Hoofdstuk 68 - Yoru

3 2 0
                                    

Tess hield een struik voor ons opzij zodat we makkelijk het kamp in konden lopen. De dorre plantjes knisperden onder onze voeten. Een minuscuul beetje rook steeg op van de vuurplaats in het midden van het kamp. Er hing een ketel boven, dezelfde ketel als in mijn visioen van de onweersbui. Kleine zonnestralen piepten door de bruine bladeren van de bomen heen en vielen op de rode en de gele tent.
Cassandra rommelde wat in een tas en haalde er twee kleedjes uit. "Maak je gemakkelijk." Mijn voeten waren ineens heel interessant. Ik durfde haar niet aan te kijken, bang voor bestraffende blikken.
"Wie... Cassandra?" klonk er plotseling.
Even won mijn nieuwsgierigheid het van de angst en keek ik op. Het was de leider van het groepje, Kyo. Achter hem stond de reus met het zwarte haar. Zijn huid was lichter dan die van Kyo, zijn ogen waren groot en bruin. Hij had lange donkere wimpers en donkere wenkbrauwen. Bijna alles aan zijn uiterlijk was donker, behalve dan zijn huid.
Tess greep mijn hand en trok hem hardhandig omhoog. "Dit is Yoru."
Ik trok me los uit haar greep en zette vlug een paar stappen bij haar uit de buurt. Ik wilde niet dat ze me aanraakte.
"Wacht wacht wacht, de dochter van Shu?" vroeg Kyo verbaasd.
"Jep. Ze heeft visioenen van Cassandra en mij gehad. En die boze is Kyofu. De dode Kyofu, mag ik wel toevoegen," grinnikte Tess.
"Dood? Hoezo?" De jongen met het gladde zwarte haar liep op Kyofu af. "Hij ziet er behoorlijk levend uit."
"Precies! En daarom gaan ze het ons nu uitleggen. Kyofu, Yoru, zit," zei Tess dwingend. Ik hoorde Kyofu geërgerd zuchtten. Ik keek Cassandra even aan voor ik op het één van de kleedjes ging zitten. De verwijtende blik waar ik zo bang voor was geweest was er niet. Alleen twee diepblauwe ogen.
Cassandra ging naast het vuur zitten.
"Kyofu, hm?" Kyo schudde langzaam zijn hoofd. "Moest je naam nou echt lijken op die van mij?"
Tess begon zachtjes te lachen en de jongen met het zwarte haar - waar ik nog steeds de naam niet van wist - leek door haar aangestoken te worden. Ik drukte mijn lippen stevig op elkaar.
De jongen met de bruine puppy-ogen haalde zijn schouders op. "Wat wil je eraan doen?" Kyo leek een besluit te hebben genomen. "Vanaf nu is het Fu," zei hij standvastig.
"Maar..." wilde Kyofu ertegenin brengen.
"Fu is een mooie bijnaam. In de oude Vuurtaal betekent het geluk en voorspoed," begon Cassandra ineens.
Kyofu wisselde een blik met me uit en ik knikte bevestigend. We konden maar beter naar ze luisteren.
Kyo liep glimlachend op ons af. "In ieder geval. Ik ben Kyo." Hij stak zijn hand naar me uit. Ik wilde hem helemaal geen hand geven. Ik wilde niet dat hij me aanraakte. Ik wilde niet dat iemand uit dit kamp me aanraakte.
Tess kon haar lach blijkbaar niet inhouden en proestte het uit. De jongen met het zwarte haar begon wild te bewegen in een poging haar duidelijk te maken dat ze dat niet moest doen, maar hierdoor begon ze alleen maar harder en harder te lachen tot ze dubbelklapte en over de grond begon te rollen. De jongen drukte zijn hand voor zijn mond om niet ook te gaan lachen, maar lang hield hij het niet vol en viel hij ook huilend van het lachen op de grond.
Cassandra drukte ook haar hand voor haar mond om haar glimlach te verbergen en Kyo keek het stel woest aan.
Ik voelde me wel een klein beetje schuldig. Had ik hem dan toch een hand moeten geven? "Geen hand, prima," zei Kyo onaangedaan. Tess krabbelde nog nalachend overeind en begroef haar gezicht in haar handen.
"Sorry, ze zijn niet altijd zo," zei Cassandra monotoon. Ze was weer de kalmte zelf alsof ze nooit boos was geworden.
Ik gaf geen antwoord. Cassandra pakte de theepot die naast haar stond en stopte er water in met haar sturing.
Snel wierp ik een blik opzij. Kyofu staarde haar bijna met open mond aan.
Cassandra glimlachte klein. "Tess? Thee?" Ze hing de theepot boven het vuur.
Tess stuurde een klein vlammetje op de half verkoolde houtjes af, griste een paar bakjes mee en plofte naast Cassandra op de grond. "Gezellig! Nou, vertel."
Ik keek haar met loden ogen aan. Het was vermoeiend om me de hele tijd in te leven in andere mensen. "Waarom beginnen jullie niet?" zei Kyofu bits.
Kyo keek hem koel aan. "Oh, het lijkt me het beste als jullie beginnen met vertellen."
"Nou, wat wil je weten?" Kyofu was geërgerd. Hij had hier duidelijk geen zin in.
"Waarom jullie niet thuis zijn bij jullie lieve vader in jullie rijke paleisje," zei Kyo bot. Alsof hij het ons kwalijk nam dat we bij vader waren opgegroeid.
"We... we zijn ontsnapt," stamelde ik.
"Ontsnapt? Waarom dan? Jullie hadden toch alles? Rijkdom, goede ouders..." Tess wist duidelijk niet hoe onze jeugd eruit had gezien, maar ik nam het haar niet kwalijk. Niemand had het doorgehad of ze knepen gewoon hun ogen dicht.
"Ze hadden geen goede ouders," zei Cassandra plotseling. "Geen van ons heeft dat gehad! Behalve Kyo misschien."
"Mijn stiefmoeder, Judi, mishandelde ons en vader sloeg ons. Hij zei dat ik misvormd en... en nutteloos was, dat ik beter niet geboren kon zijn. En daarom had hij me laten trouwen... me uitgehuwelijkt..." Mijn stem haperde en ik kwam niet meer verder. Het was pijnlijk om erover te praten.
"En in het kort, Yoru wilde niet trouwen en ik wilde niet dat ze trouwde en we... we..." Kyofu inhaleerde diep. "We haten vader en Judi, dus zijn we gevlucht."
Moest ik Judi en vader ook haten? Waren ze slecht? Was ik dan goed of was ik ook slecht? Waar zat de lijn?
"O." Tess' ogen waren groot en ze maakte haar gezicht heel erg lang. Ze had het duidelijk niet verwacht.
De jongen zonder naam wreef nadenkend over zijn kin. "En Fu dan? Hoe bedoel je, dood, Tess?"
Tess haalde haar schouders op en richtte haar blik op Cassandra.
Ze streek haar kimono glad. "Toen ik nog prinses was, ben ik met mijn broertje Yuuga en mijn ouders op bezoek gegaan bij Yoru's familie... Voor de begrafenis van Kyofu."
Het bleef even stil. Ik kon de wind door de bomen horen waaien en droge bladeren tegen elkaar botsen.
Cassandra zoog op haar lip. "Yoru vertelde me iets over dat Fu tegen de wil van vader was ingegaan. Meer kregen we nooit te weten. Het was allemaal heel vaag."
Snel keek ik opzij voor steun, maar Kyofu schudde alleen zijn hoofd. Dit moest ik zelf doen. Raspend haalde ik adem. "Kyofu was op reis, mee met vader en Judi. Na de Waternatie- vergadering stond hij op tegen vader. Ze... ze kregen ruzie... over vrouwen. Kyofu vond..." Ik wreef in mijn ogen. Ik wilde alles het liefst vergeten. "Hij... hij vond dat vrouwen en mannen gelijk waren. Toen sloeg vader Kyofu, hij sloeg hem bijna dood..."
Kyofu keek ineens heel geïnteresseerd naar een bruin plukje gras.
"Ik dacht eerst ook dat Kyofu dood was. Dat vertelden vader en Judi ons. Toen vond ik hem in een donkere kamer, gewond en bijna niet meer in leven. Vader had hem willen wissen van het echte leven, hij had gewild dat de mensen nooit meer de beschamende mening van zijn zoon zouden horen. Sindsdien is Kyofu altijd verstopt in het paleis gebleven, en ik heb voor hem gezorgd en hem weg van vader gehouden." Ik voelde woede, woede dat Cassandra me had verweten dat ik haar had voorgelogen.
"Dat terzijde," onderbrak Kyofu mijn stroom van gedachten. "Wat wilden jullie ons vertellen? Waarom is het zo belangrijk dat we met jullie meegaan?"
"Nou, kijk," begon Kyo. "Jij en Fu hebben vast gemerkt dat Yoru's aardestuurkrachten bijzonder zijn, of niet?" Eigenlijk was het geen vraag en hij ging meteen door. "Zoals jouw visioenen, Yoru, bevestigen, hebben jij en Tess en Cassandra een speciale band. Dat is niet zomaar. Maar... Laat ik beginnen met een verhaaltje."
Ik voelde me totaal niet op mijn gemak, maar geïnteresseerd bleef ik luisteren.
Kyo schraapte zijn keel. "Er was er eens een avatar uit de Luchtnatie. Hij was vredelievend en hielp de mensen en spirits op aarde. Het was een periode van vrede, van economische bloei. Maar zoals iedereen die het goed heeft, wilden sommige mensen meer en meer.
De machtigste daarvan, Yang Lao van de Waternatie, besloot een complot te smeden. Hij riep zijn vrienden, Shu Feng en Lee Chan, bij elkaar en vormde een driemanschap." Verbaasd opende ik mijn mond.
Kyo stak zijn hand op. "Samen besloten ze dat ze de wereld voor zichzelf wilden hebben. Daarvoor zouden ze de vrede moeten doorbreken die de avatar zo fel beschermde. Ze zouden de avatar moeten doden.
Ze wisten dat de avatar, als ze hem doodden, gewoon weer zou reïncarneren. Er was echter een manier om de avatarcyclus te doorbreken. Dus, bij een vergadering in de Waternatie, doodden Yang, Shu en Lee de avatar in de avatar state, als zijn ogen gloeiden en hij de krachten van alle avatars voor hem kreeg. Dit was nog nooit iemand gelukt. En de avatar reïncarneerde niet."
Kyo leunde achterover. Blijkbaar moest hij even nadenken hoe hij de rest het beste kon verwoorden. "De avatar had een vrouw, Tashi, die een drieling had. De baby's waren drie jaar oud toen hun vader stierf. Tashi doorzocht de hele wereld naar haar man, maar niemand wist wat er was gebeurd. Toen ze terug kwam, begonnen de drie baby's vreemd gedrag te vertonen. Eerst waren ze luchtstuurders geweest, maar nu begon de ene ineens ook water te sturen, de ander aarde, de ander vuur. Tashi was buiten de avatar nog nooit iemand tegengekomen die meerdere elementen kon sturen. Ze ging naar een wijze spirit voor raad: de Moeder der Gezichten.
Tashi was bang dat de mensen die haar man hadden gedood, ook zouden komen voor de kinderen. Want de kinderen waren bijzonder en zouden later heel machtig worden. Ze smeekte de spirit om haar kinderen te veranderen, ze een nieuw gezicht te geven.
De spirit weigerde echter. "Deze kinderen zullen later de balans in de wereld herstellen. Het zal hen veel kosten, maar het is hun lot," sprak ze. "Maar ik kan zorgen dat ze tot hun vijftiende veilig zijn."
De spirit gaf Tashi een drankje. Dat zou de herinneringen die de kinderen hadden aan haar en de Luchtnatie wissen en bovendien hun krachten verborgen houden tot hun vijftiende."
Geschokt staarde ik Kyo aan. Kon dit? Was dit mogelijk?
Kyofu keek hem verontwaardigd aan. "Je wil zeggen dat Yoru, Tess en Cassandra die drieling zijn? Dat is onzin. Yoru is nog niet eens vijftien en ze kan gewoon aardesturen. En Shu is misschien hebberig, maar is werelddominantie niet een beetje boven hem?" Langzaam knikte ik. Het was wel een beetje vergezocht. "Het kan niet waar zijn."
"Het is waar," zei Storm bot. "Het past precies. Jullie visioenen, waarom jullie zo goed kunnen sturen. Jullie zijn de kinderen van de avatar. Een drieling. En jullie zijn door Tashi naar jullie pleegouders gebracht. Nu is Kyo gekomen om jullie op te halen vóór jullie vijftiende."
"Het drankje heeft alleen niet zo goed gewerkt." Tess trok een vies gezicht. "Een spirit van niks. Ik bedoel, ik kon al sturen op mijn zesde! En we weten niet waarom Tashi ons precies bij de moordenaars van onze vader heeft gezet."
"Maar we nodigen jullie uit om dat samen met ons in de Luchtnatie te gaan ontdekken!" riep Storm enthousiast. "We hebben je nodig, Yoru. Samen met Cass en Tess heb je de kans om de wereld te verbeteren, Yang Lao en je vader te verslaan en de balans terug te brengen."
Ik wisselde een blik uit met Kyofu en haalde diep adem. "Wat hebben we te verliezen?" probeerde ik hem te zeggen. Bijna onmerkbaar knikte hij naar me.
"Welkom bij ons team!" riep Tess vrolijk.

Verbonden {VOLTOOID}Where stories live. Discover now