Hoofdstuk ~46~

58 2 0
                                    

-Ellis-
Langzaam opende ik mijn ogen en knipperde een paar keer tegen het felle licht.
Toen mijn ogen eenmaal aan het licht gewend waren stond ik iets te snel op en zag allemaal sterretjes, snel ging ik weer zitten.
Ik keek om mij heen en begon allemaal dingen te zien die ik niet hoor te zien als ik bewusteloos in een bos lig.
Dat kan maar één ding betekenen...
Ik lig niet meer in het bos.
Ik hoorde voetstappen naderen en ging snel liggen en sloot mijn ogen.
Hopelijk zal degene die naderde niet door hebben dat ik wakker was geworden.
'Het is nutteloos om te doen alsof je slaapt kind. Mijn zus heeft het echt wel door wanneer iemand wakker is of slaapt.'
Betrapt ging ik rechtop zitten  en opende mijn ogen langzaam. Bang om te zien dat instelling mij te pakken had.
Maar ik zag twee bekende rode ogen.
Blade.
Met hem had ik nog wel een appeltje te schillen.
'Wat doe jíj hier?' Snauwde ik naar hem.
'Kan ik net zo goed aan jouw vragen prinses.'
Woest keek ik hem aan. Hij weet dat ik er een hekel aan heb als hij mij prinses noemt.
'Mijn zus zei al dat ze een hele bijzondere gevangene had. Maar dat die zo bijzonder was had ik ook niet gedacht.'
Hij liep op mij af en kwam dreigend voor mij staan.
'Volgens mij weet jij nog heel goed wat er een paar jaar geleden gebeurd is. En dan weet jij ook nog heel goed dat ik dit niet nog een keer laat gebeuren.'
De woede borrelde in mij en stond op het punt om uit te barsten.
Maar ik ben beter dan hem en ik kan mij dus inhouden.
'Ik weet nog héél goed wat er gebeurd is. En ik snap dat je dat niet nog een keer laat gebeuren. Maar ik had er niks mee te maken. En als je zo boos bent dat het kwaad jou kwam halen moet je opzoek naar Liz, ze kan je verlossen. En misschien kunnen dingen dan weer worden zoals ze waren.'
Hij pakte mijn schouders vast en duwde me tegen de muur.
Hij keek eerst heel woedend maar zijn blik verzachtte toen zijn ogen de mijne vonden.
'Misschien...'
Met dat liet hij mij los, draaide zich om en liep weg.
Wat had ik in hemelsnaam gedaan om dat te verdienen?
Zuchtend ging ik zitten en viel al snel in een diepe droomloze slaap.

-Liz-
Ik hoorde iemand achter mij aan rennen. Rayen waarschijnlijk, dat betekent dat hij heeft uitgevogeld wat ik van plan ben.
Ik rende zo mogelijk nog sneller in de hoop Rayen af te schudden.
Ik wil niet dat hij gevaar loopt.
Ik minderde vaart en probeerde in een boom te klauteren, dat gaat overigens niet zo makkelijk als je denkt.
Ik veranderde snel terug met mijn kleren aan, een voordeel van mijn krachten, en klom zo snel mogelijk in de boom.
Dit ging al een stuk makkelijker.
Ik klom net zo hoog als de boom dat toeliet.
Op ongeveer vier meter van de grond hield ik het voor gezien en liet mezelf neerzakken op de grote brede tak.
Ik bewoog niet, haalde nauwelijks adem en maakte geen geluid.
Ik zag Rayen in zijn wolf vorm verward om zich heen kijken, hij draaide zich naar mijn boom toe en bleef een tijdje staren.
Geschrokken hield ik mijn adem in.
Hij zal mij toch niet vanaf vier meter in de lucht met de wind die mijn geur laat vervagen, ruiken ?
Hij stak zijn kop in de lucht en keek omhoog richting de plek waar ik zat.
Hij schudde zijn hoofd en rende weg.
Opgelucht haalde ik adem en klom uit de boom. Ik veranderde in mijn wolfsvorm en rende weer door.
Ik wist niet zo goed waar ik heen ging, ik volgde mijn voeten en neus.
Uiteindelijk kom ik waar ik wezen moet, misschien niet op de manier die ik in gedachten had, maar ik kom er wel.

-Onbekend-
Knarsetandend ijsbeerde ik door mijn kamer. Mijn baas had mij een echte opdracht gegeven!
Natuurlijk ben ik vereerd! Maar mijn opdracht is gevaarlijk en heel belangrijk. Als ik faal, faalt ook gelijk mijn baas.
En dat mag niet gebeuren. Dat zal niet gebeuren! Ik zal daarvoor zorgen, ik zal mijn opdracht goed uitvoeren.
Ik zal niet falen zoals mijn vele voorgangers wel hebben gedaan.
Ik zal opzoek gaan naar Liz, het machtigste meisje in het magisch land. En zal haar uitschakelen en naar mijn baas brengen.
Ik zal slagen.

-Ellis-
Moeizaam opende ik mijn ogen. Ik voelde dat er iets ging gebeuren. En dat bedoel ik niet in de goede zin.
Ik hoorde zware voetstappen mijn kant opkomen. Blade. Alweer.
Boos keek ik hem aan, wat moest hij nou weer ?
'Nou prinses, ze hebben jouw dierbare vriendinnetje gevonden, op dit moment is op weg hier naar toe.
Nog een paar laatste woorden voor haar?'
'Nooit! Jij zal Liz niets aandoen. Jij weet dat zij jou enige kans op verlossing is. En bovendien ben jij in jouw hart nog niet helemaal verbitterd en moet jij dus nog luisteren naarr een order van iemand met een hogere rang. Dus bij deze beveel ik jou om ervoor te zorgen dat jouw zus Liz niks aan zal doen.'
Triomfantelijk keek ik hem aan. Hij wist dat ik gelijk had.
Hij vloekte en keek me nijdig aan.
'Tot uw dienst, prinses Elise.'
Hij boog en liep boos weg.
Boos keek ik hem na.
Hij heeft zojuist mijn ware identiteit  onthuld.

Wolf en OceaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu