34

134 12 1
                                    

Hiral was weg voor ik de kans kreeg nog een woord over mijn lippen te brengen.
Ik had niets nodig.
Niets in dit hele huis was me dierbaar.
En het enige wat Ik kon doen was naar voor staren.
Naar de plek waar Hiral me zo net verlaten had.
Wat dacht hij.
Wat in hemelsnaam ging er om in zijn hoofd?

Ik had geen idee.
Maar hij had niet gelogen toen hij zei dat we weg zouden gaan samen met Marina.
Want een uur later stonden we met drie voor de deur.

Dit was vaag.
Ongelofelijk vaag.
Niemand had iets mee genomen.
Niemand stopte ons.
Maar ik kon dit niet.
Ik kon niet weg gaan zonder Atlas.
Ik kon hem niet alleen laten.
Als ik dat deed zou hem ook iets overkomen.

'Wat gaan we doen?' Vroeg Marina zich af.

Met die lieflijke glimlach die Hiral niet eens meer aan durfde te kijken.

'Jullie gaan met me mee, op zakenreis.' Hiral glimlachte naar Marina zonder haar aan te kijken en greep haar hand vast alsof hij bang was dat ze zou vluchtte.

Ik keek er naar.
Op een meter afstand.
Mijn voeten hadden het nog niet gedurfd om uit de deur van het huis te stappen.
Voor eeuwig.

Dit was allemaal veel te vaag.
Ik snapte er niks van.
En ik had het gevoel dat Hiral dat ook dacht.

Toen hij zich omdraaide en me vroeg of alles goed ging gaf ik geen antwoord.
Maar hij zag het aan me.
Hij zag het volledig.
Hij wist dat ik niet zonder Atlas weg kon gaan.
En hij knikte.
Hij knikte als bevestiging.
Hij gaf er aan toe.
Hij had ja gezegd op mijn verzoek om Atlas mee te nemen. Al had ik het hem nooit gevraagd.

Met een ruk draaide ik me om en zette ik het op een lopen.
Ik spurtte de gangen door tot ik de keuken gevonden had.
En ik zag hem meteen.
Zijn ogen waren op zijn harde werken geconcentreerd en hij zag me eerst niet toen ik in de deur opening kwam staan.
To hij op keek. En zijn ogen de mijne vonden.

Hij kwam onmiddellijk naar Me toe en draaide zich enkele seconden om of hij zeker wist dat niemand het door had.

'Ik leg het later allemaal uit,' begon ik. 'Maar we gaan hier weg.'

'Wat?' Atlas leek net zo verrast als ik eerst was.

'Hiral wacht op ons.' Vertelde ik. 'We moeten gaan. Neem afscheid. We komen niet terug.'

Zijn ogen werden groot.
Eerst keek hij me aan alsof ik gek was en vroeg hij zich af of Hiral het misschien wist en ons op wou laten vreten door de wezens.
Maar toen ik mijn hoofd schudde leek hij plots blij te zijn.

'Kom je?' Vroeg ik.

'Ja.'

En weg waren we.

Hoe droog is dit deel.. veel te kort eigenlijk. Dus ik ga meteen hier na nog een deel plaatsen. XXX groetjes en doei schaapjes van me

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu