Hoofdstuk 39 - Cassandra

4 3 0
                                    



Tess' tuin bleek een achterpoort te hebben. Heel voorzichtig opende ze de aanstootgevend luid krakende poort en liep op haar tenen naar binnen. Het grind knerste toen Storm per ongeluk vergat op het gras te lopen en zijn lompe voeten op het pad zette, maar niemand leek het te horen. Het was zo donker dat ik bang was dat ik over iets zou struikelen. Een steen, of een tak. Bij elke stap tilde ik mijn been zorgvuldig op.

Stilletjes liepen we door de kale tuin naar de achterdeur van het huis. Ernaast was een buitentrap die naar de eerste verdieping liep. De houten buitentrap kraakte ook, maar het huis was nog steeds stil en donker.

Tess opende de deur naar de eerste verdieping en ineens overspoelde licht het kleine platform waar we stonden. Ik zag dat de trap nog hoger ging, maar het was nu niet de tijd om te gaan ontdekken. We liepen de gang in die ik zo herkende van eerder vandaag. Tess opende haastig de deur naar haar kamer en duwde ons naar binnen. "Vlug, voordat de huishoudster jullie ziet."

Even stonden we in het donker. Tess maakte een vlam in haar hand en stommelde in het flakkerende, roodachtige licht rond op zoek naar een lamp. "Hebbes," mompelde ze en ze stak hem aan. Ineens was de kamer vervuld met warm licht.

Storm moest grijnzen toen hij de ravage op de grond van de kamer zag. "Nog altijd even rommelig."

"Hou jij maar effe je mond," zei Tess bot. Ze schoof met haar voet boeken en kleding opzij en liep naar haar kast. "Sorry, maar ik heb alleen yogamatjes waarop jullie kunnen slapen. Die trouwens nog nooit zijn gebruikt. Gekregen van tante Xilian." Ze trok een gezicht. "Ze had me beter nog een dummy kunnen geven."

Ik keek naar de geblakerde, met roet bedekte dummy die middenin haar kamer stond. "Ik zie wat je bedoelt. Maar Kyo en ik hebben onze eigen matjes bij ons."

"Nou, dan moet alleen Storm op een yogamatje," zei Tess vrolijk. Ze keek Storm vol leedvermaak aan. Hij gromde iets en nam met zijn grote handen het dunne yogamatje aan. "Hier pas ik nog niet eens op."

"Wil je mijn matje?" bood ik aan. "Ik ben kleiner."

"Nee joh, hoeft niet." Hij glimlachte. "Ik red me wel."

"Weet je het heel zeker? Het kan mij echt niets schelen waarop ik slaap."

"Cass," zei Kyo geïrriteerd. "Ga niet de goede persoon uithangen."

Ik keek hem gekwetst aan. "Ik bied alleen mijn hulp aan!"

"Jij bent niet gewend aan zulke matjes en je vindt het wel vervelend," zei Kyo hooghartig.

"Nee, dat vind ik dus niet. Serieus niet!" Ik keek hem smekend aan. Waarom geloofde hij me niet? Ik vond de vriendschap met een persoon duizend keer belangrijker dan een dikker matje.

Kyo schudde zijn hoofd alsof hij medelijden had met mijn waanzin. "Denk je, prinsesje? Ik kan me niet voorstellen dat jij, na al die jaren luxe..."

Ik drukte woest mijn nagels in mijn handpalmen, de tranen tegenhoudend. Dat was zo gemeen! Waarom moest hij me telkens herinneren aan Yang en Nian? Het was echt geen paradijs geweest! Waarom zei hij dat soort dingen? Merkte hij gewoon niet dat het kwetsend was of deed hij het expres? Vlug draaide ik me om zodat niemand mijn van woede en schaamte trillende lippen kon zien en haalde diep adem. Ik mocht niet huilen voor hen. Waarom huilde ik om zoiets kleins? Ik was gewoon te gevoelig. Ik haalde nog eens diep adem en de tranen verdwenen weer.

Verbonden {VOLTOOID}Kde žijí příběhy. Začni objevovat