39. Vertrouwen is je vijand

1.6K 119 25
                                    

39. Vertrouwen is je vijand

'Verdwenen?' Ze wist dat ze Jamie's aandacht getrokken had, maar het kon haar niet schelen. 'Hoezo verdwenen?'

'Hoe denk je dat ik het bedoel, Isa? Zoals jouw vader ook verdwenen is, zo bedoel ik het.'

Ze huiverde. 'Bedoel je dat hij dood is?'

'Nee, dat zeg ik niet.' Alex zuchtte geërgerd aan de andere kant van de telefoon en ze kneep harder in haar kapotte telefoon. Ze had het gevoel dat één van de stukjes in haar oor prikte. 'Ik zei verdwenen, net zoals je vader verdwenen is. Dat is toch ook waar? Jouw vader is verdwenen, maar niemand weet zeker of hij dood is.'

'Hij is dood. Mijn vader zou mijn moeder nooit hebben laten zitten met drie kinderen, Alex. Hij is daar de man niet naar.'

Voor zover ik hem ken. Dat zei ze niet, want ze kende haar vader nauwelijks. Ze kende hem alleen uit de verhalen. 

Alex hield zijn gedachten daarover ook voor zich en zei in plaats daarvan: 'Ik zou maar terug naar school komen. Ook omdat jullie in de problemen zitten. Spijbelen is niet zo slim.'

Met die woorden hing hij op en ze stopte haar telefoon in haar zak. Jamie moest alles gehoord hebben want hij was wit geworden. Misschien stond het volume van haar telefoon wel te hard, ze wist het niet.

Toch zei ze: 'Parker is kwijt. Net als mijn vader.'

'Je vader is dood,' zei Jamie dof. 

'Je meent het. We moeten trouwens ook terug naar school voor we echt problemen krijgen.'

'Die hebben we al.'

'Wat heb je vandaag een goed humeur, Geelhaartje.'  Ze greep zijn hand, klaar om terug te springen.

Jamie sloot zijn ogen en ze zag dat hij zich concentreerde, dat hij moeite deed om terug in de tijd te gaan. Ze had het hem tot nu toe probleemloos zien doen en het had geleken alsof hij het als kind van drie geleerd had. 

Ze sloot ook haar ogen en kneep bemoedigend in zijn hand. Zijn hand was droog en warm onder haar aanraking, maar er gebeurde niets.

Ze voelde een raar gevoel in haar buik toen ze haar ogen opendeed. 

Ze had verwacht om ergens te zijn. Desnoods in de bezemkast waar ze eerder met Jamie terechtgekomen was, de enige plek waar vandaan je leek te kunnen tijdreizen zonder dat mensen je zagen.

Alleen waren ze nog steeds in Jamie's boomhut en lag zijn been nog altijd tegen die van haar en kneep hij haar hand bijna fijn. Er was niets gebeurd. Ze waren waar ze net ook waren. Bevroren in de tijd.

Jamie leek heel rustig en hij zag eruit of hij alles onder controle had. Het enige dat anders was, waren zijn lippen die hij bewoog zonder geluid te maken. En misschien het feit dat hij witter was dan normaal.

'Jamie?' zei ze zachtjes. 'Moet ik het anders proberen? Ik kan' begon ze, maar hij kapte haar af.

'Jij doet niets. We gaan lopen naar school. Of met de fiets. Mijn ouders wonen hier vlakbij, ze hebben vast mijn oude fiets nog wel.'

Hij kroop langs haar heen en ze keek toe hij de gammele ladder afdaalde. Nu moest zij opnieuw dat onbetrouwbare ding af en

'Isa, kom op! Desnoods vang ik je op.'

Ze hapte even naar adem voor ze haar voeten voorzichtig op een van de sporten zette. Niet één van de verrotte, maar een plankje dat er stevig genoeg uitzag en ze hield het touw zo stevig vast dat het in haar handen sneed. 

De Tijddraaiers #1: Zwart als inktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu