Wolf en Oceaan

Hoofdstuk ~16~

Waarom deed iedereen zo raar? Was het zo'n groot probleem dat ik het meisje uit de profetie ben? Als ik dat al ben. Iedereen zegt het wel, maar wat als die magische krachten die ik heb maar tijdelijk zijn? Dan zou niemand er zo'n groot probleem van maken. Ze zouden mij gewoon met rust laten, toch? Hoewel ik wist dat die theorie niet zou kloppen, kon ik mijn hoofd er niet van weerhouden om dat te blijven hopen. Terwijl ik naar het bos liep knisperden de bladeren onder mijn voeten. Ik zocht de hoogste boom op en klom erin, naar de top. Als ik zo hoog mogelijk klom, gaf mij dat het gevoel alsof ik aan alle drama en problemen kon ontsnappen. Ik was dan in mijn eigen wereld. Een wereld zonder oorlog, enge wezens, moorden en alle andere slechte dingen. Het was gewoon ik en de lucht. Niks anders, op de tjilpende vogels na. Ik ging comfortabel zitten en leunde met mijn hoofd tegen de boom. Ik sloot mijn ogen en doezelde weg. Het duurde niet lang meer of ik was in slaap gevallen. Het gene wat me uit mijn roes trok waren de struiken die onder mij ritselden. Voorzichtig klom ik uit de boom. Ik landde met twee voeten op de grond en keek om mij heen. Ik zag en hoorde niks meer. Achter mij brak een tak. Vliegensvlug draaide ik mij om. Ik verwachtte weer iemand te zien die iets van mij wilde. Alleen het enige wat ik zag was een klein blauw draakje. Geschrokken deinsde ik achteruit. Ik weet dat ik groter ben en allemaal nieuwe magische krachten heb, maar dat neemt mijn angst voor alle onbekende enge wezens niet weg, Hoe klein ze ook zijn. Evenmin als mijn angst voor spinnen. Of voor de flarden van enge wezens die ik had gezien toen ik in de koets door de poort naar deze wereld ging. Het waren de wezens geweest waar ik als kind altijd nachtmerries over had gehad. 
Ik knielde voor het draakje en keek het verbluft aan. Ze had mij niks aangedaan.
'Ben jij echt?'
Verdwaasd staarde ik haar aan toen ik een stem in mijn hoofd hoorde. 
Ben jij echt?
'Natuurlijk ben ik echt. Maar mijn vraag was of jij echt bent.'
Ik ben net zo echt als jij dat bent. Dus zoek zelf de waarheid maar uit. 
Nog verdwaasder staarde ik haar aan. Voor zo'n klein draakje had ze best volwassen antwoorden.
Het zijn geen volwassen antwoorden. Het zijn eigenlijk domme constateringen waar jezelf het antwoord wel op weet.
Ik glimlachte. Wie ze ook was, ze was slim en liet niet zomaar iemand over zich heen lopen. Ook al was ze nog zo klein. 
Mijn naam is Nala. En ik hoor bij jou. Je bent de eerste sinds Merlijn die een eigen draak heeft. Het enige verschil is dat de draak van Merlijn mannelijk was, Ik ben dat dus duidelijk niet.
Jij hoort bij mij? Dat kan niet, je maakt een foutje. Je hoort vast bij iemand anders. Misschien lijk ik gewoon op degene bij wie jij hoort. 

Met haar kleine poten liep ze naar voren. 

Nee, ik weet honderd procent zeker dat ik bij jou hoor. Wil je weten wanneer ik geboren ben? Op dezelfde dag als dat jij teruggekeerd bent naar deze wereld. Kortom ongeveer tweeënhalve week geleden.

Hoe bedoel je teruggekeerd? Ik ben hier nog nooit geweest. Lucia heeft mij verteld dat ze gevlucht zijn voordat ik was geboren. Kaylo had geprobeerd om ervoor te zorgen dat Lucia niet van mij beviel. En anders wilde hij mij hebben. Hoe kan ik dan zijn teruggekeerd?
Je moeder loog. Ik weet alles over jou. Over wanneer en waar je geboren bent. Dat Ellis je beste vriendin is en dat je lievelingseten spaghetti is. Ook weet ik dat je niet zeker weet wat je voor Jayden voelt, en je weet ook niet zeker wat hij voor jou voelt. 
Kun je stoppen? Dit is krankzinnig. Hoe weet je al die dingen? Heb je mij bespioneerd? 
Al zou ik je al bespioneerd hebben. Hoe zou ik dan weten dat spaghetti je lievelingseten is. Of dat je bang bent dat Barbara en Tim zijn doorgegaan met hun leven zodra jij je echte ouders vond? En hoe zou ik dan weten dat je zonet nog dacht dat alles maar tijdelijk was. Of in ieder geval hoopte. Ook al weet je dat dat niet klopt. Jij bent het meisje uit de profetie en daardoor hoor ik bij jou. Wat alle mensen zeggen is waar. Bovendien zijn er een heleboel mensen die jou uit de weg willen hebben zodra ze horen  dat jij het meisje uit de profetie bent. En ik zal er dan voor jou zijn om jou te beschermen. 
Nee dat kan niet. En hoe bedoel je? Waarom zullen mensen mij uit de weg willen hebben zodra ze horen dat ik het meisje uit de profetie ben? 
Ze stapte naar voren en keek mij indringend aan. 
Als je mij nodig hebt of zoekt, dan hoef je alleen maar aan mij te denken. Ik zal er voor je zijn. 
Ze wapperde met haar vleugels en vloog in de lucht. Ze draaide zich om en bleef voor mijn gezicht zweven. 
Vergeet niet. Niet iedereen die je denkt te vertrouwen is te vertrouwen.
Met die woorden vloog ze weg en verdween uit mijn zicht.
Ik ging op de grond zitten en haalde mijn hand door mijn haar. 
Wie kan ik niet vertrouwen?