Hoofdstuk 55 - Yoru

5 3 0
                                    

Absquatulate; weggaan zonder gedag te zeggen

"Yoru?"
Ik kreunde en probeerde mijn ogen te openen, maar toen het eenmaal gelukt was kneep ik ze zo snel mogelijk weer dicht. Mijn ogen begonnen te tranen door het pijnlijk felle zonlicht.
"Yoru?" Iemand schudde me hardhandig heen en weer. 
Ik deed nog een poging om mijn ogen open te krijgen en te houden. Er was iets dat tussen mij en de zon hing, waardoor ik er niet meer recht inkeek. Mijn beeld werd scherper en ik zag dat het Emi's gezicht was wat ervoor zorgde dat ik niet in de zon kon kijken.
Emi deinsde achteruit. "Ze is wakker!"
Ik keek verbaasd op en probeerde overeind te komen, maar een enorme pijnscheut schoot door mijn lichaam. Met mijn hand schoot ik naar de plek en ik viel op de grond wat nog een pijnscheut veroorzaakte. Langzaam kwamen de herinneringen aan de ontsnapping terug. De ontsnapping zelf, vader en zijn poging om Kyofu te vermoorden.
"Blijf liggen!" snauwde Emi ineens fel.
Wat was er aan de hand? Waarom moest ik blijven liggen? Waarom was ze zo boos?
"Maar..." Ik kreunde en probeerde opnieuw om overeind te gaan zitten, mijn lichaam protesteerde hevig.
"Blijf liggen zei ik!" schreeuwde Emi hysterisch.
Ik keek op. "Emi... wat is er aan de hand?" Ik werd een beetje bang van haar gedrag.
Emi greep een afgebroken tak van de grond en hield hem dreigend voor mijn gezicht. "Blijf waar je bent, spirit! Je gaat ons niet voor de gek houden met je sluwe spelletjes!"
Ik probeerde achteruit te kruipen. Tranen begonnen te branden in mijn ogen. "Maar... maar ik ben geen spirit..." Geschokt keek ik naar Emi. Ik was geen spirit, toch? Ik was niet kwaadaardig... Ik wilde niemand kwaad doen!
"Probeer ons dat maar wijs te maken!" gromde Aiko. "We hebben gezien wat je hebt aangericht, spirit! Ga terug naar de spiritworld!" Waarom was Aiko er? Had hij nadat ik het bewustzijn had verloren zich aangesloten bij Emi en Kyofu?
"Ja, we hebben je ware aard gezien, die kan je niet voor eeuwig blijven onderdrukken!" vulde Emi hem aan.
Wat had ik aangericht? Wat... wat probeerde ik ze wijs te maken? Ik was toch geen spirit? Wat was mijn ware aard?
"Ik... het spijt me..." paniekerig zocht ik naar steun, geloof, antwoorden? Ik wist het niet meer. Ik wilde niet dat ze boos op me waren, dat ze me verafschuwden. Ik wilde niet slecht zijn. Mijn ogen vonden die van Kyofu. Hij stond een paar meter bij me vandaan als aan de grond genageld te kijken. Zijn ogen stonden hard. Ik had hem nog nooit zo gevoelloos zien kijken. Haatte... haatte hij me ook?
Ik kon de tranen niet meer tegenhouden en ze stroomden in een stortvloed over mijn wangen. Dacht hij... dacht hij ook dat ik een monster was? Haatte hij me nu? Ik verborg mijn gezicht in mijn handen.
"Kyofu, ga niet naar dat mormel toe! Straks doet ze je wat aan!" riep Emi vinnig.
Ik keek voorzichtig door mijn vingers heen. Kyofu knielde bij me neer en ik begon nog harder te huilen. Zou ik hem wat aan doen? Was ik gevaarlijk? Moest Kyofu bij me uit de buurt blijven? Kyofu pakte me vast en hees me een stukje omhoog zodat ik tegen hem aan kon leunen. Was ik echt zo slecht? Moest ik hem wegduwen zodat ik hem niks aan zou kunnen doen? Zou ik Kyofu wat aandoen? Zou ik hem pijn doen? Was ik echt een vreselijk mormel, dat iemand anders iets aan zou doen?
Aiko keek Kyofu met grote ogen aan. "Je bent een dwaas! Je bent... ze heeft je betoverd!" schreeuwde hij, maar Kyofu bleef koppig zitten en trok me alleen maar dichter tegen zich aan. Was Kyofu een dwaas? Had ik... had ik hem betoverd?
"Dan blijf je hier, als het zo nodig moet. Maar het is zelfmoord," bitste Emi fel. "Je ziet het nog wel. Maar wij gaan zo snel mogelijk weg van dat monster!" Ze draaide zich om en sleurde Aiko mee.
Ik beet op mijn lip en ging nog harder huilen. Was ik een monster? Was het zelfmoord als Kyofu bij me bleef? "Waarom... waarom haten ze me?" Ik voelde me zo stom en afgrijselijk.
Het bleef even stil. Ik wist niet waarom Kyofu niet meteen antwoord gaf.
Ik voelde hoe hij zijn longen volzoog met lucht. "Omdat... toen je daar van de marmeren trap op het binnenplein afrolde..." Kyofu slikte en begon opnieuw. "We renden naar je toe, maar we konden al wel zien dat je niet oké was en... en je lag daar maar en je bewoog je niet en ik pakte je gezicht vast en draaide het naar me toe en je keek me aan en... en... en ik dacht dat je dood ging." Tranen rolden over Kyofu's wangen. Had ik hem pijn gedaan? Ik veegde de tranen uit mijn ogen en sloeg mijn armen om hem heen. Iets hield mijn huid bij elkaar en het trok pijnlijk strak, maar het maakte me niet uit. Het maakte niet uit wat ik voelde.
Kyofu herpakte zich."Ik... ik dacht dat ik je zou verliezen. Dat je het niet ging... het niet ging overleven. Maar toen gebeurde er iets vreemds. Je zei ineens dat je inderdaad nog niet weg kon gaan, en je ogen. Je ogen, ze begonnen te gloeien en er vormde zich een vreemd teken op je borst. Je kwam omhoog en de grond begon te trillen. Het was heel eng, ik wist niet wat er gebeurde. Je leek wel bezeten."
Ik keek Kyofu met grote ogen aan. Mijn ogen waren gaan gloeien? En wat was het voor teken geweest?
"Toen je weer bewusteloos op de grond lag, zei Emi dat we je achter moesten laten. Ze zei dat je... dat je bezeten werd door een kwaadaardige spirit." Kyofu stopte en wreef de tranen uit zijn ogen.
"Denk jij ook dat ik... dat ik bezeten word?" vroeg ik angstig. Wat als hij ook dacht dat ik een monster was? Was ik een monster?
"Nee, ik denk het niet," zei hij standvastig.
"Hoe... hoe weet je dat?" Ik keek op.
"Ik weet het niet. Ik weet het gewoon." Kyofu keek me doordringend aan. Voorzichtig knikte ik. Ik geloofde hem niet helemaal, maar ik wist niet zo goed meer wat ik moest geloven. Er was me ook verteld dat vaders nooit hun eigen kinderen pijn kunnen doen, maar het tegendeel was bewezen. Hij had Kyofu twee keer bijna de dood in gejaagd met zijn acties en Emi... Emi had ons geholpen en was aardig geweest, maar nu was ze weg gegaan.
Ik haalde rillerig adem en keek onder mijn tuniek. Een slordig en bebloed verband bedekte mijn huid. "Wil je me helpen?" Ik moest de wond schoonmaken, anders ging hij ontsteken en dan zou ik het sowieso niet overleven.
Kyofu knikte en stond op. Hij trok me met moeite overeind, maar toen ik eenmaal stond begon de hele wereld te draaien. Kyofu had me los gelaten, maar ik greep hem meteen weer vast om niet om te vallen.
Kyofu pakte me weer vast. "Gaat het wel?"
Ik duwde hem van me af. Ik moest dit zelf kunnen. "Ja.. ja, het gaat." Maar het ging niet. De zwarte vlekken kwamen terug en ik viel langzaam weg.
"Yoru!" schreeuwde Kyofu gedempt. Ik probeerde te antwoorden, maar het lukte niet.

Verbonden {VOLTOOID}Where stories live. Discover now