Hoofdstuk ~30~

142 4 3
                                    

Honderden vragen spoken door mijn hoofd. Zal die 7 iets met Kaylo's zwakte kamer te maken hebben ?
Nadenkend over die vraag val ik in slaap.
Niet heel veel later  wordt ik wakker in een omgeving die ik niet ken. Alles was wit. Letterlijk alles, de grond, de lucht, muren als die er zijn want ja alles is wit dus ik zie geen verschil.
'Hallo Liz.' Een onbekende stem klonk achter mij.
Ik draaide mij om naar de stem en keek recht in het gezicht van de maangodin.
Ik boog snel en wist niet wat ik moest zeggen dus besloot ik om maar niks te zeggen.
'Krijg ik geen hallo terug? En je hoeft niet te buigen hoor, dan voel ik me zo oud.'
Nou ja in principe is ze ook oud. Zolang als de goden bestaan bestaat zij ook al toch? En volgens mij is dat al heel lang. Of bestond ze pas toen de weerwolven op aarde kwamen? Want ze is immers de godin van de weerwolven.
'Dat klopt, maar er zijn ook andere mythische wezens die in mij geloven.'
'Wat doe ik hier?' Vroeg ik.
Want oké, is het niet een beetje ongeloofwaardig dat ik tegen een godin aan het praten ben?!
'Ik heb je hierheen gehaald omdat ik je het één en het ander uit te leggen heb.'
'Ja dat vind ik ook mevrouw. Ik bedoel, Ik ben half weerwolf én een half sirene?! Oh ja en niet te vergeten, waarom ben ík het meisje uit de profetie? Ik ben daar helemaal niet geschikt voor! En ik ben daar toch veel te jong voor? Ik kan geen eens vechten. En waarom praat Lola nu pas tegen mij?'
Het floepte er uit voordat ik door had wat ik had gezegd en tegen wie ik dat had gezegd. Oh my gosh, ik heb net een grote mond gehad tegenover de maangodin!
Beschaamd sloeg ik een hand voor mijn mond en keek ik naar de grond.
De maangodin echter grinnikte alleen maar.
'Ik kan mij wel voorstellen dat je hoofd op ontploffen staat door al die vragen die door je hoofd rondspoken. Ik zal proberen om op zoveel mogelijk vragen antwoord te geven maar heel veel tijd hebben we niet, want de periode tussen dromen en ontwaken is maar heel kort en dat is de periode waar je je nu in bevindt. Dus stel mij maar een vraag die je al een hele tijd lastig zit.'
'Waarom ben ík het meisje uit de profetie?'
'Dat is een heel goede vraag. Maar ik denk dat ik jouw heb uitgekozen omdat jij beschikt over een heleboel moed maar ook in staat bent tot liefde. Ook ben je een vergevings gezind  persoon. Je zal er echter niet over aarzelen om een slechterik uit te schakelen als die een bedreiging vormt voor andere mensen of dieren. En het feit dat jij een jeugd hebt gehad waarin je je nergens druk over hoefde te maken helpt ook wel. Maar daar heb ik je niet om uitgekozen. Ik heb je uitgekozen op de dag dat jij werd geboren, toen ik jouw zag wist ik dat jij hét meisje uit de profetie hoort te zijn.'
'Dat klinkt logisch, denk ik?'
'Voordat je wakker wordt wil ik je nog 1 advies geven. Laat je niet klein krijgen, je bent sterker dan jezelf denkt. Jouw hoop en vastberadendheid is een gave. Houd je daar altijd aan vast. En onthoud je hebt een heleboel mensen die je steunen. Je bent nooit alleen. Alleen als je daar zelf voor kiest.'
Dat zijn de laatste woorden die ik heb gehoord voordat ik wakker werd.
Moeizaam opende ik mijn ogen en keek om mij heen.
Yup, ik lig nog steeds in het bed in Kaylo's kasteel, ik hoop elke keer als ik wakker word dat dit allemaal gewoon een nachtmerrie was en dat ik nog bij het paleis/kasteel van Lucia en Andrew ben.
Maar ja, niks aan te doen.
Wat mij ook op valt is dat ik elke nacht weer de zelfde nachtmerrie heb, en wat ik het schikbarendste vindt is dat het eerder op een visioen lijkt. En als dit een visioen is, mag die wat er ook gebeurt nooít maar dan bedoel ik ook echt nooít uitkomen.
Het is ook een visioen, een van de voordelen van het meisje uit de profetie zijn is dat je rampen kunt tegenhouden die zich anders in de toekomst zoiden afspelen. Zei Lola.
In dat gevoel moet ik ervoor zorgen dat dit  visioen nooít uit zal komen.

*** visioen**

Ik keek om mij heen en zag dat ik in en kleine donkere ruimte zat. Ik stond open liep door de ruimte heen. Al snel voelde ik een zilveren stang tegen mijn gezicht aan.
'Auw.' Pijnlijk wreef ik over mijn wang.
O ja, vergeten ik zit opgesloten in de kerkers van Kaylo, inmiddels al een maand lang. Een maand lang zit ik hier al vast. En de tralies zijn van zilver.
Hoe ik wist dat het zilver is?
Weerwolven kunnen niet tegen zilver. En toen ik voor het eerst de stang raakte verbrandde mijn hand en Lola vertelde mij dat dit zilver was.
Ook hebben ze mij op rantsoen gezet. Één keer per dag kwam er iemand wat eten brengen wat meestal niet te vreten was en dan ook nog in een hele kleine portie. En twee keer per dag kwam er iemand met een beker water.
Als ze zo zouden doorgaan pas ik straks tussen die spaken door.
Ik baalde dan ook enorm van deze situatie. Ik was zo dun als een grassprietje en buiten zijn er mensen aan het vechten en oorlog voeren. Kaylo heeft de wereld overgenomen en martelt iedereen die zich niet bij hem aansluit.
Ik, het meisje uit de profetie, hoor die mensen te beschermen! Maar ik zit hier vast en het ergste is dat ik niks kan doen.
Ik liep naar de tralies toe en sloeg met mijn vuisten tegen de tralies aan, de pijn negerend. 'LAAT MIJ HIER UIT!'
'LAAT MIJ HIER UIT!'
Er kwam een bewaker op mij afgelopen en hij keek mij grijnzend aan.
'Je komt hier nooit meer uit, meisje.'

***

En dat is waar het visioen stopt. Ik moet er met iemand over praten maar ik ben bang dat ze mij voor gek verklaren. Ook moet ik nog steeds een plan bedenken met Rayen.
Maar om een plan te bedenken wil ik die zwaktes van Kaylo weten. Ik focuste mij op de lucht om mij heen en ik voelde mijzelf al omhoog zweven, toen ik hoog genoeg was om het plafond aan te raken legde ik mijn hand op de 7 in de hoop dat er een geheime kamer tevoorschijn komt. Geen resultaat, wat ik ook deed er gebeurde niks.
Een grom uit frustatie verliet mijn mond en ik voelde mijn concentratie wegzakken, dat betekent ook mijn concentratie op de lucht om mij heen en de lucht die me in de lucht hield. Voordat ik het wist voelde ik mijzelf al naar beneden vallen. Gelukkig is het bed zacht.
En andere grom van frustratie verliet mijn mond en ik voelde mijn botten kraken. Ik vloog een meter de lucht in en veranderde in mijn wolf. Snel trippelde ik de kamer uit opweg naar, ik heb geen idee waar ik naar toe ga, ik merk vanzelf wel waar mijn benen mij heen brengen.
Ik was geen eens de gang uit of ik werd bij mijn popt gegrepen. Ik keek op en keek in de groene ogen van Jayden. Sinds dat ene gebeuren met Kaylo in zijn hoofd zijn wij wat afstandelijler geworden en Rayen en ik closer, hij voelde net als een broer voor mij. Jayden daar in tegen ik weet niet meer wat ik bij hem voel.
'Water, Kaylo kan niet tegen water.'
Dankbaar knikte ik en rende ik naar Rayen zijn kamer. Voor zijn deur transformeerde ik terug en ik had mijn kleren nog aan, een nieuw trucje, een voordeel van het meisje uit de profetie zijn.
Ik klopte aan en al snel deed Rayen de deur open en keek mij vragend aan.
'Ik heb een plan.'

Iedereen echt super bedankt voor t lezen, stemmen, of toevoegen aan je leeslijst.
Dankjulliewel allemaal!
Grtss mij

Wolf en OceaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu