Eternal War |Boek 1|

By Luna-Bellilia

26.4K 1.2K 348

Dutch/ Nederlands, Deel 1 (voltooid) Vroeg op de morgen zag ik voor het eerst in tijden een weerwolf, in dat... More

Voorwoord
Personage lijst
Hoofdstuk 1a: Zwart En Blauw
Hoofdstuk 2a: De Geheime Bibliotheek
Hoofdstuk 3a: Herinneringen
Hoofdstuk 4a: Tegenovergestelde Groepen
Hoofdstuk 5a: Ze Zijn Het Waard
Hoofdstuk 6a: Sirius
Hoofdstuk 7a: Iemand Die We Al Lang Zoeken
Hoofdstuk 8a: Het Fort Van De Waarheid
Hoofdstuk 9a: Het Hart Van Een Vampier Doen Kloppen
Hoofdstuk 10a: Gered Door Een Droom
Hoofdstuk 11a: Overgelaten Aan Zijn Lot
Hoofdstuk 12a: Nog Steeds Haar Zoon
Hoofdstuk 13a: Praten Tegen De Maan
Hoofdstuk 14a: Niet Zo Zedelijk
Hoofdstuk 15a: Ze Huilde Licht
Hoofdstuk 16a: Een Rood Medicijn
Hoofdstuk 17a: Nachtmerrie
Hoofdstuk 18a: Een Leegte Opgevuld Met Pijn
Hoofdstuk 19a: Strikte Orders
Hoofdstuk 20a: Een Spel Met Feeënstof
Hoofdstuk 21a: Concentratie
Hoofdstuk 22a: Simulator
Hoofdstuk 23a: Een Goede Vriend
Hoofdstuk 24a: Fork, Fork, Fork
Hoofdstuk 25a: De Test
Hoofdstuk 26a: De Brieven
Hoofdstuk 27a: De Doden Weten Meer
Hoofdstuk 28a: Hoge Academie Voor Magie
Hoofdstuk 29a: Eeuwen Van Oorlog
Hoofdstuk 30a: Onze Broer
Hoofdstuk 31a: Maskers
Hoofdstuk 32a: Apart
Hoofdstuk 1b: Vingers Op Het Klavier
Hoofdstuk 2b: Een Geest
Hoofdstuk 3b: Perfecte Leugenaar
Hoofdstuk 4b: Citadel Der Oudsten
Hoofdstuk 5b: Het Naburige Huis
Hoofdstuk 6b: De Dimensies Redden
Hoofdstuk 7b: Hey, Is Ze Al Dood
Hoofdstuk 8b: Gesa Of Idril
Hoofdstuk 9b: Verassing
Hoofdstuk 10b: Het Hartje Van Sneeuw
Hoofdstuk 11b: Perspectieven
Hoofdstuk 12b: Een Koningin In Wording
Hoofdstuk 13b: Niet Te Stoppen
Hoofdstuk 14b: De Blauwe Geest
Hoofdstuk 15b: Verloren Liefde
Hoofdstuk 16b: Spitse Tongen
Hoofdstuk 17b: Laten We Beginnen
Hoofdstuk 18b: Een Gedichtenboek
Hoofdstuk 19b: Een Entree
Hoofdstuk 20b: Red Jezelf
Hoofdstuk 21b: Schuilen Voor De Regen
Hoofdstuk 22b: De Spreuk Zonder Prijs
Hoofdstuk 23b: Een Vleugje Elvenstof
Hoofdstuk 24b: Het Is Weg, Compleet Verdwenen
Hoofdstuk 25b: Berichten Voor De Maan
Hoofdstuk 26b: Gesprekstherapie
Hoofdstuk 27b: Het Moeras Monster
Hoofdstuk 28b: De Groepsfoto
Hoofdstuk 30b: Als Je Ooit Vergeet Dat Je Van Me Houdt
Hoofdstuk 31b: Het Drakenpaleis
Hoofdstuk 32b: De Melodie Van De Nacht
Hoofdstuk 33b: Valse Ezran En Philomena
Hoofdstuk 34b: In De Schaduw Van Een Geest
Hoofdstuk 35b: De Sedaber
Hoofdstuk 36b: Een Tijger, Een Leeuw, Een Schorpioen
Hoofdstuk 37b: Heren Der Verwarring
Hoofdstuk 38b: Ruilen In De Sneeuw
Hoofdstuk 39b: Twee Draken Én Ik
Hoofdstuk 40b: Mogen De Schaduwen Met Ons Zijn
Hoofdstuk 41b: Kant Van De Levenden
Hoofdstuk 42b: Een Vloek Met Schaduwen
Cries After War
Dankwoord

Hoofdstuk 29b: Conversaties In Het Duister

239 9 1
By Luna-Bellilia

Pov. Luna

Iedereen had al laten weten dat ze vannacht niet of weinig zouden slapen wat verklaarde waarom we na middernacht nog allemaal buiten zaten in onze mooie outfits die we speciaal voor de foto hadden aangetrokken. 'Ezran nu iedereen er toch is kun je ze al geven', had Blake een tijd terug gezegd. 'Dan ga ik ze halen', had hij gezegd voor hij het paleis terug binnen ging. Terwijl iedereen een gesprek probeerde te voeren concentreerde ik mij op de nachtlucht. Het hielp mij enorm om buiten te zitten, de lucht rook anders en voelde anders tegen mijn huid wat de gedachte van mijn draaiende maag afhaalde. Ik was zo gestrest voor morgen, het gevaarlijkste moest ik niet eens doen maar toch voelde ik mij zwak door de stress. Mijn hele lichaam voelde week aan, mocht iemand mij vragen om recht te staan zou ik trillend op mijn benen staan. Rustig in en uit ademend keek ik de anderen aan, er klonk niets uit al de stemmen dat op geruzie zou kunnen duiden dus draaide ik mij gerust om naar de richting waar ik Ezran zou zien als hij terug kwam. Alaric zat daar tegen een haag geleund dat recht gesnoeid was in het niets te kijken, hem kende ik nog wel het minst bedacht ik mij toen. Na een jaar had hij mij maar weinig van zichzelf laten zien. "Eindelijk, dat duurde lang", riep Blake uit terwijl hij in Ezran zijn richting stapte. Ezran gooide iets naar hem en Blake ving het behendig "dank je!" Met een teddybeer in de hand wandelde hij terug naar zijn plekje op de rand van de fontein. Toen ik naar Ezran keek zag ik dat hij een zak bij zich had met teddyberen in, waarom had hij knuffels mee, waarom gaf hij ze aan ons? Iedereen kreeg een teddybeer in de hand gedrukt, op schoot gegooid of overhandigd, iedereen die naar de fibion dimensie ging. Ik was de laatste die mijn knuffel kreeg, Ezran bukte om op ooghoogte te zitten met mij en reikte mij de beer toe "hou hem dicht bij je, slaap nooit zonder!" Hij verplaatste het gewicht op zijn voeten en verschoof zodat hij de rest aankeek voor hij overeind kwam. "Is dit niet Anastasia haar teddybeer", vroeg ik toen ik de beer in mijn handen bekeek en Anastasia voor mijn geestesoog zag rondrennen met de arm van haar teddybeer in de hand. "Zeker weten schoonheid, nu hebben wij er allemaal een", hoorde ik Lazar zeggen terwijl hij de zijne bekeek. "Waarom hebben we een knuffel gekregen", vroeg Manal terwijl ze de hare aaide en tegen haar aandrukte. "Het is een beschermingsbeer, de ogen van een knuffelbeer zijn altijd open zodat hij s'nachts de monsters kan zien en weg jagen als jij de jouwe sluit. Op deze manier hoeft niemand de wacht te houden, hou de beren in de fibion dimensie altijd bij jullie ze zullen jullie beschermen wanneer jullie rusten", liet Ezran weten. "Oh wow, echt goed bedacht", liet Nora weten. "Inderdaad, goed van mij he", straalde Blake trots, om nog duidelijker te maken dat het zijn idee was keek hij hoogmoedig omhoog waarna hij het niet kon laten en glimlachend eindigde. "Was het jou idee", vroeg Aurora alsnog. "Nee maar zonder mijn magie zouden de beren hun werk toch niet doen en niemand beschermen", klonk Blake verontwaardigd met neerhangende mondhoeken en ogen. "Goed gedaan Blake", knikte Nora om hem terug wat op te beuren al betwijfelde ik of hij daardoor echt van streek was, hij viste gewoon naar complimenten. "Kijk hoor je dat, een koningin vind het goed", riep hij gelukkig uit "jij toch ook Luna?" "Natuurlijk, wat kunnen ze eigenlijk allemaal doen", vroeg ik? "En wiens idee was het", vulde Manal aan. "Blake heeft het in opdracht van Sirius gedaan voor de weeskinderen. De meeste waren bang voor monsters onder hun bed en om hen heen na alles wat ze gezien hadden dus gaven we hen beschermingsberen. Moest er iets zijn zouden ze beschermd zijn, het bood hen troost. Uiteindelijk besloten we iedereen van het verzet en de demonen ook zulke beren te geven, een rusteloze nacht vermijden kan geen kwaad", legde Mena uit. Het was zo een schattige geschiedenis dat de lieve beertjes nog schattiger werden in mijn ogen dan ze al waren. Dat was ook het beste, je overdag zorgen maken was al meer dan genoeg, alles buitensluiten wanneer je slaapt in de plaats van de hele nacht piekerend wakker te liggen prefereerde iedereen vermoedelijk. "Ze kunnen vechten, de kleine zwaardjes worden groter en ineens zijn ze niet meer van speelgoed, ze kunnen krachtvelden oproepen en zelfs contact leggen om hulp te vragen. Hun tegenstander kan ze niet eens aanraken doordat hun aanraking giftig word, hun handen branden eraf, althans zo werkt die van mijn zus", hoorde Lazar zeggen. Mijn mond was misschien wel open gevallen, waarschijnlijk wel, knipperend met mijn ogen keek ik scheef naar het zachte bruine beertje in mijn handen. Iedereen keek zijn beertje wantrouwig aan wat Aurora erg grappig leek te vinden want ze begon te lachen "Brandon je gezicht", kon ze onder het lachen nog uitbrengen. Iedereen keek Automatisch naar hem, hij had een beer, maar hij ging niet mee. Misschien zou hij later nog komen, zou Ezran dat werkelijk van plan zijn? Hij hield de beer aan zijn oor vast tussen zijn wijs en-duimvinger en had zijn arm uitgestrekt zodat de beer zo ver mogelijk van zijn lichaam verwijderd was en keek met dichtgeknepen ogen in de ogen van de knuffel. Aurora haar lach klonk in de tuin, correctie tuinen en verlichtte zowat alles. De sfeer werd lichter net als de tuin opzich, haar lach klonk nog na in mijn oren toen Brandon de teddybeer op de armleuning van zijn rolstoel legde, na wat gebalanceer bleef hij braaf zitten. "Ezie ga je het nog geven of hoe zit dat", vroeg Lazar ongeduldig al wist ik niet waar hij op doelde. Ook Alaric kwam nu bij ons staan terwijl Ezran de boog en pijlenkoker van zijn schouder haalde. Was ik blind geworden, waarom had ik nog niet opgemerkt dat hij die droeg. "Het is een cadeautje van ons", liet Philomena weten. "Van ons allemaal", vulde Gaian aan met een zachtheid in zijn stem die ik niet gewoon was van hem. Ezran reikte mij de zwarte boog toe met gouden details, Lazar zijn kleuren, de kleuren van zijn hof. Hij schoof de pijlenkoker naar voor waar pijlen inzaten in het evenbeeld van de boog. Sierlijke krullen, punten en een maan, ze waren op maat gemaakt voor mij besefte ik. De tranen sprongen in mijn ogen, met glazige ogen keek ik naar de boog en naar de anderen "dank jullie wel, het is zo een mooi cadeau, zo persoonlijk." "Moge al je pijlen hun doel raken", prevelde Alaric. "Elk van de pijlen is door één van ons gemaakt dan kunnen we de glorie delen, hopelijk zal Blake veel van onze vijanden neer krijgen", zei Blake, hij verwees grappig genoeg naar zijn pijl door het zijn naam toe te kennen. "Eens je een pijl weg schiet ben je die meestal kwijt, tijdens een gevecht heb je toch geen tijd om elke afgeschoten pijl op te rapen of eruit te trekken", bedacht Arion zich. "Dat is ook zo tenzij je telekinese hebt, dan geraken de pijlen nooit op, als je ze hergebruikt", liet Ezran weten. Arion knikte bedachtzaam, daar had hij nog niet mij stil gestaan, de nacht vorderde gestaag terwijl wij erin verloren gingen. Ik nam de pijlen uit de koker en zag dat ze die persoonlijk hadden versierd, elke pijl had zijn eigen verhaal, gemaakt door twee handen met mij in gedachten. Ze hadden dit al afgesproken want de boog en pijlen waren in de demonen dimensie gemaakt dat wist ik zeker. Dat betekende ook dat de innercirkel en demonen enkel pijlen hadden gemaakt, zelfs Henry had er één al heb ik hem nooit gekend. Terwijl ik de gepersonaliseerde pijlen bewonderde viel mij op dat er één te veel was, die pijl trok ik uit de koker en draaide ik rond tussen mijn vingers terwijl de kant met de veer in mijn andere hand rusten. Er waren gouden bloemen en bladeren op getekend, zo ook golven, er was in gekrast van het ene uiteinde ronddraaiend tot het andere met veel ruimte tussen waar de bloemen en golven waren tussen getekend. De inkeping was ook goud geverfd, op het pijlpunt waren maantjes geschilderd en op de bevedering bloemen. Het was Brandon zijn pijl, die stelde ons voor, de uitgekervde lijn was de band tussen ons en de bloemen en de golven stelden de eerste keer dat we samen lachten voor, in de zijn tuin op de dag dat we in de rivier moesten springen. Voorzichtig keek ik naar Brandon, hij keek ook naar mij, toen ik naar hem glimlachte keek hij neer maar knikte bijna onopgemerkt, hij wist dat ik hem probeerde te bedanken. "Oooooh, hoe lief, ik heb er geen woorden voor. Hoe kan ik zulke prachtige pijlen nu afschieten. Allemaal bedankt, ze zijn prachtig", zei ik. Geen idee hoe maar ik wist dat het Ezran was, hij had Brandon de pijl waarschijnlijk in de bossen laten versieren vandaag. Ook hij merkte mijn bedankje zonder woorden op, en gunde mij een kleine glimlach. Zack was stil, hij luisterde mee maar was merkbaar niet in de stemming om zich in de conversatie te voegen. Liam en Vladimir waren onderling bezig, ze zagen elkaar niet meer zo vaak dus waren ze aan het bijpraten. Hier en daar voegde ze mee in net als Brandon die ook stil was, hij en ik probeerde ons normaal te gedragen alsof er niks veranderd was, niemand wist het behalve Ezran.

Sommigen hadden enkele uren geslapen, de meesten niet. Aurora, Arion, Liam, Brandon En Alaric stonden ons achterna te kijken terwijl de rest van ons te pegasus richting de portalen reden. Iedereen had afscheid genomen, de meeste gisteren nacht al. Gaian had een brief voor Cora en Anastasia meegenomen van mij en Lazar. Voor het geval dat namen we afscheid, Lazar had Cora ook zijn voorlopige laatste bevel gezonden, geen idee wat dat was. Gaian zou over drie à vier dagen de demonen troepen al klaar hebben om te marcheren. Dat was ook ons streefdoel, om niet langer dan vier dagen in de fibion dimensie door te brengen. De groep die het demonen mes onder de neus van de sedaber moest uit zien te krijgen zou minstens vier dagen dagen nodig hebben voor de heen en terugreis, Blake en ik waren misschien te pegasus maar moesten veel afstanden afleggen, wetende dat geen van ons beide echt veel geluk had hoopte we anem te kunnen vinden en spreken binnen vier dagen. Zack had zijn magie nog niet terug dus zouden hij en Ezran er langer over doen dan gehoopt om August terug te vinden. Ook Mena reed uit naar de Sterrenhaven, ook zodat ze zich konden voorbereiden moesten ze vluchtigen opvangen na de doortocht van Tyrion en zijn leger die elke gespotte rebel de eindstreep des levens lieten zien en ze er gestaag over duwde. Blake had ons gewaarschuwd dat de fibion dimensie geen zomerse dimensie was, dat de winters sneller vielen en harder waren dan in de andere dimensies, dat het in de kroondimensie misschien herfst mocht zijn maar dat het al zo koud was dat er op sommige plekken al sneeuw viel in zijn dimensie. Met een lichtroze, alles bedekende kanten jurk en een lichtblauwe jas zat ik op Bella haar rug. Ezran bereed Noxatra net als Blake het was gelukt hem met zijn charmes op zijn rug te laten zitten. Zij die geen pegasus hadden kregen een bereidwillig beest uit de stallen. Momenteel waren de vleugels nergens te bekennen en leken ze buiten de opflakkeringen van vuur en opkomst van de kleuren die met onze persoonlijkheden waren verbonden op gewone paarden. Iedereen liet zijn pegasus langzaam in stap naar het portaal gaan, langzaamaan lieten we hen overgaan in draf om net voor het portaal in galop weg te rijden.

We galoppeerden door de besneeuwde bossen in de fibion dimensie, toen mijn wereld in één tel overging van afgevallen bladeren in sneeuw, ik een seizoensovergang merkte hield ik halt. "Ik zei het toch", hoorde ik Blake zeggen terwijl hij in stap verder bleef rijden. Nadat ik mijn ogen had uitgekeken en naar de hoefstappen in de sneeuw keek van Bella begon ik in draf naar Blake toe te gaan zodat we terug naast elkaar reden. "Waar gingen alweer als eerste naar toe", vroeg ik hem. "Naar het paleis in ons deel van de dimensie, naar het huis van Kang-dae", antwoorden hij. 'Het huis van Kang-dae' niet het zijne, had hij een plek die hij überhaupt thuis kon noemen, had hij ooit zoiets gehad. Ineens voelde het aan als een luxe, verwend was ik, zeker in vergelijking met mijn vrienden maar mijn thuis had ik nooit als luxe gezien, eerder als levensnoodzakelijk. Mijn thuis in de mensenwereld stond er nog maar inmiddels was de demonen dimensie mijn thuis geworden net als de kroondimensie het thuis van Nora was. "Blake, waar woon je eigenlijk als je hier bent", vroeg ik voorzichtig. "Hangt ervan af waarvoor ik hier ben", liet hij weten "in de Sterrenhaven kom ik vaak, voornamelijk omdat het veilig is. In de hoofdstad Nefelisauros spring ik ook wel eens binnen om de gevangen rebellen te zien. In ons deel van de dimensie kom ik het meest als ik helemaal alleen ben, als ik geen verplichtingen heb op andere plaatsen." "Waar verblijf je dan, ik ben vrij zeker dat je gezocht word en niemand je mag zien buiten de Sterrenhaven", bemerkte ik. "Thuis", zei hij, thuis, er was dus wel degelijk een thuis "daar gaan we na Kang-dae zijn paleis naartoe als we daar niks vinden dat naar Anem lijd gaan we naar ons huis." Hmmm, naar wie verwees hij exact met die 'ons', hij en ik kon het niet zijn dus vermoede ik dat hij over zijn broer bezig was. "Ik kan niet wachten om terug te gaan, dan kun je terug in het wolkenbad", zei Blake opgewekter dan in dagen. Hij was zo enthousiast dat hij zich versprak, terug, dus ik was al bij hem thuis geweest, ik was er zelfs in bad geweest. Met gefronste wenkbrauwen keek ik hem scheef aan "Blake, wat zei je daar nou?" Hij bleef stil doorrijden "Blakeee, antwoord!" Hij gromde zachtjes binnensmonds en kneep zijn ogen even hard dicht als hij zijn kaken op elkaar klemde "het ligt in het verleden, laten we het daar laten." "Je hebt a gezegd du", begon ik maar Blake maakte mijn zin al af "dus moet ik ook b zeggen." Ik zou gelachen hebben moest ik niet gespannen zijn doordat hij bijna iets zei maar het nu terug hield. "Blakeee, vertel het mij alsjeblieft", smeekte ik hem, waarom deed hij mij nu aan Nora denken. Oh ja, omdat ze ook zo koppig kan doen en iets niet verteld als het niet op het perfecte moment is of iemand dat moment verpest. "Ik wou de herinneringenlaan niet oprijden vandaag maar wist dat het waarschijnlijk wel zou gebeuren, accidenteel weliswaar maar toch, ik en mijn grote mond ook", schudden hij zijn hoofd afkeurend omwille van zichzelf. "Je bent al in onze dimensie geweest, meer dan eens, je bent in ons huis geweest, je hebt er zelfs gewoond voor een tijdje. Jij, Sirius en ik, onze vrienden kwamen daar wel nooit, te gevaarlijk", biechtte hij op. Ik ademde verbaasd uit wat als een lange 'h' leek "wat zei je net, ben ik hier echt geweest?" "Nooit in het paleis, als vader je zou zien zou zelfs Sirius je niet kunnen helpen. Enkel in ons huis en in de Sterrenhaven, waar jullie twee voor de rest uit hingen weet ik wel niet", liet Blake weten. "Maar we gaan nu wel naar het paleis, is het sindsdien veiliger geworden", vroeg ik? "Het is gevaarlijker geworden omdat ik op de vlucht ben maar vandaag gaat mijn vader naar de hoofdstad wat ons tijd geeft binnen te geraken. Eenmaal we binnen zijn moeten we wel wachten tot het nacht is zodat geen van het personeel ons kan zien. Als de nacht is gevallen zullen we naar de bossen trekken en daar overnachten", deelde hij mee. "In de sneeuw", vroeg ik ongelovig? "Jah, in de sneeuw", antwoorden hij alsof het helemaal niets voorstelde, alsof we het niet de hele nacht ijskoud zouden hebben. "Ben je bang", vroeg ik "want dat ben ik wel." "De enige persoon waar ik ooit oprecht bang voor ben geweest is mijn vader. Hij is er nu niet dus ben ik ook niet bang", hoorde ik hem zeggen. Wat voor iemand moet dat niet zijn, de enige waar hij bang voor is. Die onverschrokkenheid kwam tijdens een strijd goed van pas maar dat kon ik over de meeste van mijn vrienden zeggen, onverschrokken. Het verontruste mij echter dat zijn vader de enige was, het verontrustende was wat dat over zijn vader zei niet wat het over Blake zei. We begonnen terug door het bos te galopperen met de constante gedachten dat ik zoveel niet wist. Hoeveel tijd was ik wel niet kwijtgeraakt, hoeveel meer had ik wel niet gedaan zonder het te weten.

Kleren Luna

Kleren Nora

Kleren Manal

Pov. Nora

"We zijn er bijna", klonk Lazar zijn stem die vooraan reed en ons de weg wees. De ingang naar de gloeiworm grotten zag ik nog niet dus begreep ik niet goed waarom hij dat zei. "Waar is de ingang dan, ik zie niets", hoorde ik Manal zeggen, ze dacht dus hetzelfde. "Willen jullie je pegasussen zonder voedsel óf water voor vier dagen bij de ondergelopen tunnel laten staan", vroeg Lazar ons veel vriendelijker dan verwacht. We waren hier inderdaad niet bekend mee, met zulke opdrachten, hoe ons daarbij te gedragen of hoe eraan te starten. Dat had Lazar wel door volgens mij wat zijn zachte toon verklaarde, hij had er begrip voor leek het. "Waar brengen we de pegasussen dan naartoe", vroeg ik uiteindelijk. "Iemand van de gevangen rebellen zal ze voor ons verzorgen en ze over vier dagen vastbinden dicht bij de ingang zodat we direct kunnen vertrekken", liet de demonen koning weten "hier is de ontmoetingsplek." Hij sprong van de pegasus af en bond die vast aan een tak die laag hing en bedekt was met een laagje sneeuw. Wij volgde zijn voorbeeld en bonden de pegasussen vast terwijl Lazar de kap van zijn mantel van zijn hoofd schoof waardoor zijn hoorns terug zichtbaar werden. De gouden ringen om zijn hoorns glinsterden in het ochtendlicht dat werd weerkaatst door de witte sneeuw die onder onze schoenen knerpte bij elke stap die we zetten. "Wat doe je", siste Vladimir "zo worden we nog gespot." "Dat is de bedoeling", beet Lazar hem toe. "Ah daar ben je", ging hij verder toen een gedaante vanachter de bomen tevoorschijn kwam. Het was een meisje, waarschijnlijk even jong als Lina te zien aan haar tengere verschijning en jonge gezicht. Ze was bijna even bleek als de sneeuw op de aarde met prachtige vuurrode haren. Haar ogen waren net als haar huid bleekjes, zo licht van kleur dat ik even twijfelde of ze wel kleur hadden. Toen ze met elke stap beter te zien was zag ik dat ze lichtroze ogen had. Zo een zachte kleur dat het wegviel door het wit eromheen. Het leek alsof buiten de zwarte pupil enkel wit zat tot ze naar Lazar keek en haar ogen letterlijk opflakkerde. In de meest letterlijke zin, het zachtroze schoot in rode vlammen omhoog en danste in haar ogen. Lazar aaide over haar haren en nam haar bij haar schouders vast om haar beter in zich op te kunnen nemen "zo betoverend als altijd Zuriñe", was al dat hij zei "hoe gaat het met je ouders en broers?" "Goed, heel goed, dankzij jou", liet ze weten nog steeds met vuur dat danste in haar ogen, het zou zo haar ogen uitdansen moesten ze niet gevangen zitten en tegen het hoornvlies aanbotsen. "Luna", vroeg Zuriñe met onderzoekende ogen die ze lichtjes dichtkneep. Toen ze zeker wist dat ze hier niet was keek ze naar Lazar die haar vraag beantwoorden. "Ze is hier in de dimensie maar kan niet helpen met het demonenmes, ze is druk met iets anders." Haar ogen vlogen nu wijd open, het vuur in haar ogen begon alle kanten op te vliegen "het spijt mij van Sirius, ik heb het gehoord, we weten het allemaal, vertel haar dat alsjeblieft", liet ze bedroefd weten. Het vuur doofde uit en het zachtroze keerde terug waardoor ze er terug uitzag als de sneeuw dat net als haar huid afstak tegen haar rode haren en vurige ogen. Ze kende Luna dus, maar Luna haar niet meer. Het verbaasde mij eerlijk gezegd wel, ik herinnerde mij dat ze meer geheimen had voor ons sinds ze een relatie met Sirius kreeg maar aan dergelijke dingen dachten wij niet. Het schade onze vriendschap evenmin, het waren niet enkel haar geheimen, zij moest ze bewaren dus dat deed ze ook. Het nodige vertelde ze ons voor zover dat ging, mocht ze het destijds toch geprobeerd hebben hadden we haar waarschijnlijk niet geloofd. Het was wel vreemd dat ze al in deze dimensie was geweest, dat ze haar kende, goed genoeg om haar te condoleren. Door het tijdsverschil tussen de dimensies en de aarde kon ze hier dagen blijven en wij zouden het niet doorhebben. Wat had Sirius allemaal gewist, wat had Luna allemaal geweten? "Dat zal ik zeker doen", zei Lazar zachtjes terwijl hij een van zijn handen op haar schouder liet rusten en de andere terug trok. Door het zien van vuur gingen mijn gedachten automatisch naar Sierra. Toen Siofra en Zack in de mensenwereld waren opzoek naar Manal was ze terug gekeerd naar haar familie. Na de begrafenis was ze terug gegaan om nooit meer naar het elvenhof terug te keren. Caleb had haar een plek in zijn hof aangeboden net als Eirene en Thaddeus maar ze weigerden. Aan geen van beide hoven wou ze blijven, het bracht te veel herinneringen aan haar beste vriendin naar boven. Dat had Aurora mij gisteren verteld, ze had ook goed contact met Eirene en was zoals wij bezorgd om Sierra. "Hoe heb je Luna leren kennen", vroeg Manal. Een berekende vraag wist ik, ze liet het niet merken maar vanbinnen school er bij Manal meer dan pure goedheid. Ze was sluwer dan je zou denken en wist al haar positieve vaardigheden goed uit te putten, ze wist hoe ze ongemerkt haar zin moest krijgen zonder dat sluwe te laten zien. Met die ene vraag kon het onwetende meisje veel verklappen, achter de hoe verschool een waar en wanneer net als vele anderen vragen. Lazar leek daar ook bij stil te staan want hij keek snel naar Zuriñe en schudden zijn hoofd "daar is geen tijd voor vlammetje, we moeten vertrekken." Ze knikte "veel succes, jullie allemaal, hopelijk gaat het goed zoals de laatste keer. Moge de schaduwen over jullie waken." "Moge de schaduwen over je waken", herhaalde Lazar. Misschien was het een gebruikelijk afscheid bij de fibions. "Daag Zuriñe, fijn je te ontmoeten", hoorde ik Manal al afscheid nemen. "Geef Luna de groeten van ons en het is ook fijn jullie eindelijk in het echt te zien", zei ze voordat ze weg rende met de paarden naast haar terwijl het vuur terug begon op te flakkeren. Het maakte mij blij om dat te horen, dat Luna over ons sprak toen ze hier was, dat Zuriñe alleen daardoor al had uitgekeken om ons te ontmoeten. Vladimir keek haar alleen achterna, hij had haar niet aangesproken maar keek haar wel onderzoekend aan. Alsof hij iets zag dat wij niet zagen, wat dat ook mocht zijn. Daarna liepen we een tiental meter verderop omlaag naar de ondergelopen ingang van de tunnels. Het begon al goed, we waren tot onze knieën nat, op sommige plekken liepen we tot op borsthoogte in het ijskoude water wat er door de ijzige temperaturen buiten niet beter op werd. We prezen ons al gelukkig als we tot ons middel in het koude water rond waadde.

Gelukkig waren niet alle tunnels ondergelopen, dat merkte ik pas na enkele uren wandelen want pas dan liepen we een droge tunnel in. Hier was er geen daglicht wat mijn gevoel voor tijd enigzins had verstoord maar toen Vladimir mededeelde dat we in een gloeiworm grot zouden overnachten geloofde ik dat de nacht buiten al was gevallen en een donker doek over het sneeuwige landschap had gelegd. Lazar stemde ermee in en begon de grot te inspecteren net als al zijn in en uitgangen die er zes bleken te zijn, de kleinste van hen was nog geen armlengte breed en vernauwde zelfs wat voor die uitliep in een andere grot. Kletsnat en bevend van de kou zaten Manal en ik tegen elkaar aangedrukt tegen een verlichte wand aan die in tegenstelling tot de gangen grijsblauw was in het licht en niet zwart. De gloeiwormen sponnen een zijden draad vanaf het plafond en vingen met hun licht een prooi in de draden. Dat zag je als je er dicht bij ging staan, van ver leek het net alsof ze de sterren uit de nachthemel hadden gestolen en opgesloten in deze grot. Als ik hier was geboren en mijn ouders zouden mij dit verhaal voorschotelen dan zou ik ze ongetwijfeld geloven, met magie kon je tenslotte zoveel. Mochten Manal haar tenen er niet bijna af vriezen dan zou ik de grot eeuwig bewonderd hebben maar in haar handen wrijven en blazen en dichterbij Manal proberen zitten waren een stuk aanlokkelijker. "Sososorry, Noorra mmmaar je bent kouddd", klappertanden ze. Even vergeten dat ik geen lichaamswarmte meer heb, ik verschoof zodat ik haar niet kouder kon maken dan ze al was. "Je kunt magie gebruiken, het is nieuw voor je maar als jij en ik deze nacht willen overleven raad ik aan om een vuurtje te toveren", raade Lazar aan terwijl hij even nat als ons naast Manal neer plofte. "Je zal jezelf overbelasten als je ook andere dingen tovert, met een vuur kunnen onze kleren drogen en zullen wij warm blijven", ging Lazar bibberend verder. Manal knikte "oké een vuur is een goed idee, laat ik dat proberen", ineens klappertanden ze niet meer, ze kwam overeind toen ik zag dat er rillingen over haar heen trokken, het geklappertand en de daarbij horende rillingen kwamen terug, ze ademde in en begon waarschijnlijk een spreuk te herhalen in gedachten. Na een tijdje verscheen er een groot kampvuur in het midden van de grotten. Snel ging Manal bij het vuur zitten en hield ze haar handen en tenen het dichtst bij het vuur, de uiteinden van het lichaam worden het snelst koud herinnerde ik mij, je vingers, tenen en neus. "Vergeet de beren niet, vuur trekt van alles aan, niet alleen wij hebben het koud hier", liet Lazar weten. Ik knikte merkbaar en Vladimir stak zijn beer al in de lucht. Enkele uren geleden hadden we in een droge doorgang al gegeten, nu was het eindelijk tijd om uit te rusten. De winterse kou, onze natte lichamen, bedekt met slijk en weet ik veel wat nog allemaal en het urenlange gestap hadden ons allemaal uitgeput. Onze kleren zouden morgen ongetwijfeld stijf aan onze lichamen hangen door al het modder en de drek die er op gedroogd achter zou blijven. Manal vertelde Lazar dat ze het niet zou vergeten en ging dichterbij het vuur zitten toen ik Vladimir in de gaten kreeg. We hadden weinig gepraat opweg hiernaartoe maar Vladimir had sinds ons vertrek deze morgen bijna niets gezegd. Hooguit een paar zinnen als we hem iets vroegen of als het noodzakelijk was voor hem om zijn mond te openen. Terwijl de koningin der compassie en de koning der demonen hun thermoregulatie probeerde te stabiliseren besloot ik bij Vladimir te gaan zitten die zo ver mogelijk bij ons vandaan was gaan zitten. "Handig dat we het niet koud krijgen", zei ik om het gesprek te starten terwijl ik in kleermakerszit voor hem ging zitten. "Vampier zijn heeft zo zijn voordelen", liet hij wat afwezig weten. "Maakt dat ons koudbloedig", vroeg ik hem, misschien zou dat leerkrachten trekje van hem naar boven komen om vragen te willen beantwoorden. "Niet echt, we zouden warmte moeten opzoeken of kenmerken moeten vertonen van warmbloedigen", begon hij zijn uitleg "we hebben simpelweg geen lichaamstemperatuur meer. Ons lichaam is gestopt op een bepaald punt, sindsdien zoekt ons lichaam geen homeostatisch evenwicht meer. Er is daar geen reden toe, het evenwicht is vervallen." "Kun je homeostase uitleggen", vroeg ik nu. "Het proces waarbij organismen het inwendig milieu van chemische en fysische processen in evenwicht houden, ondanks veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt", citeerde hij mooi de definitieve die waarschijnlijk letterlijk zo in een medische encyclopedie stond. "Bestaat zoiets ook niet in de psychologie", vroeg ik mezelf af? "Waarschijnlijk steunt het op hetzelfde principe, daar heb ik wel weinig kennis over. Je kunt het zelf uitzoeken als we terug zijn", hoorde ik hem zeggen, hij deed wel weinig moeite om het gesprek gaande te houden. Deed ik net zoveel moeite, ging hij niet eens mee in op het onderwerp. "Je hebt gelijk, waarschijnlijk je mentale toestand die je in evenwicht moet houden", zei ik dan maar. "Ik weet wat je probeert Nora", verzuchtte hij na een lange stilte met enkel het knetterende vuur op de achtergrond. De zucht klonk niet echt alsof hij verveeld was door mij, hij ademde verslagen uit bij die woorden. "Wat dan", vroeg ik? "Dat weet je best", zei hij rustig zodat de andere het zeker niet zouden horen "je probeert of erachter te komen wat er speelt of je wilt mijn humeur opkrikken. Jou kennende doel je op het laatste maar heb je er geen problemen mee als ik het eerste aan je vertel." "Is het Liam", vroeg ik "ik zag jullie gisteren praten", verduidelijkte ik. "Met Liam ging het veel beter dan verwacht. Eerst was hij onwrikbaar in zijn woede, zo koppig als altijd maar toen hij hoorde dat jouw eeuwige wrok was veranderd in tijdelijke onverschilligheid besloot hij dat hij geen reden had om boos te blijven. Ik heb jou pijn gedaan, als jij mij niet haat kon hij zich daar ook niet toe zetten. We hebben wat bijgepraat, hij vertelde mij dat jullie vrienden zijn, daar ben ik blij om", kwam er over zijn lippen. "Ik ben ook blij dat jullie hebben gepraat, zelfs toen jullie elkaar zagen tijdens samenkomsten liepen jullie langs elkaar heen. Gelukkig hebben jullie nog de kans gekregen om het bij te leggen", liet ik weten. Daar was ik inderdaad erg blij om, dat de twee broers beter overweg konden met elkaar, dat ze elkaar tenminste spraken zonder een verwijtende en teleurgesteld blik in Liam's en een schuldbewuste en hopeloze blik in Vladimir's ogen. "Dat is een geluk waar ik dankbaar voor ben", liet hij weten. "Maar niet hetgeen dat je zo neerslachtig maakt", probeerde ik hem terug aan te sporen. "Niet datgene", knikte hij "ik ben beschaamd, de schaamte drukt op mijn ziel", bekende hij aarzelend. "Je hoeft niet te vertellen wat het is maar ik kan al raden door wiens aanwezigheid die gevoelens worden aangewakkerd", liet ik weten. "Zo dicht bij Lazar zijn maakt mij aan het denken over het verleden, ik heb dingen gedaan waar ik niet trots op ben", hoorde ik hem zeggen. Hij aarzelende nog steeds waardoor ik al wist dat hij niet veel verder zou gaan. "Je kan het de gloeiwormen vertellen, ze zullen het aan niemand doorvertellen", zei ik met een bemoedigende glimlach voor ik op stond en mij bij de andere neerzetten zodat hij het desnoods tegen de koude stenen achter zich kon vertellen. Schuldgevoel kende ik goed, Garcia had mij nog steeds in zijn klauwen en weigerde mij te laten gaan, ik voelde mij er af en toe nog steeds schuldig over. Zag ik hoe ze mij op missie stuurde om te moorden, hoe ik het deed.

Mijn ogen waren al zo lang gesloten en ik lag al zo lang stil dat ik misschien wel dood leek. Lazar en Manal sliepen al bij het vuur dat nog niet was uitgedoofd, ik lag wat verder weg maar voelde de warmte wel tegen mijn huid toen ik voetstappen hoorde. In paniek de andere wekken leek mij het beste maar ik vertrouwde mijn knuffelbeer dus bleef ik nog even liggen, zelfs toen de voetstappen vlak naast mij stopte deed het beertje niets. "Dank je", fluisterde Vladimir zijn stem zachtjes waarna hij terug weg wandelde. Ik hoorde hoe hij zich op de grond liet neer zakken en ging liggen. Natuurlijk deed de teddybeer niks, er was geen gevaar. Zonder te weten of hij bewust had gewacht tot ik sliep of juist wist dat ik nog wakker was viel ik op de harde ondergrond van de grot in slaap.

Continue Reading

You'll Also Like

191K 2.6K 43
hai ik ben nova ( noof) ik ben 21 jaar en woon nog bij mijn ouders voor mijn studie. ik woon in ameide. ik woon naast familie het lam die kennen jull...
876K 45.9K 76
MOMENTEEL HERSCHREVEN TOT CHAPTER 15. - Hoe zou ze nog verder kunnen met haar leven na een afschuwelijke, traumatische ervaring? Hoe zou ze überhaupt...
1.1M 17.3K 88
**VOLTOOID** "They say all good boys go to heaven, but bad boys brings heaven to you." Mijn eerste stap op het schoolplein van mijn nieuwe school is...