14. Tijdwandelen

2.3K 134 5
                                    

14. Tijdwandelen

Ze knipperde met haar ogen, maar het bleef zwart. Ze gilde, riep om hulp. Iemand kneep in haar hand, mompelde dat het goed was.

'Jamie! Vuile klootzak!' gromde ze toen ze de stem herkende.

De zachte, vleiende stem die alle meisjes zo geweldig vonden. De stem waar hij haar mee gepaaid had, had gedaan alsof hij haar vriend was, maar dat was dus allemaal gelogen. 

'Isa, rustig.'

'Je hebt me ontvoerd!' gilde ze. 'Waar ben ik?'

Ze voelde zijn warmte toen hij de blinddoek losmaakte. Ze knipperde, wachtend op fel licht, maar dat was er niet. Ze zag alleen een plafond met kinderlijke sterren die licht gaven in het donker. Het was iets dat ze niet verwacht had bij Jamie.

'Wat ben je? Een vijand?'

Ze lag in een slaapkamer. Jamies slaapkamer, realiseerde ze zich toen ze rechtop ging zitten. Ze keek de toffeekleurige hal in.

Jamie reageerde eerst niet op de vraag. Toen zei hij langzaam: 'Ik ben geen vijand, Isa. Nooit geweest ook.'

'Ik ga gillen als je me niet laat gaan! Dan horen al je buren me.'

Hij lachte en het geluid klonk vertrouwd. Het was alsof iemand een mes in haar borst stak en het omdraaide, zo pijnlijk was het.

'Ga vooral je gang, al heeft het weinig zin. Iedereen in dit gebouw is lid van de Tempus.' Hij zweeg even en ging naast haar zitten op het bed. 'Al zou ik dat niet zo aardig vinden, ik heb jullie leven gered.'

'Jullie.' Ze herhaalde het woord, proefde het op haar tong, maar het klonk niet logisch.

'Jullie, ja. Alex, jij en...' Hij leek even na te denken wat hij moest vertellen. '...Suzie,' zei hij tenslotte.

'Suzie?'

Hij knikte.

'Ik had weinig tijd en ook niet heel veel opties, Isa. Ze zag mij verdwijnen met jou in mijn armen en ik denk dat ze dacht dat je dood was.'

Ze dacht even na en vroeg toen: 'Wat duwde je onder mijn neus?'

'Niets bijzonders, gewoon een verdovend middel. Ik wilde gewoon zorgen dat niemand je zou horen gillen en dat ze niet zouden weten waar je was. Je bent in gevaar, meer dan ooit.  Ik heb je verteld dat Erfers zeer zeldzaam zijn.'

Ze knikte.

'Men fluistert dat als je het bloed van een Erfer drinkt je onsterfelijk wordt. Het zijn geruchten, maar er zijn altijd mensen die het geloven.' Hij schudde even zijn hoofd. 

'Dus ze willen mijn bloed,' zei ze stellig.

Hij knikte. 'Ze zullen je niet doodmaken, Isa. Ze zullen je gebruiken als wapen, want ze zullen dolblij met jou als buit. De dochter van Resse en een zeldzame Erfer.'

'Wie zijn die ze? Vijanden?'

Jamie haalde zijn schouders even op. Hij verschoof een stukje, zodat zijn warme been tegen dat van haar aankwam. Ze voelde zich een beetje vreemd, al waren het absoluut niet de vlinders die ze bij Alex gevoeld had. 'Ik denk dat je ze het beste kunt omschrijven als vijanden, ja. Maar vroeger hoorden ze bij ons, bij de Tempus. Je vader was bekend, maar ook een berucht man.'

Ze ging een beetje rechter opzitten en keek de blonde jongen aan.

'Je vader had machtig kunnen zijn, maar dat wilde hij niet. Sommige mensen zagen dat als een soort landverraad. Tijdreizigersverraad.'

De Tijddraaiers #1: Zwart als inktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu