Hoofdstuk 30 - Cassandra

8 3 0
                                    

Kopfkino; Het uitspelen van een compleet scenario in je hoofd

Het was midden in de nacht. Ik kon niet slapen. De beelden van de herinneringen spookten door mijn hoofd, me telkens wakker houdend.

Stilletjes ging ik rechtop zitten. Mijn blote voeten landden zacht op de houten vloer toen ik uit de hangmat sprong. Het was ongewoon licht door de bijna volle maan. Het pure witte licht viel naar binnen door de patrijspoorten en liet een cirkel van licht achter op de vloer. Alles zag er anders uit.

We lagen voor anker, dicht bij een Vuurnatie-eiland waarvan de naam niet op de kaart stond. Volgens de kaart waren we al bijna bij het grootste stuk land van de Vuurnatie waarop Tess woonde. Ik had er zin in, maar ook niet. Hoeveel pijnlijke waarheden zouden nog aan het licht gebracht worden? En stel dat zij en ik niet met elkaar konden opschieten?

Ik liep naar de patrijspoort en staarde naar buiten. De golven sloegen zacht tegen de boot aan. De hele zee glinsterde door het maanlicht.

Ik liet mijn ingehouden adem ontsnappen en ontspande. Nooit alleen zijn, het slurpte mijn energie op. Hoe leuk Kyo ook was, zijn met hem was vermoeiend. Nu ik alleen was merkte ik pas hoe fijn het was om even in mijn eentje te zijn. Als ik niet het gevoel had dat alles wat ik deed door iemand anders beoordeeld werd.

Dus volgens hem stuurde ik mechanisch. Volgens hem moest ik meer emotie erachter leggen.

Ik kan het niet, dacht ik. Ik kan het wel, maar ik kan mijn emoties niet loslaten. Ik mag de controle niet verliezen.

Als Kyo er nou was als ik de controle opgaf, zou hij dan zorgen dat ik niets stoms deed?

Misschien. Waarschijnlijk wel. Mijn intuïtie zei dat hij te vertrouwen was. Intuïtie die nog nooit fout had gezeten. Intuïtie die dwars door edelen heen kon kijken en zag wat hen dreef.

Maar ik had die intuïtie gebruikt voor manipulatie.

Ik steunde op mijn ellebogen en drukte mijn voorhoofd tegen het raam. Wat als ik slecht was? Wat als ik eigenlijk slecht was, maar het niet doorhad? Manipulatie ging me zo makkelijk af. Een vriendelijk woord, een kleine opoffering, het ging allemaal zo makkelijk. Mensen vertrouwden me om die dingen, maar wisten zij hoe weinig moeite het me kostte?

Het voelde alsof ik de spot met het goede dreef, al wist ik dat het irrationeel was. Ik was niet slecht. Ik deed veel goede dingen, constant en voor iedereen. Wie het ook was. Zelfs mijn ergste vijanden, die ik het liefst brandend in de hel zou zien, hielp ik met een glimlach op mijn gezicht. Omdat ik het gevoel had dat ik anders, als ik ze niet hielp, nog slechter was. Maar dan voelde ik me weer nep. Het was een vicieuze cirkel.

Het voelde alsof ik al die complimenten van mensen niet verdiende. Al die complimenten over mijn vriendelijkheid, eerlijkheid, behulpzaamheid, onschuldigheid. Waarom zagen ze niet dat ik niet perfect was? Waarom zagen ze niet dat ik niet onschuldig was?

Waarom zagen ze niet dat ik alles, de donkerste paadjes in mijn brein, volledig kende?

En waarom moest ik alles zo analyseren? Anders had ik me dit nooit beseft.

Bewustzijn was een vloek. Ik wist dat ik net zoveel potentie voor slechtheid had. Wat als ik een dag wakker werd en me realiseerde dat ik altijd al slecht was geweest?

Ik verborg mijn gezicht in mijn handen. Stop, Cassandra. Je gedachten vermoorden je nog eens.

Blijf gewoon aardig. Doe de dingen die je gelooft die goed zijn. Help mensen, maak de wereld beter. Je hebt nooit moeite gehad met goede dingen doen.

Maar wat als ik die vriendelijke woorden niet allemaal meende en dat me eigenlijk weinig kon schelen?

Als ik tegen mijn persoonlijke gevoelens over een persoon inging om hem te helpen, was dat goed, toch? Alles voor het grote doel?

Maar waarom ging het me dan zo makkelijk af? Deed ik het alleen om mijn eigen schuldgevoel over mijn haatgevoelens te verlichten, voor de waardering van anderen? Of om mensen afhankelijk van me te maken?

Moedeloos kwam ik overeind. Misschien kon ik even naar buiten, het dek op. Ik liep naar de deur van de kajuit en merkte dat hij openstond.

Vreemd. Kyo deed altijd de deur op slot in de avond.

Het dek deinde zachtjes op en neer. Ik tuurde door de deur en zag hem plotseling staan bij de reling.

Het enige wat ik zag was zijn gebogen rug en de achterkant van zijn hoofd, waar het haar zo schattig overeind stond. Zijn handen omklemden de reling zo hard dat ik zelfs in het maanlicht kon zien dat de knokkels wit waren.

Ik was in dubio. Ging ik iets zeggen, of niet? Had hij me gezien? Waarschijnlijk niet. Hij leek in gedachten verzonken.

Wat zou ik moeten zeggen? Het zou sowieso ongemakkelijk worden. Ging ik, of ging ik niet?
Oh help, straks zou ik een dramatisch gesprek met hem moeten voeren over waarom we nog wakker waren. Ik kon me het gesprek al voorstellen:

"Hey, Kyo."

Kyo schrok zich dood en keek me verwilderd aan. "Spirits, Cass, wat doe jij hier?" Gevolg 1: Kyo zou chagrijnig zijn omdat ik hem liet schrikken.

"Ik was ook wakker." Gevolg 2: Dat zou een te toevallige waarheid die hem waarschijnlijk vreemd voor zou komen. Alsof ik hem stalkte.

"De zee is mooi vanavond."

"Ja, de lucht ook."

"De maan is echt heel erg fel."

"Ja hé." Gevolg 3: Een ongemakkelijke stilte waarin niemand iets wist te zeggen.

"Kon jij ook niet slapen? Waar dacht je aan?"

"Oh, gewoon dat jij me behoorlijk kwetste met je mechanische watersturing, ik constant de doodskreet van die vrouw door mijn hoofd heb spoken, ik boos ben op mezelf omdat ik huilde voor jou en omdat ik me enorme zorgen maak dat ik een slecht persoon ben maar het gewoon niet doorheb. Oh ja, en dat ik gemeen en manipulatief kan zijn. Je weet wel, het gewoonlijke."

Nee, dat ging hem niet worden.

Ik zuchtte onhoorbaar en stond zo stil mogelijk op. Met een laatste, verlangende blik naar Kyo liep ik zachtjes terug naar mijn kamer, als de dood dat er een vloerplank piepte. Vlug schoot ik terug de kamer in en rende naar mijn hangmat. Het was tijd om te gaan slapen.

Verbonden {VOLTOOID}Where stories live. Discover now