Hoofdstuk 71 - Yoru

4 2 0
                                    

"Oké, laten we jullie spullen gaan halen." Kyo stond ineens veel dichterbij. Voorzichtig stond ik op en ik zette een stapje bij hem vandaan. Ik voelde me ongemakkelijk. Ik wilde de grot niet laten zien. Ik wilde niet dat de dagen met alleen Kyofu voorbij waren. Ik wilde in de droom blijven leven dat we terug konden, dat ik geen vreselijke fout had gemaakt.
Kyofu stond loom op. "Kom maar mee," zei hij chagrijnig. Zonder er ook maar een woord meer aan vuil te maken begon hij te lopen. Terug... terug naar de grot. Terug naar de plek die we misschien nooit hadden verlaten als we niet waren gevonden.
Ik liep zonder een woord te zeggen achter Kyofu aan.
Kyo kwam naast me lopen. "Dus, jullie zijn ontsnapt." Hij keek me nieuwsgierig aan met zijn roodbruine ogen. "Alleen?"
Verschrikt keek ik hem aan. Wist hij.... wist hij van Emi? Ik wilde niet vertellen waarom ze weg was gegaan. Ik wilde het gewoon kunnen vergeten, doen alsof er nooit iets was gebeurd. Alsof ze nooit had bestaan.
Kyo bleef me doordringend aankijken. Het voelde alsof hij alles wist.
"Uhm ja.... ja we waren alleen," hakkelde ik.
In gedachten sloeg ik mezelf voor mijn kop. Ik kon echt niet liegen...
Ik probeerde zo gewoon mogelijk door te lopen. Doen alsof ik gewoon niet goed wist hoe ik met alles om moest gaan, doen alsof ik stom was.
"Mmmh.... alleen dus, alleen jullie twee?" vroeg Kyo.
Mijn adem stokte even in mijn keel. Had hij door dat ik had gelogen? Waarschijnlijk wel toch?
Ik frunnikte aan de steen aan mijn ketting en deed alsof de bomen me ineens heel erg interesseerden. Ik herkende ze van gisteren. Ik was hier langsgekomen, maar toen had ik niet zo goed opgelet.
"En Kyofu leeft?" Hij glimlachte naar me. "Hoe is dat zo gekomen?"
"Ehm... zijn dood was een soort van leugen." Ik frunnikte aan mijn nagelriemen.
Kyo keek me doordringend aan. "Hoe bedoel je een soort van?"
Ik keek hem aan met mijn mond vol tanden. Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen. Moest ik hem alles vertellen? Wilde ik dat?
"Weet je het wel zeker van dat drieling gebeuren?" vroeg Kyofu ineens.
Ik was hem ontzettend dankbaar voor de verandering van onderwerp. In gedachten blies ik mijn ingehouden adem uit. Dat scheelde weinig.
Kyo keek hem verveeld aan. "Ja..."
Kyofu keek hem bedachtzaam aan. "Hoe weet je dat zo zeker. Ze lijken helemaal niet op elkaar en waarom zou een moeder haar kinderen overal en nergens heen brengen?"
"Ik weet het zo zeker omdat, het zo is." Kyo klonk vermoeid. Alsof de vraag ontzettend dom was.
"Ja, maar hoe weet je dat het zo is? Je geeft geen antwoord op de vraag." Kyofu klonk een beetje geërgerd.
Kyo zuchtte. "Heb je je ooit eens afgevraagd waarom Yoru, hier, zo goed kan sturen?" Hij stopte even en keek ons aan. "Juist, dat heb je niet. Yoru heeft nooit ook maar iets van training gehad, maar ze kan wel aardesturen en Cass en Tess hebben ook krachtige sturing en Tashi had vast een hele goede reden voor haar keuze, maar dat kan ze allemaal zelf aan jullie uit gaan leggen, maar dat kan ze alleen doen als jullie met ons meekomen."
"We moeten hier naar rechts," zei ik snel, hopend dat ze erover op zouden houden.
Ik kon de grot al zien. Verborgen achter klimplanten. "Zou je misschien buiten kunnen wachten?" Ik keek Kyo vragend aan. Ik wilde niet dat hij in de grot kwam. Dat voelde verkeerd, alsof ik hem iets heel persoonlijks liet zien.
Kyo zuchtte en rolde met zijn ogen. "Als je dat graag wil."
Ik pakte Kyofu's hand vast. Hij liet zich door me meevoeren. Ik wist dat hij het er niet mee eens was, dat hij niet met de anderen meewilde. Ik wist dat ik hem dwong om voor een tweede keer te vertrekken. Ik wist dat het hem pijn deed. Ik wist dat hij niet weg wilde.
Ik schoof het gordijn van planten opzij, zodat ik de grot in kon en liet ze achter Kyofu weer op hun plaats vallen.
"Yoru?" Kyofu keek me doordringend aan. "Waarom ga je hierin mee?"
Ik verstevigde mijn grip om zijn hand. "Omdat het... omdat het de grootste kans op overleving bied."
Het bied de grootste kans op overleving, toch? Met zes waren we sterker dan met twee.
Kyofu trok zijn hand uit de mijne. "Dat is niet waar!" Hij keek me boos aan. "We hebben ze niet nodig. Zij hebben ons niet nodig."
Hadden we ze nodig? Hadden zij ons nodig? Was het een leugen die ik mezelf vertelde om me nuttig te voelen? Kon iedereen zonder me? Ik keek Kyofu wanhopig aan. "Jawel, dat... dat zeiden ze. Ze zeiden dat ze ons nodig hadden."
Ik was een deel van de avatar... We moesten het met z'n drieën doen. Ze konden niet zonder me... toch?
"Geloof je die onzin?!" Kyofu verhief zijn stem.
Ik kromp in elkaar. Was hij boos op me? Was ik te goedgelovig? Geloofde ik die onzin? Was het onzin?
Er vormden zich tranen in mijn ogen. Dacht hij echt zo? Haatte hij me nu? "Ja! Ik wil de waarheid weten." Ik zette een stap naar voren. Ik wilde weten wie ik was. Ik wilde weten of Kyo, Cassandra, Storm en Tess de waarheid spraken. "Ik wil weten waar ik vandaan kom. Ik wil weten wie ik ben."
Kyofu keek me ongelovig aan. "Dat weet je al. Jij bent Yoru Beifong. Je komt uit Omashu en samen kunnen wij de wereld aan, daar hebben we niemand anders bij nodig."
Konden wij de wereld aan? Waren we niet bijna aan flarden gescheurd door een spirit, van een heling gerold en uiteindelijk in een grot beland? Was ik wel Yoru Beifong of was dat niet mijn naam? Kwam ik wel uit Omashu? Ik had er een hele tijd gewoond, ja, maar was ik er ook geboren? En waar kwamen mijn krullen dan vandaan? Vader had wel een slag in zijn lange, donkerbruine haren, maar moeder had het sluikste haar dat ik ooit had gezien.
Ik zette een stap naar voren. "Maar wat als we dat niet kunnen? Wat als ik niet Yoru Beifong ben?" Ik begon zachter te praten. "En als die naam wel van mij is, ben ik dan wel iemand zonder die titel."
Kyofu zette een stap naar achteren. "Hoe... hoe kan je dat zeggen? Natuurlijk ben je iemand zonder de achternaam. Je bent familie."
Was ik wel familie? Ik wist het niet meer. Ik wist niet meer wat ik moest geloven of wat ik moest doen. Overleven... was eerst het enige wat in me opkwam, maar er was veel meer dan overleven. "Sorry Kyou, maar als ze gelijk hebben en wij zijn nog hier. Wat moeten we dan? De hele wereld laten stikken?" Ik sloeg mijn hand voor mijn mond. Dat was ontzettend bot.
"We laten de wereld niet stikken. Ze hebben ons niet nodig! Jij en ik zijn als de overblijvende pai-cho stenen nadat iemand het spelletje al gewonnen heeft." Kyofu verhief zijn stem. Hij klonk donker en koud net als die van vader.
Er ontstonden tranen in mijn ogen. "Dat zijn we niet! Er is een reden voor ieder levend wezen op deze aarde! Ze hebben allemaal een doel... een bedoeling."
"En wat als ze dat niet hebben? Wat heeft het voor zin om met ze mee te gaan? Straks zijn ze net als alle anderen en worden we weer verrast met een mes in onze rug." Hij begon steeds zachter te praten.
"Als dat gebeurt.... dan zijn we tenminste samen." Ik pakte zijn hand. "Wij tegen de rest van de wereld." Ik keek in zijn felgroene ogen. Ze leken op die van een salamander. Zo was het altijd geweest en zou het altijd zijn. In welk gevecht of conflict we ook zouden belanden. Waar op deze wereld we ook zouden zijn. Het was altijd hij en ik tegen de rest van de wereld. Hoopte ik...
"Maar als dat avatarding waar is, dan... dan is dat niet meer zo. Dan hebben ze jou misschien nodig maar mij niet!" Ook zijn ogen werden vochtig.
Ik wreef met mijn duim over de rug van zijn hand. "Zij misschien niet, maar ik wel. Zonder jou was ik nu dood geweest. Zonder jou was ik misschien getrouwd, had vader me bij de ontsnapping misschien alsnog te pakken gekregen. Misschien was ik wel doodgebloed of verslonden door een boze spirit." Ik keek hem meeleven aan. Ik had hem nodig. Hij was misschien geen echte familie, maar dat maakte niet uit. Hij voelde als familie.
"Ja, maar... wat als je straks van gedachten veranderd. Wat als je me straks niet meer nodig hebt. Wat... wat moet ik dan?" Kyofu haalde zijn neus op en wreef met zijn mouw de tranen uit zijn ogen.
Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Hij was zo klein en kwetsbaar op dit moment. Het was alsof hij in tweeën zou breken als ik hem aanraakte. "Als dat gebeurt, ben ik je niet waard."

Verbonden {VOLTOOID}Where stories live. Discover now