Hoofdstuk 26

453 7 1
                                    

"Rens probeerde je te helpen. Hij deed mee met de weddenschap zodat Thomas je niet kon krijgen."

Ik kijk Anne aan van de bank. Zij zit tegenover mij op de bank. "Waarom kom hij niet vanaf het begin eerlijk zijn tegen mij? Waarom meedoen met de weddenschap als hij het gewoon kon stoppen?" Ik kijk bits naar Anne.

"Zo speelt Thomas niet."

"Wie geeft daar nou iets voor! Mijn reed dat hij niet zo speelt. We hebben het hier over gevoelens! Als hij het zelf niet toegaf... Anne ik zoende hem die dag toen we fast and furious keken."

"Oh mijn god! Ik wist dat ik iets raars achte rme hoorde!"

"Anne!" Ik kijk haar waarschuwend aan. "Toen was hij nog bezig met de weddenschap. Ik snap nog steeds niet waarom Rens zoiets deed."

"Thomas zou alles doen om te winnen. Dus als Rens jou erover vertelde, Thomas zou hem meer dan een blauwe oog kunnen geven. Daarnaast zou hij jou heel goed ervan kunnen overtuigen dat Rens liegt. Rens wilde dat jij zijn kant koos, maar niet iets met hem deed." Ze zucht als een of andere verliefde tiener. "Hij was altijd verlieft op mij. Geloof je dat?" Ze lacht, "hij heeft het gister bekent. En de rest weet je." Anne kijkt schuldig op de grond. Naar alles behalve naar mij.

"Oké, ik geloof je." Ik zucht en leg mijn hand op haar been en glimlach naar haar.

"Dankjewel," zegt ze oprecht.

"Dus jullie hebben nu iets?" Ik grijns.

"Ja? Ik weet het niet. We hebben er niet echt over gepraat. Maar het moet toch wel iets betekenen?"

"Heeft hij je nog geappt?"

"Ik belde met hem toen ik boven was."

"En?" Mijn ogen kijken haar geconcentreerd aan. Alsof haar leven een goede film is waar ik geen seconde van wil missen.

"Nou we hadden het meer over wat er gister gebeurde dan over onze relatie."

"Owh."

Nadat niemand iets zegt besluit ik om de stilte te breken. "Ik wil sowieso met hem praten. Ik ga ook proberen om wat achter te halen over jullie."

"Je gaat met hem praten?" Haar rare uitdrukking verteld me dat ze dit totaal niet zag aankomen.

"Ja, ik wil weten hoe alles zit. Ik geef hem een kans om zichzelf te verdedigen. Ook al heb jij hem genoeg verdedigd en is hij vergeven. Ik wil zijn verhaal uit hemzelf horen."

Ze schud lachend haar hoofd. "Soms ben je te goed. Ik waarschuw je telkens daarvoor."

"Ik weet het," zeg ik met een diepe zucht.

Een uur later gaat de bel. Ondertussen hebben ik en Anne over alles gepraat behalve wat ons echt bezielt.

De vader van Anne staat bij de deur. Het grote moment is aangebroken. Mijn enige vriendin op deze planeet aarde gaat weg, alweer.

"Hallo Emma. Hoe gaat het?" zegt hij vriendelijk, zonder enige toon van schaamte of schuld of iets dat hij te laat is gekomen om zijn dochter op te halen. Als hij een goede reden had, oké hij zou vergeven zijn. Maar hij is altijd te laat als hij Anne moet ophalen. Waarschijnlijk is dat een gewoonte geworden voor hem. En Anne moet het maar accepteren, want hoe vaak hij ook zegt dat hij de volgende keer op tijd zal komen, hij doet het nooit.

"Goed hoor."

Hij kijkt naar Anne. "Heb je al je spullen."

"Ja," zegt ze kortaf.

Dat wordt geen leuke terugweg.

"Anne." Ik geef haar een knuffel. Een knuffel die te lang duurt. Een knuffel waar ik zo bang voor ben, want ik weet dat het lang duurt voordat ik weer zo'n knuffel krijg.

"Oppassen, vooral nu dat je vader en Linda niet vaak thuis zullen zijn." Ze kijkt me aan voor een antwoord.

"Altijd."

"Ik ga je missen." Ze probeert haar tranen in te houden.

"App me als je thuis aankomt, oké?"

"Tuurlijk."

En zo verdwijnt mijn beste vriendin uit mijn leven. Lichamelijk dan.

Twee uur nadat Anne is vertrokken en ik een film heb afgekeken besluit ik om naar Rens te gaan.

Alleen weet ik niet waar hij woont. Dus het is beter om hem even te bellen.

"Emma?" Hoor ik aan de andere kant van de telefoon.

"Rens. We moeten even praten."

"Is Anne als weg?"

"Ze is al thuis, ze heeft me een paar minuten geleden geappt."

"Oh, oké." Rens klinkt niet echt blij, of neutraal. Ik kan horen dat hij verdrietig is door iets. Is er iets gebeurd tussen hem en Anne of is het omdat ze juist nu weg moest gaan?

"Dus kan ik komen?"

"Ik stuur je het adres wel."

"Oké. Tot zo."

"Tot zo," eindigt hij het gesprek.

Als ik zijn adres binnenkrijg zie ik dat hij best wel dichtbij woont. Ik besluit om te gaan lopen.

Neighbours With HimWhere stories live. Discover now