Hoofdstuk ~34~

114 4 0
                                    

'Ik neem aan dat je een heleboel vragen voor mij hebt, dus laten we praten.'
'Ja, ik heb inderdaad een heleboel vragen.'
'Nou, vraag maar.'
'Wie ben jij?'
'Dat weet je toch al? Ik ben Stellae Futurae.'
'Ja ik weet hoe je heet. Maar ik bedoel wie je bent, wat is je karakter en wat is je gave.'
'Oh, op die manier. Nou mijn karakter, ik ben heel eigenwijs en ben geloof ik heel wijs, het klinkt heel arrogant maar het is wel zo. Mijn naam, Stellae Futurae, betekent letterlijk, sterren toekomst, ik ben een ster en kan in de toekomst kijken.'
'Een ster? Hoe kan je nou weer een ster zijn?'
'Kan ik ook aan jouw vragen. Hoe kan jíj nou weer het meisje uit de profetie zijn?'
'Ja, dat weet ik ook niet, ik denk telkens dat iedereen gewoon een grote vergissing maakt, maar...' Ik kon mijn zin niet afmaken want Stellae onderbrak mij.
'Ze maken geen fout Liz, jij bent echt het meisje uit de profetie. Je aura hij is... hij is buitengewoon.'
'Mijn aura?'
'Ja, aan je aura kan ik zien wat voor iemand jij bent, wat voor karakter jij hebt en ik kan zien wat je allemaal in de toekomst nog zal gaan doen, of niet. Ik mag daar niks over zeggen want als ik dat doe kan de toekomst veranderen.'
'Oke, ik snap het denk ik. Maar ik heb antwoorden nodig, kan jij mij die geven?'
'Antwoorden kan ik je geven, de vraag is alleen of het de juiste antwoorden zijn.'
Ze stond op en liep naar de grote boekenkast toe die ik eerder al had gezien maar mij nog niet was opgevallen, waarom weet ik eigenlijk niet. Stellae pakte een dun zilverkleurig boek uit de kast en liep terug naar mij.
'Hier.' Zei ze terwijl ze mij het boek overhandigde.
'In dit boek staat alle informatie die je nodig hebt en zult hebben. Je moet zorgen dat het nooít in de verkeerde handen komt, want als dat gebeurt is het gedaan met deze wereld. En ik vrees dat niet alleen deze wereld dan iets te vrezen heeft, de mensen zullen net zo goed in gevaar zijn. Pas er dus goed op. Mijn tijd zit erop, ik moet terug keren naar waar ik vandaan kom. Het wachtwoord is toekomst.'
Voordat ik ook nog maar iets kon zeggen of vragen gooide Stellae haar beide armen in de lucht en vouwde haar handen in elkaar. Waar nog geen 3 seconden geleden Stellae  stond verscheen nu een hele dunne en felle witte streek met licht, langzaam aan doofde het licht weer en Stellae was nergens meer te bekennen. Daar stond ik dan, in mijn eentje in een holle boom met een dun zilver boek in mijn handen. In een bóóm, een bóóm.
Als iemand mij een jaar geleden had gezegd  dat ik een magische wereld moest gaan redden en dat alle fantasie wezens echt bestaan, had ik ze waarschijnlijk, in hun gezicht uitlachen en zeggen dat ze teveel fantasie hebben.
Maar tja , hier sta ik dan in een holle boom, wetend dat het feit dat ik de magische wereld moet redden, mijn dood kan worden.
Een zucht verliet mijn mond. Ik moest deze boom uit zien te komen, de wereld wacht letterlijk op mij.
Hoe is dit zo gegaan?
Ik keek om mij heen opzoek naar de deur. Maar gek genoeg is de deur waar ik door heen was gekomen weg.
Lekker dan, tuurlijk zit niks een keertje mee. Waarom zou het ook?
'Als ik deze boom niet uitkom, nou dan is het dus gedaan met de toekomst.' Zei ik tegen mezelf.
Ik kan niet zo goed beschrijven wat er toen gebeurde want wat er ook gebeurde het ging zo snel dat het letterlijk als een waas aan mij voorbij ging maar ik stond buiten waar alles weer levend en bloeiend was, nadat ik dat weer in bloei had gezet met mijn krachten voor aarde en water.
Lilium liep op mij af.
'Bedankt Liz, dat je mij mijn lelie's weer naar mij hebt terug gebracht. Ik en alle andere nimfen zijn je dankbaar. Mocht je ooit onze hulp nodig hebben, staan wij voor je klaar.'
Ik slikte moeizaam, wat hun niet wisten is dat als ik niet snel de heerser van het kwaad versloeg, dat Blade al hun planten en of dieren weer zal gaan afpakken en hun weer terug bij af zullen zijn.
'Graag gedaan. Maar ik moet gaan, ik heb nog een wereld te redden weet je wel.'
'Ja, ja natuurlijk snap ik dat. Succes, Liz.'
'Dankje Lilium.'
Ik glimlachte naar haar en dacht aan het kasteel van Kaylo zodat ik terug kon teleporteren.
Nog geen drie seconden later stond ik vooor het kasteel van Kaylo. Ik liep naar de grote houten deur en probeerde hem te openen maar of dat ding zit roestvast óf ik heb kippenkracht, ik gok het laatste.
Ik dacht aan mijn kamer in het kasteel en ik stond vrijwel meteen in mijn kamer. Ik deed mijn jas uit en ging op het bed zitten. Ik pakte het zilveren boekje dat Stellae mij gegeven had en opende het boek, of althans, dat probeerde ik, want wat ik ook deed het boekje ging niet open. Ik bedoel heb ik nou echt kippenkracht en ben ik zo zwak dag ik zelfs geen boek meer kan openen of zit er een spreuk op?
Ik bekeek de voorkant van het boekje aandachtig in de hoop iets van letters, cijfers of zelfs maar een vorm te zien waarmee ik dit boekje open kon krijgen, maar niks. In frustratie gooide ik het boekje op de grond en boog ik voorover om het boekje op te pakken waardoor mijn zwarte lokken volr mijn ogen kwamen te hangen. Ik veegde ze uit mijn gezicht en pakte het boekje op en stopte hem onder mijn shirt. Niemand maar dan ok echte niemand mocht weten dat ik in bezit was van dit boekje, dat had Stellae mij op het hart gedrukt.
'Sterren toekomst, je bent wel een heel bijzonder iemand.' Toen ik dat zei gong het boek open. Ik weet niet welk woord het boek heeft geopend maar hij is open. Gewoon die zin onthouden, welk woord het boek heeft geopend zoek je later wel uit. Zei Lola
Klopt ze heeft helemaal gelijk.
Ik opende het boek en wat ik toen zag kon niet waar zijn.
Het zal toch niet?

Wolf en OceaanWhere stories live. Discover now