Hoofdstuk 2

703 11 3
                                    

"Hey, Linda." Ik laat mijn koffers zitten bij de voordeur en geef haar een knuffel. Het is ene normale knuffel. Bijna formeel zou ik zeggen. Om gewoon beleeft te zijn. Dan pak ik mijn koffers en loop naar binnen.

Drie jaar is mijn pa samen met Linda en ik heb haar huis nooit gezien. Zij kwam ook meerstal naar ons. Als we naar breda kwamen, gingen we eten. De verwachtingen die ik had van haar huis zijn niet alleen maar uitgekomen, ze zijn veel beter. Haar huis is veel groter dan ik dacht.

"Je kamer is de tweede deur links boven de trap."

"Thanks."

En daar ga ik dan. Naar boven met mijn koffers, maar een kamer twee keer zo groot is dan die van mij. En ik dacht dat ik een grote kamer had. Deze kamer heeft een dubbele bed, waar ik zo dankbaar voor ben. Ik had altijd al een dubbele bed willen hebben. Soms had ik echt de neiging om mijn vader eruit te sturen en in zijn kamer te slapen.

En er is ook een grote raam van iets in de twee meter, volgens mij. Gelukkig bedekken de twee bordeaux gordijnen de raam.
Met mijn handen ga ik langs de stof van het gordijn. Het is een dikke stof maar wel van zijden.

En ik heb een tv! Ik heb gewoon een tv in mijn eigen kamer, vast in de muur, en groot ook nog. Gelijk zoek ik naar de afstandsbediening en zet de tv aan. Niet alleen heb ik een tv, ik heb oer ook Netflix op en zoveel andere shit waar ik mijn tijd aan kan verspillen. Maar het aller belangrijkste van allemaal staat naast de deur. Nu ik achterom kijk, de hele kamer bekijkend, zie ik pas dat allebei de kanten van de deur bedekt zijn door boekenkasten. Van boven hey plafond tot onder aan het donkergrijze tapijt . De bovenste twee rijen van beide boekenkasten zitten vol boeken. Gelijk ren ik ernaartoe. Mijn handen willen de boeken voelen.
Ik lees de titels en kom erachter dat ze klassiekers zijn. Mijn ogen worden met de tel steeds groter en groter. Charles Dickens, Jane Austen, Ronald Dahl, Emily Brontë, wat boeken waarvan ik de schrijvers niet ken, een paar die waarschijnlijk gaan over de tijd van de wereldoorlogen en natuurlijk William Shakespeare. Nu schaam ik me er een beetje voor dat ik geen een van die boeken ooit heb gelezen. Maar nu kan dat wel, want ik heb ze voor me. Alleen ik moet wel Linda vragen. Het zijn immers haar boeken.
Ik ga zeker deze boekenkast vol maken met boeken, maar dan moet ik wel mijn doos vol boeken vinden. Alleen eerst wil ik mijn kleren hun plek in de kast geven tegenover het bed is een drie meter grote kast. Nou, zoveel kleding heb ik ook weer niet. Het heeft schuifdeuren en is bedekt met een spiegel. Wordt gezellig als ik in de avond wakker wordt. Ik doe de schuifdeur open en weet gelijk waar ik wat ga neerzetten. Lopend naar mijn koffer zet ik wat muziek aan.

Terwijl ik een paar minuten later mijn ondergoed pak en ze op hoe erg ik ze leuk vind categorie zet zie ik iets bewegen bij mij ooghoek. Ik kijk uit het raam en zie een jongen mijn kamer in kijken. Ik loop naar hem toe, niet bewust dat ik mijn ondergoed meebreng en ik open het raam. Dat is voor hem een teken om ook zijn raam open te doen. Ik hoop niet dat mijn shock te zien is van hoe knap die gast is met zijn bruine haar en volgens mij blauwe ogen, maar dat kan ik niet zo goed zien van drie meter afstand.

"Is het interessant?" zeg ik een beetje te flirterig, wat totaal niet mijn bedoeling is.

"Ja, heel erg." Zegt hij uitdagend, kijkend naar mijn rode string. "Ik zou wel willen weten hoe die je staat." Hij wijst naar de string en knipoogt naar me.

"Misschien in die natte dromen van je, maar vergeet het."

Hij lacht, wat hem heel erg goed staat. "Ach, wat jammer nou. En ik had er net zo erg op uitgekeken naar een show." Hij zet een pruillip op.

"Ach wat jammer nou," zeg ik, hem na-apend, "de show is net voorbij. 31 februari zijn we weer open. Alleen, en het spijt me zeer meneer, de kaartjes zijn uitverkocht." Oké ik wil nu alles terug nemen. Wat heb ik nou weer gezegd? Hoe stom ben ik? What the fuck bezield me in hemelsnaam!

De jongen kijkt mij geamuseerd aan met opgestoken wenkbrauwen. Hij leunt nog meer naar voren.

"Ik zorg wel dat ik een privé show krijg." zegt hij met een grijns van hier tot Tokio.
Die gast heeft wel lef man!

"Zoals ik al zei. Misschien in die natte dromen van je maar niet in real life."

En net voordat ik het raam sluit hoor ik hem zeggen: "Dat zullen we wel is zien."

Neighbours With HimWhere stories live. Discover now