Hoofdstuk ~9~

200 8 0
                                    

Hijgend werd ik wakker. Ik had een verschrikkelijke nachtmerrie. De peryton die ik gisteren had ontmoet, was bij mij thuis. Bij Barbara en Tim. Hij had niet zulke goede bedoelingen voor Barbara en Tim.  Hij was op ze afgevlogen en had met zijn klauwen de keel van ze doorgesneden. Toen hij op mij afvloog werd ik wakker. Huiverend ging ik recht opzitten. Er was toch niks met ze gebeurd? 

Jayden kwam de kamer binnen. 

'Goedemorgen. Lekker geslapen?'

Ik knikte. Na ruim drie weken in een slaapzak te hebben geslapen ligt een bed echt hemels.

'Ik heb heerlijk geslapen. En jij?'

Hij knikte. 

'Ik heb ook echt lekker geslapen. Maar dat was eigenlijk niet waarom ik hier naar toe kwam. Ik kwam om te zeggen dat ik denk dat we vandaag beter hier kunnen blijven. Er wordt een storm verwacht. Dus, ik weet niet, vind je het goed als we vandaag hier blijven?'

'Natuurlijk. In dat geval blijf ik nog even in bed liggen. Ik denk dat mijn voeten mij dankbaar zullen zijn als ze een dag niet hoeven te lopen.'

Hij knikte nogmaals. 

'Slaap lekker.'

-Jayden-
Ik pakte mijn laptop en ging op de bank zitten zoeken, soms zie je op internet wel eens advertenties van perytons die zich laten in huren om iemand op te sporen en te doden of verwonden. Het klinkt heel raar maar in deze magische wereld van tegenwoordig kan alles. Alle wetten worden overal overtreden. Het is niet alsof iemand zich daar nog aan houd. Bovendien hebben de perytons tegenwoordig bijna tot geen voedsel meer. Dus is op deze manier is het geld voor ze makkelijk verdiend. De perytons hebben hun beste tijd gehad. Ze zijn tegenwoordig niet meer in staat om zelf na te denken. Dat betekent dat er iemand achter zit. Iemand die ze verhuurt en daarvoor voedsel geeft. Het geld kan diegene zelf houden. Mensen doen in wanhopige tijden wanhopige dingen. Dingen die ten koste van anderen zijn. Deze wereld is drastisch aan het veranderen. En niet op een goede manier. 

Nadat ik na twee uur zoeken nog steeds niks gevonden had begon ik de hoop een beetje op te geven. Ik scrolde verder en zag een advertentie van een peryton met klauwen in plaats van hoeven. Dat moet de peryton zijn die Liz gisteren aanviel. Ik klikte op de advertentie en keek welke nummers hem de afgelopen gebeld hadden.

Één nummer herkende ik... het was dat van Kaylo. Binnensmonds vloekte ik. Hij wist dat ik Liz al gevonden had.
Ik belde mijn vader op.
'Zoon.'
'Kaylo.'
'Wat is er waarvoor je me moet bellen zoon?'
'Ik vroeg me af of je moeder nog gezien hebt vandaag: ze neemt niet op als ik haar bel.'
Dat was niet gelogen ik had haar gebeld en ze had niet opgenomen maar dat was niet de reden dat ik belde. Ze heeft in werkelijkheid nog nooit mijn telefoontjes beantwoord. Ik belde om erachter te komen of hij iets in zijn schild voerde.
Aangezien ik half elf ben kan ik leugens aanhoren meestal zeg ik daar niks van, of ik probeer het weg te drukken, maar nu kon ik het goed gebruiken.
'Nee dat heb ik niet hoezo? Is er iets wat je haar dringend moet vertellen?'
'Ja.'
'Wat dan zoon? Je kunt mij vertrouwen. Dat weet je toch?'
Ik had al verwacht dat hij dat zou gaan zeggen.
'Oke. Ik was in de bossen opzoek naar die Liz. Ik werd uit het niets  aangevallen door een peryton, een peryton met klauwen. Ik heb nog nooit zoiets als dat gezien.Ik wilde weten of mam daar iets van af wist.'

'Nou ik zal het haar vragen. Euhm zoon ik moet gaan je weet wel dingen aan het hof van Dreka en zo. Nou ik spreek je nog wel. Dag hoor.'

Verbluft staarde ik naar mijn telefoon. Je had er geen magische talenten voor nodig om te horen dat hij loog. Hij verborg iets voor mij.


-Liz-
Ik werd wakker en keek de kamer rond. Niks te zien. Ik was schreeuwend wakker geworden. De nachtmerrie die ik had gehad was verschrikkelijk geweest. Ik zag een hele wereld afbranden voor mijn eigen ogen. Het ergste was nog wel dat iedereen mij riep. Ik moest ze gaan helpen. Jayden had mij blijkbaar ook horen schreeuwen, hij kwam de kamer binnen. 'Wat is er?'
'Het  is niks. Ik bedacht me net hoeveel toetsen ik moet gaan inhalen als ik terug naar school ga.'
Hij keek me met een rare blik aan. Ik weet niet waarom maar iets in mij weerhield mij ervan om hem te vertellen over mijn nachtmerrie. Wat als het geen nachtmerrie was? Wat als wat ik zag echt was? Of het een kern van waarheid bevat?
'Ik denk niet dat je voorlopig naar school gaat. Er is hier in deze wereld een oorlog gaande. We moeten hier eerst maar levend zien uit te komen. '
Beduusd keek ik hem aan.
'Zijn we al in de magische wereld dan?'
Hij schudde zijn hoofd.
'Nee, we zijn vlakbij een poort. De peryvogel moet erdoor heen zijn ontsnapt.'

'Waar is die poort dan? Kan iedereen daar door heen?' 

'De poort zit hier vlakbij. Er is een meer in de buurt. Achter het meer zit de poort. Ja iedereen kan er door heen maar alleen met toestemming van iemand die magisch adel bloed door zijn aderen heeft stromen. Normale magische wezens kunnen er ten alle tijden door heen. Er zijn ook nog uitzonderingen. De alle machtigste mensen kunnen zelf een poort oproepen, waar ze ook zijn. Als er mensen ingaan die een misdaad hebben begaan volgens de magische wetten, dan belandden ze in een dimensie waar ze een laten we zeggen niet zo'n warm welkom krijgen.' 

Ik huiverde. 

'Dat klinkt verschrikkelijk.'

'Dat is het ook voor die mensen. Ze hebben misschien niks verkeerds gedaan, het komt door de nieuwe wetten.'

Ik keek hem vragend aan.

'Wie verzint die wetten dan?'

Hij keek duister. 

'Dat weet niemand. Maar wie het ook is. Hij of Zij heeft geen goede bedoelingen voor onze wereld.'

Wolf en OceaanWhere stories live. Discover now