Hoofdstuk ~39~

86 3 0
                                    

Vermoeid werd ik wakker, of nou ja "wakker", op een of andere manier wilden mijn ogen niet openen, hoeveel moeite ik ook deed het lukte gewoon niet.
Wel hoorde ik een tiental aan stemmen.
'Dit hoort niet.'
'Ze zou nu alweer wakker moeten zijn.'
'Liz, word nou is wakker.'
'HOUD ALLEMAAL JE MOND! Als wij met z'n allen door elkaar heen gaan praten schieten we niks op!'
'Alsof  we met jouw geschreeuw wel iets opschieten.'
'Jongens, kijk haar hartslag daalt!'
'Iemand doe wat, haal een dokter!'
'Snel haar hartslag daalt nu wel ontzettend snel!'
'Amanda is al onderweg!'
Daalde mijn hartslag? Voel ik niks van.
En is Amanda hier? Waar ben ik eigenlijk?
Weer hoorde ik die ontiegelijk boze stem.
'WAAR BLIJFT DE DOKTER NOU?'
Ik hoorde iets dat omver werd gegooid, waarschijnlijk een stoel, en een harde klap van een deur.
Niet veel later hoorde ik de deur weer opengaan, en iemand stapte de kamer binnen. De voetstappen kwamen steeds dichterbij en ik begon een beetje bang te worden. Ik bedoel ik weet niet wie er naar mij toeloopt.
Degene die naar mij toeliep pakte mijn hand vast en zweeg.
Nog een keer hoorde ik de deur opengaan en nog een paar voetstappen liepen naar mij toe.
'Ja, ik zie al wat er aan de hand is. Is ze in een korte tijd aan heel veel duistere krachten bloot gesteld?'
'Ja, dat is ze.'
'Oke, dan zullen we gewoon moeten afwachten, als je zoveel duistere krachten in één keer tot je krijgt, is het dalen van de hartslag een heel normaal verschijnsel. Het zal zo wel weer overgaan. Als er iets veranderd moet iemand mij halen.'
De deur klapte dicht en de dokter was weg.
Langzaam probeerde ik mijn ogen te openen, wat deze keer ook echt lukte.
Ik was verbaasd van wie ik allemaal zag, Rayen, Amanda, Starlett, Sylvain, Jayden, mijn moeder, een man die ik nergens van herkende maar zichzelf voorstelde als Kayren, Sarah en Ellis.
Wat doen hun allemaal hier? Hoe komen hun hier? Oke nee wacht die vraag komt een beetje op hetzelfde neer.
Ik begin een beetje duizelig te worden en besluit te worden en besluit dat ik een frisse neus nodig heb.
Ik teleporteer mijzelf naar buiten en ga tegen de muur van het gebouw aan zitten. Het gebouw blijkt een ziekenhuis te zijn.
Na 5 minuten besluit dat ik genoeg frisse lucht heb binnen gekregen en besluit weer naar binnen te gaan, waar ik ongetwijfeld veel vragende gezichten heb achtergelaten.
Ik ga naar de balie en vraag in welke kamer Liz Alpack ligt, ze is slim genoeg om niet door te hebben dat ík Liz Alpack ben, en informeert mij dat ik in kamer 318 ligt.
Als ik eenmaal bij kamer 318 ben aangekomen, ben ik een beetje bang voor hun reacties. Nerveus wip ik van mijn ene voet op mijn andere voet.
Ik doe de deur open en stap de kamer binnen en vermijd al hun vragende blikken maar.
'LIZ!!' Ellis merkte mij op en stormde op mij af.
'Ellis!' Grinnikte ik.
'Lang niet gezien, ik heb je zo erg gemist! En Jolanda trouwens ook. Mam blijft maar aan mijn hoofd zeuren dat ze jou wel weer is een keertje wil zien. Hoe gaat het nu eigenlijk met jou? En wie zijn dit allemaal? Heb je nu een andere beste vriendin? Liz hoe durf je!!'
'Nee tuurlijk niet Ellis je bent en blijft mijn beste vriendin.'
'Hey, en ikke dan?' Zei Starlett beteuterd.
Soms vergeet ik even dat ze nog maar 9 is en dat komt waarschijnlijk omdat ze zo bloedserieus kan zijn.
'Ja Starlett jij bent ook mijn vriendin hoor.' Zei ik geruststellend.
Starlett keek mij wantrouwend aan wendde toen haar blik af.
'Zeg Ellis, hoe gaat het nu met pap en mam?'
'Oh met hun gaat het goed hoor, denk ik, anders vraag je het toch zelf je moeder staat hier voor je.'
'Euhm, nou eigenlijk bedoelde ik Barbara en Tim.'
'Oh, met hun gaat het ook goed hoor, ze missen jou wel ontzettend maar over het algemeen gaat het wel goed met ze.'
'Fijn.'
Mijn blik dwaalde door de kamer en bleef hangen bij Sylvain.
'En, bij jij nog steeds bezeten van het kwaad of...?'
'Nope, ik ben weer mijzelf. Bedankt nog, daarvoor.'
'Ik zou willen zeggen graag gedaan, maar het is niet iets wat ik graag doe, dus dan zou ik liegen. Maar alsnog graag gedaan.'
'Waarom zijn jullie hier eigenlijk?'
'Nou,' begon mijn moeder.
'Wij zijn hier omdat toen wij hoorden over je "ongeluk" wij dachten dat je wel wat morele steun kon gebruiken.'
Ja, aan morele steun heb ik toch ook zo veel.
Hé, zeurpiet wees blij dat ze zijn gekomen, dat hadden ze niet hoeven doen. En het enige wat jij doet is zeuren. Zei Lola.
'Dankjulliewel maar dat hadden jullie noet hoeven doen. En trouwens hoe gaat het met jou Sylvain ?'
'Ja, ik ben weer helemaal de oude ik, ik zie er  alleen niet uit als een negenjarige zoals Starlett.'
'Huh maar dat klopt niet, dat zou toch niet moeten.'
Wat nou als, nee dat is toch onmogelijk?
Dat kan niet waar zijn...


Wolf en OceaanWhere stories live. Discover now