Hoofdstuk ~7~

215 9 0
                                    

Jayden keek me aan en knipperde met zijn ogen.
'Je bent wát?
'Ik ben veranderd in een wolf.' Zei ik geïrriteerd. Wat was daar zo moeilijk aan om te begrijpen?
Jayden schudde zijn hoofd.
'Dat kan niet. Dat is onmogelijk. Het is geen volle maan.'
Ik keek hem boos aan.
'Denk je dat ik dit verzin? Ik heb mezelf gezien in de vijver daar verderop. En de pijn die ik voelde was ondragelijk. Alsof al mijn botten stuk voor stuk werden gebroken. Ook leek het alsof mijn huid in brand stond. Het voelde alsof ik ging ontploffen. Ik hoorde wolven huilen terwijl ik veranderde.'
Hij stond op en begon heen en weer te lopen terwijl hij met zijn vinger nadenkend op zijn kin tikte.
Hij stopte met ijsberen en keek mij aan.
'Liz, weet je echt zeker dat je veranderd bent? Misschien heb je het wel gedroomd.'
Had ik dat? Was het allemaal gewoon een droom?
Woedend keek ik hem aan.
'Ik weet het heel zeker. De pijn was echt. Alles wat ik zag en hoorde was echt. De wolf die bij mij was, was ook echt.'
'Was er een wolf bij je?'
Vermoeid keek ik naar hem.
'Dat zeg ik toch net?'
Hij ging tegenover mij zitten en vervolgde zijn kruisverhoor.
'Je moet me precies vertellen hoe die wolf eruit zag. Tot in de detail nauwkeurig. Was hij groot? Welke kleur vacht had hij? Welke kleur hadden zijn ogen? Was hij aggressief? Wat deed hij precies? Waar is hij nu?'
Geïrriteerd begon ik met praten.
'Hij was ontzettend groot. Zijn huil was ontzettend krachtig en luid. Zijn vacht was inktzwart en zijn ogen waren geel. Hij was niet aggressief maar juist heel rustig. Ik moet toegeven, ik was ontzettend bang toen hij op mij af kwam lopen. Maar hij stopte voor mij en huilde naar de maan. Daarna veranderde ik in een wolf. En hoe moet ik weten waar hij nu is? Zie ik er helderziend uit?'
Ik stond chagrijnig op en ging de stapel hout die ik had laten vallen ophalen. We hadden immers wel een vuur nodig. Vlak voor de kale vlakte waar ik mijn stapel hout had laten vallen stond de grote zwarte wolf. Geschrokken deinsde ik achteruit.
'Blijf bij mij uit de buurt.'
Ik kruisde mijn armen voor mijn gezicht ter bescherming. De wolf luiterde niet en kwam dichterbij.
'W-wat moet je van mij? Ik heb niks van waarde.' Stotterde ik terwijl ik nog een paar stappen achteruit zette.
'Liz? Wat doe je?'
Ik draaide mij om naar Jayden en keek weer naar de plek waar de wolf stond. De wolf was weg. Alsof hij van de aardbodem verdwenen was.
'D-de wolf. Hij stond net hier. Recht voor mijn neus. Hij liep naar mij toe. Jij zei mijn naam en hij was weg. Wat gebeurt er meg mij? Word ik gek?'
Jayden trok mij in een knuffel en wreef geruststellend over mijn rug.
'Tuurlijk niet. Misschien wil die wolf niet dat ik hem zie.'
Ik knikte.
'Dat zou ook kunnen. Maar ook al zou hij nietg willen dat jij hem ziet.  Waarom blijft hij hier? Waarom gaat hij niet gewoon weg?'
'Ik weet het niet. Ik denk dat we gewoon moeten gaan slapen. Het is al heel laat. Misschien weten we morgen wel meer?'
Ik knikte nogmaals en ging in mijn slaapzak liggen. Hij ging in zijn tent liggen en ging slapen. Ik slokt mijn ogen en viel tegen mijn verwachtigen in al snel in slaap.

Gapend werd ik wakker en stond ik op. Ik pakte wat eten uit mijn tas en at het op. Jayden kwam uit zijn tent en klapte zijn tent in. Ik volgde zijn voorbeeld en rolde mijnnslaapzak op en stopte hem weer in mijn tas.
'Laten we gaan. Als we geluk hebben kunnen we voor vanavond mijn vakantiehuisje bereiken. Dan kunnen we daar overnachten.'
Ik knikte en liep alvast vooruit.
'Liz! Heb even geduld ik ben nog niet zo ver!'
Geïrriteerd zuchtte ik.
'Schiet dan op! We verspillen tijd!'
'Hé? Niet zo boos oké?'
Oké, nu was ik wel boos.
'IK WAS NIET BOOS!'
Ik hoorde mijn kleding scheuren en ik veranderde weer in een wolf. Ik pakte mijn tas in mijn bek en liep dieper het bos in. Ik verschuilde mij achter een boom terwijl ik terug veranderde. Ik kleedde mij weer aan en liep weer naar Jayden toe.
'Wat is er toch met mij aan de hand?'

Wolf en OceaanWhere stories live. Discover now