poging om de deur te openen. Ik wacht het af. Ik wacht af of hij blijft of niet. Hoelang zou hij dit kunnen volhouden?

"Emma!" zegt hij gefrustreerd. "Ik wil alleen kijken of alles goed gaat. Dan ga ik weg. Ik beloof het."

Hij heeft ook belooft mij niet te teleurstellen. En kijk waar we nu zijn beland.

Neighbours With HimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu