Hoofdstuk 82 - Yoru

3 2 0
                                    



Ik werd wakker van een beweging in het tentje. Het weke ochtendlicht scheen in mijn ogen. Tess duwde me tegen het tentdoek aan. De dauw had natte plekken in mijn kleding gemaakt. Voorzichtig draaide ik mijn hoofd in de richting van de beweging. Door mijn wimpers heen zag ik Cassandra met haar vingers door haar haren gaan.
Het licht dat door het tentdoek scheen zette alles in een oranje gloed.
Ik miste de relatief warme grot. De tent was krap en de kou kroop vanuit de grond omhoog om je tot op het bot te verkleumen en al je spieren te laten verkrampen.
Stilletjes verliet Cassandra de tent. Ik wilde weer in slaap vallen. Dromen van mooie plaatsen, andere werelden en zorgeloze dagen zonder verplichtingen.
Maar ik kon niet slapen. Ik was klaar en lag met wijd opengesperde ogen onder mijn deken.
Waar zou Cassandra heen zijn gegaan? Zou ze zijn gaan wandelen of alvast zijn begonnen aan het ontbijt? Zou ze naar de beek zijn gegaan voor water?
Ik zuchtte geërgerd. Waarom wilde ik dat weten? Cass mocht toch zelf weten wat ze deed? Ik mocht toch ook gewoon weg gaan? Of zou Kyo dat niet toelaten, als ik nu terugging? Hadden Cassandra en Tess me echt nodig of was dat gewoon een leugen? Ze wisten toch dat ik niets kon? Ik kon mezelf niet verdedigen.
Verdedigen? Mezelf verdedigen kon ik misschien leren.
Misschien kon Cassandra me daarbij wel helpen. Ik had haar zien trainen en ze kon volgens mij wel een aantal vechtsporten. Voorzichtig duwde ik Tess een beetje opzij zodat ik weg kon komen en verliet ik het krappe tentje.
Buiten haalde ik diep adem. De koude ochtendlucht vulde mijn longen en mijn blote voeten begroeven zich in de vochtige aarde. Langzaam raakten ze gevoelloos, maar het maakte me niet uit. Ik had het toch al koud.
Ik keek om me heen.
Cassandra was nergens te bekennen.
Uitkijkend waar ik mijn voeten zette liep ik naar de vuurplaats. Spike lag rustig - vastgebonden aan een haring - te slapen. Ik dacht terug aan gisteren. Tess had ons gered. De Tess, die eerst zo bang was geweest voor spirits, had een spirit een dienst bewezen.
Ik pakte een oud pao-broodje en nam er een hap van. Het brood was een beetje klef geworden door de avond buiten. Waar zou ik Cassandra kunnen vinden? Hoe zou ik haar kunnen vinden? Ik keek naar de machtige bomen. Als reuzen stegen ze op uit de grond.
Ik beet op mijn lip. Zou ik... zou ik Cassandra kunnen zoeken met mijn aardesturing? Ik keek om me heen. Ik wilde niet dat iemand me zag. Ik wilde niet dat ze zagen hoe ik de aarde manipuleerde, ermee speelde...
Ik wist niet of ik blij moest zijn met mijn sturing of niet. Meisjes hoorden niet te kunnen sturen. Ik hoorde niet te kunnen sturen. Maar eigenlijk maakte het allemaal niet meer uit. Iedereen wist nu dat ik kon sturen. Iedereen wist dat ik een monster was. Ik nam nog een hap van mijn pao-broodje en concentreerde me op mijn blote voeten op de aarde.
Ik focuste op de kleine bewegingen van de wortels van de bomen, de planten, de dieren. De kleine trillingen die ze veroorzaakten. Ik zag steeds meer en meer en meer en meer. Ik voelde elke beweging in het bos. Ik voelde de trillingen die Cassandra veroorzaakte als ze neerkwam. Ik zag.... ik zag Omashu.
Verschrikt struikelde ik achteruit. Ik wilde dit niet. Ik wilde dit niet voelen. Ik wilde niet weten waar alles was. Ik wilde niet elke stap van elk mens in Omashu voelen. Ik wilde die kracht niet, die macht.
Ik schudde mijn hoofd. Ik moest er niet aan denken. Gewoon doorgaan, er niet bij stil staan.
Ik begon te lopen. De met mos begroeide bomen stonden dicht op elkaar. Ze strekten hun armen majestueus uit alsof ze de zon met hun blaadjes gevangen wilden nemen. Alsof ze de sterren uit de lucht wilden stelen.
De blaadjes ritselden terwijl ik langs ze liep. Ik was bijna bij Cassandra. Achter deze rij bomen moest ze staan, maar ik hoorde bijna niets. Ze was zo stil tijdens haar trainingen.
Voorzichtig keek ik om de boom heen. Cassandra was er wel. Ze had een nieuwe, open plek gevonden.
Haar haren vlogen als in slowmotion achter haar lichaam aan door de lucht bij elke sprong, bij elke draai, bij elke schop. Het glansde een beetje meer dan eerder.
Ineens stopte ze met haar acrobatische bewegingen. Ze sjorde een beetje aan de repen stof rond haar polsen.
Dit was het moment. Als ik nu op haar afliep, zou ik haar gewoon op haar schouder kunnen tikken en vragen of ze me iets kon leren.
Langzaam verliet ik de veiligheid van de boom waar ik tegenaan stond en liep ik op haar af. Ze stond met haar rug naar me toe. Nog steeds geconcentreerd op de stof rond haar polsen. Zachtjes tikte ik op haar schouder.
Ze draaide zich met een ruk om. "Oh, Yoru! Wat doe je hier! Ik bedoel, ik verwachtte je niet te zien."
Ik zette een stap achteruit en keek Cassandra verschrikt aan. Misschien was dit toch niet zo'n goed idee. Het was echt stom om hier te komen. Ik kon mezelf wel slaan. Wat dacht ik toen ik hierheen kwam en Cassandra op haar schouder had getikt. Ik draaide me om en begon terug te lopen naar de veiligheid van de bomen.
"Wacht!" Cassandra's stem liet me weer omdraaien. "Wat kwam je doen?" Ze glimlachte.
Ik beet op mijn lip en zette weer een stap in haar richting. "Ik... ik wilde vragen of je me iets kon leren."
Cassandra richtte zich blij op. "Oh, natuurlijk! Wat was je vraag?" Ze keek me afwachtend aan.
Ik haalde even diep adem. Waarom was dit zo eng? Het was gewoon een vraag. Gewoon een vraag. "Zou je me misschien zelfverdediging kunnen leren?" Ik groef met mijn blote in de aarde tussen de kleine grassprietjes. Ik was vergeten om mijn schoenen aan te trekken.
"Zelfverdediging!" Cassandra klonk verbaasd. Was het toch een rare vraag? Had ik dat eerder moeten leren?
"Natuurlijk. Maar je kunt toch al heel goed aardesturen?" Ze keek me vragend aan.
Ik dacht even na. Ik kon een beetje aardesturen, ja, maar verder? Verder kon ik niets. Ik was van geen enkele waarde zonder mijn aardesturing.
Ik keek Cassandra uitdagend aan. "Ja, maar zonder de aardesturing kan ik niets en wat als er geen aarde in de buurt is, dan sta ik machteloos."
"Ik snap het." Cassandra lachte. "Ik vind het heel dapper dat je dat durft toe te geven. Veel stuurders geven niet toe dat er grenzen aan hun element zitten. Ik wist heel lang niet dat ik water kon sturen. Daarom deed ik vechtsport." Ze liet opnieuw een zachte lach horen. "Maar ik train nu nog steeds zonder water. Het is gewoon heel handig. Dus ja, natuurlijk wil ik je trainen."
Ze.. ze wilde me trainen. Ze wilde me iets leren! Er brak een lach op mijn gezicht door. "Echt? Dankjewel..." Ik keek Cassandra een paar seconden blij aan. "Waar moeten we beginnen?"
Ze verplaatste haar gewicht naar haar linkerbeen. "Kijk, ik denk dat het handig is dat je een bepaalde stijl vindt die je eigen is. Ik denk dat mijn vloeiende, snelle stijl met alle schoppen niet heel erg natuurlijk is voor jou." Ze schaafde met haar tanden over haar onderlip. "Ben je iemand die meestal ontwijkt, of liever blokt?"
Ik zoog mijn bovenlip naar binnen. "Ik... ik weet het niet." Ik wist het echt niet. Ontwijker of blokker?

Verbonden {VOLTOOID}Where stories live. Discover now