Hoofdstuk 77 - Cassandra

5 2 0
                                    



"Het voelt geweldig om weer onderweg te zijn," fluisterde Storm. Ik knikte met glanzende ogen.

Het weer was mooi, de zon viel in gouden stralen door de bomen en er hing een afwachtende stilte. Een stilte die geheimen verborgen leek te houden, een stilte die wachtte op de verrassingen die ons tegemoet stonden in onze reis naar de Zuidelijke Luchttempel.

Ik stapte op wortels en dennennaalden, af en toe bijna mijn enkel zwikkend over een scherpe steen. Ik kon de hele textuur van de aarde door mijn dunne schoentjes voelen. Ik keek even opzij naar Yoru, wier ogen op de grond gefocust waren. Zou ze met haar aardesturing elke stap die ik zette kunnen voelen? Elke dennenappel die op de grond viel?

Spike blafte en dartelde rond Kyo's voeten. Hij leek meteen al zijn tweede liefde te hebben gevonden bij Kyo. Een liefde die geheel niet wederzijds was.

Kyo bleef stug doorlopen terwijl Spike naar zijn enkels hapte. Uiteindelijk beet Spike zich vast en bleef uitdagend hangen. Kyo schudde woest met zijn voet waardoor Spike heen en weer slingerde. "Tess, hou dat beest bij je! Wat had ik nou gezegd?" Hij haalde met zijn voet uit naar Spike, die vrolijk wegsprong en Kyo met grote ogen bleef aankijken.

Tess sloeg Kyo's arm bliksemsnel en keek hem beledigd aan. "Niet doen! Dierenbeul!" Ze bukte zich en tilde Spike op. "Wat een stomme jongen, hè Spikey?"

Spike bleef Kyo koppig met een kleffe blik vol adoratie aankijken. Kyo gromde en ging naast Storm lopen. Ik kon mijn glimlach niet verbergen.

We hadden de beer die de natuur verwoestte al dagen niet gezien, niet gezien sinds mijn aanvaring met de spirit, waarbij mijn arm was verwond. Ik merkte dat ik me licht onrustig voelde. Zou het monster nog steeds ergens in de struiken verborgen zitten, klaar om ons allemaal te vermoorden?

"Zijn jullie misschien een grote, woeste beer tegengekomen?" hoorde ik Kyo precies op dat moment zeggen tegen Yoru en Fu, die de hele tijd al stiller dan normaal waren, voor zover dat mogelijk was. Kyo's ogen namen Yoru en Fu aandachtig op.

Fu trok een gezicht vol afkeer. "Nou..."
Hij wisselde een blik met Yoru uit. Kunnen we dit vertellen? Ze haalde haar schouders op en zei zacht: "Vertel maar, Fu."

Fu trok geïrriteerd zijn schouders op. Met een zucht zei hij: "We waren net ontsnapt. Yoru was gewond en we waren... op de vlucht voor onze... mijn vader."

Gewond? Yoru? Wanneer was dat gebeurd? Ik probeerde haar blik te vangen, maar ze keek naar de grond. Tess stootte me aan. "Gewond?"

"Shh," fluisterde ik terug.

Fu ging onverstoord door. "Ik was Yoru's wond aan het verzorgen. Toen kwam er een soort monster uit de struiken, een enorme beer met rode ogen. Yoru stuurde de aarde onder ons en zo wisten we net te ontsnappen." Hij rilde. "Ik denk dat het een spirit was."

"Mm, dat klopt," zei ik bedachtzaam. "Een gevaarlijke ook. Ik ben hem ook tegengekomen toen ik aan het trainen was. Hij heeft mijn arm aan flarden gescheurd, maar verder ben ik er goed vanaf gekomen. Hij paralyseerde me, hij bewolkte mijn gedachten. Geen normaal dier zou dat kunnen doen."

"Zie je wel! Het is een spirit, dus hij is gevaarlijk," gooide Storm ertussen. Hij wierp een boze blik naar Kyo. "We moeten uitkijken. Dat betekent dus niet gaan kamperen waar hij langs is geweest!"

"Er is toch niets gebeurd," zei Kyo luchtig.

"Nog niet," zei Storm kwaad. "Maar..."

"Jongens, stil!" zei Tess ineens. Haar stem klonk dwingend en Storm stopte met praten. "Kijk!"

We stonden op de top van een berg. Voor ons strekte een vallei zich uit, met een klein riviertje dat als een zilver lint door de diepte stroomde. Om het riviertje heen zat een dorpje geklonterd, een bonte verzameling huisjes met groene daken. Het uitzicht was adembenemend, maar dat was niet waar Tess het over had.

Verbonden {VOLTOOID}Where stories live. Discover now