Hoofdstuk ~19~

156 5 0
                                    

Nadat ik bij Nala was geweest ben ik de oceaan in gegaan. Haar kalmte is rustgevend. Ook al waren de woeste golven die ik eerst had gezien best angstaanjagend geweest. Maar toen ik eenmaal de oceaan in stapte verdwenen de golven, alsof ze er nooit waren geweest.
Dag mijn kind, heb je zorgen?
De zachte en nu al vertrouwde oceaan stelde mij gerust. Als ik ergens mee zat liet haar stem mij dat meestal vergeten.
Ja, het gaat over de profetie. Ik denk niet dat ik er klaar voor ben. Om de hele ( magische ) wereld te redden dan. Ik ben nog maar zestien! De wereld moet niet op een puber vertrouwen! Ik heb al moeite met een scheikunde toets. Hoe moet ik dan in hemelsnaam de wereld gaan redden?
Mijn kind, ben je soms bang?
Om de wereld te redden? Ja, straks doe ik het niet goed en vergaat de wereld. Ik wil die last niet op mijn schouders hebben. En dan zeg ik maar even niks over het feit dat als ik het niet goed doe, ik zelf ook dood ga.
Maar Liz toch. Dat onze bronnen jouw hebben gekozen en zelfs hebben voorspeld is niet voor niets. Ze hebben een dapper persoon gekozen, die bereid is zichzelf te offeren zolang anderen veilig zijn. Die moedig is maar bovenal in staat is tot vriendschap en liefde. Je bent niet voor niets gekozen. Onthoud dat.
Dat zijn hele wijze woorden. Maar kan het niet zijn dat ik níet het meisje uit de profetie ben?
Mijn kind toch, ontkennen heeft geen zin. Je moet aandvaren wie je bent. Alleen dan kan je de wereld redden. Alleen dan kan je missie slagen.
Oh, en onthoud de regel. Keep your friends close but your enemies even closer.
Hou van je vrienden, maar hou nog meer van je vijanden. Er wordt altijd lacherig over gedaan, maar je zal snel genoeg begrijpen dat deze regel er niet voor niks is.
Dat zal ik onthouden dankuwel.
Snel stond ik op uit het water en liep weg. Terwijl ik mijn jurk weer over mijn t-shirt trok dacht ik iets te horen maar negeerde het. Waarschijnlijk werd ik gek.
'AAAHHH!'
Ik hoorde iemand gillen, waarschijnlijk een vrouw. Ik rende naar het geluid toe en zag 2 mannen in uniform, een andere dan die van Andrew zijn roedel, Sarah vastketenen aan een boom. Één van hen trok zijn zwaard uit zijn riem en liep op Sarah af.
Voordat hij uit kon halen naar Sarah liep ik naar de twee mannen en Sarah toe. Mijn bloed was inmiddels al gaan koken.
'Oh, je waagt het niet!'
De man schrok van mij en draaide zoch snel om. Hij grijnsde breed.
'En waarom niet dan? Ik kan jou ook aan de boom vastbinden.'
'Kijk, daar hebben we een probleempje. Dat kan je niet.' Ik probeerde zo nonchalant mogelijk over te komen. Maar van binnen scheet ik hem in mijn broek. Maar het nochalant overkomen lukte voor mijn acteerkunsten nog wel aardig.
'Oh ja zeker dat ik dat kan.' Terwijl hij dat zei kwam hij drijgend op mij af komen met zijn zwaard. Als een gek zwaaide hij met zijn zwaard in de lucht, wat mij weer de indruk gaf dat hij niet zo goed wist waar hij mee bezig was.
Ik riep lucht aan en het zwaard vloog uit zijn hand.
De tweede man kwam nu ook op mij af lopen.
'Garry, hou je zwaard toch eens goed vast! Jij kan ook helemaal niks!' Siste de tweede man.
'Ik had hem goed vast! Jij!' Zei hij dreigend terwijl hij nog steeds dreigend op mij afliep.
'Yrrag'
'Ja ja ik kom je al helpen! Niet zo ongeduldig!'
Garry en blijk baar Yrrag liepen op mij af en balden dreigend hun vuisten.
Ik daar in tegen riep vuur aan en zette hun kleding in de fik.
'Ahh je staat in brand Yrrag!'
'Jij ook Garry!'
Ik riep geest aan en keek in hun geest. Ze moesten Sarah van een andere man meenemen of vermoorden. Ze waren duidelijk voor optie twee gegaan. Was die man Kaylo? Mijn vaders woorden herrinerend kon ik wel iets van Jayden in hem herkennen.
'Jullie bedreigen nooit meer iemand  van mijn mensen!'
Nog steeds woedend keek ik ze aan. Hoe durfden ze?!
'J-ja mevrouw.' zeiden ze in koor nadat ik de grond onder hun had laten trillen.
Snel sprintten Yrrag en Garry weg.
'Kom Sarah , dan gaan we naar binnen.'
Eenmaal binnen aangekomen stuurde ik Sarah naar haar kamer en liep zelf naar Andrew. Ik weet dat hij zijn nagels in mijn nek wilde duwen, maar hij was hier wel degene met de roedel vol met weerwolven.
Zonder te kloppen stormde ik naar binnen wat mij een woedende blik opleverde. Ik negeerde die en kwam direct ter zake.
'We zijn aangevallen!'
'Wat door wie?'
'Yrrag en Garry ze hadden een blauw uniform aan en het wapen was een adelaar met puntoren. Ze probeerden Sarah te vermoorden. Ik heb in hun geest gekeken en ze kwamen in opdracht van een andere man. Een man met veel macht! Ik denk dat het Kaylo was, ik kon iets van Jayden in hem herkennen.'
Hij fronste zijn wenkbrauwen en zijn gezicht stond op onweer toen hij zich besefte dat ik dit niet verzon.
'Kaylo en zijn vogelnest.'

Wolf en OceaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu