29

151 15 2
                                    

Hiral en Marina kwamen pas na zonsondergang terug.
En ik probeerde te doen alsof ik wilde slapen en te moe was om nog iets te eten voor diner.

Natuurlijk wist Hiral dat ik loog.
Want toen ik het hem vertelde keek hij me argwanend aan.

Maar hij gaf uiteindelijk toe en ik sloot de deur al zuchtend voor zijn neus dicht waarna ik me op mijn bed neer liet vallen om na te denken.

De twee dagen die daarna volgde verliepen exact het zelfde.
Ik en Marina moesten met hem komen ontbijten en Hiral dreigde weer over Rose.
Hij probeerde dealen met me te sluiten.
Maar wist het te verbergen en probeerde hem te laten twijfelen.
Maar dat lukte me niet.
Niet heel goed.

Vervolgens gingen Hiral en Marina weer naar buiten om hun wandeltocht van vijf uur lang verder te zetten en te praten over dingen die ik niet wist.
En dan vertelde ik Hiral weer dat ik te moe was om mee avond te eten.

De dag voor Hiral vertrok bracht ik in de bibliotheek door.
Hij vroeg ons niet om te komen ontbijten en daar was ik hem dankbaar voor. Nee, daar was ik hem niet dankbaar voor.
Daar was ik blij voor.
Want dat betekende dat ik meer tijd voor mezelf had om uit te stippelen wat ik perse wilde doen met mijn leven op dit moment.

Toen ik mijn handen voorbij de boeken liet glijden werd mijn aandacht door Atlas weg getrokken en liep hij snel naar me toe.

'Ik heb Het geregeld.' Vertelde hij mij grijnzend aankijkend. 'Ik heb hem verteld dat zijn baas me zei dat hij twee weken langer moest werken voor een paar evenementen in Manhattan.'

Oh god.
Dit kon niet veel goeds betekenen.
Beter gezegd,
Niets goed.
Wat had hij gedaan. In hemelsnaam.

'Perfect.' Vertelde ik hem.

Ik kon het niet.
Ik kon hem niets vertellen over de hel.
Dat zou hem breken.
Daarna knikte hij en vertrok hij in een snel tempo terug naar zijn werk.
En ik bereidde me voor op wat er kon gebeuren als ik Hiral terug zou zien.
Of Atlas.
Als ik Atlas al terug zou zien.

//

En zoals verwacht.
Kwam die avond Hiral al grijnzend in de bibliotheek op dagen.
Zijn ogen vertelde me alles.
En ik slikte terwijl ik opkeek van mijn boek en hem glimlachend aan probeerde te kijken.

Hiral zakte naast me op de goed zittende sofa neer en staarde me langdurig aan voor hij eindelijk het lef nam om woorden te gebruiken.

'Grappig,' vertelde hij dan. 'Plots moet ik langer gaan werken. Twee weken meer. Kun je dat geloven?' Hiral zuchtte.

Ik antwoordde niet.

'Dat vertelde ene Atlas me. Blijkbaar een bediende die in de keuken werkt. Ken je hem misschien?' Hij haalde zijn schouders op.

'Nee.' Vertelde ik toen hij me uitdagend en verwachtend aanstaarde. En Vooral. Argwanend.

'Oh luna,' hij grijnsde. 'Volgens mij ken je hem wel.'

Ik slikte.

'Weet je, Abriella is echt handig als het op 'achterkomen' neer komt.' Hiral zuchtte diep en keek me aan. Lang. Heel lang. 'Je denkt toch niet dat ik echt 2 weken langer moet gaan werken in Manhattan.. ik bedoel. Kom op.' Hij lachte.

'Volgens mij. Zit jij hier achter.'

Hij had het door.
Ik wist dat hij het door ging hebben na Atlas zijn domme actie.
Maar ik had me er blijkbaar niet al te goed op voorbereid.

'Wat houd je geheim Luna.' Hij keek me aan. Weeral. Veel te, veel te lang.

Ik zat in de problemen.
Diep in de problemen.
En ik wist niet hoe ik mezelf er uit ging vissen tussen al die problemen.
Maar ik zou het erop moeten wagen.
Dus deed ik dat.

En voor ik het wist stond ik op en rende ik de kamer uit. Hard.
En heel, heel erg snel.

//

Ik eindigde al hijgend in Marina haar kamer.
Op het moment dat ik de deur dicht gooide zat ze rustig haar haar te kammen en zodra ze mij zag keek ze al grijnzend op.

'Wat is het probleem?' Vroeg ze verbaasd haar borstel neerleggend en mij aankijkend.

'Niets, ik.. ik wilde gewoon even weg bij Hiral.' Ik keek even om me heen en zette dan mijn handen op mijn knieën om op adem te komen.

'Ah zo. Valt hij je weer lastig. Ik moet hem echt eens zeggen dat hij daarmee moet stoppen denk je niet?' Plots klonk ze zo volwassen dat ik vreemd opkeek en haar in die twinkelende oogjes aan staarde.

'Misschien wel.' Ik haalde mijn schouders op en zette me naast haar neer. 'Als hij aanklopt. Zeg dan dat ik er niet ben.' Ik glimlachte naar haar.

'Natuurlijk.' En toen grijnsde ze. Eng, heel erg eng.

Ze keek Me vreemd aan,  belachelijk vreemd.
Toen ik haar ogen bestudeerde en hoopte die twinkeling op nieuw te zien. Kwam hij niet.
En toen had ik het plots door.
En zij net zo goed.

Want haar grijns die niet langer aardig leek maar gemeen een doordringend groeide nog meer en haar ogen leken van helder blauw naar diep zwarte ogen te veranderen.

Nu had ik het allemaal door.
een last viel van mijn schouders terwijl er een last bij kwam.

Zij was het.
Het waren haar wezens.
Het was haar kelder.

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu