30

157 13 1
                                    

Een moment later vloog de deur open.
Hiral keek me kwaad aan en zuchtte toen diep.

'Jij kan ook snel lopen.'

Maar ik kon hem niet aankijken.
Het lukte me niet om normaal te doen.
Nog geen meter van me zat het meisje dat alles te maken had met deze vreselijke wezens.

Ze wist dat ik het wist,
En ik wist dat zij het wist.
En zo zaten we daar.
Met Hiral kwaad op mij kijkend en ik vol angst op Marina kijkend.

Nu pas zag ik het.
Die vreselijke neppe glimlach. Die haar ogen dof deden twinkelen.
En ik dacht dat ze kwetsbaar was.
Verloren in haar ziekte waarvan ik niet eens meer wist of ze wel echt ziek was.
Plots vroeg ik me af,

Wie was ze..

'Luna, meekomen. Marina moet slapen.' Hiral greep mijn schouder vast.

Maar ik bewoog me niet.
Plots kreeg ik het koud.
Door die zwart gekleurde ogen en neppe glimlach van het altijd al liegende meisje voor me.

Hiral wist het niet.
Hij had zelfs helemaal geen idee.
Wat was dit?
Een horror verhaal?

Ze was een psychopaat.
Daar leek het toch op.
Hij moest dit weten.
Atlas moest dit weten.
Iedereen moest dit weten.
Maar ik durfde het niet.

De uitdagende blik die ze me schonk vertelde me dat ik moest zwijgen.
Dus dat deed ik.

'Tot morgen.' Fluisterde Marina al zingend in mijn oor waarna ze me naar Hiral duwde en zich onder haar lakens verstopte.

Oh mijn god.

Hiral trok me door de deur en duwde me hardhandig tegen de muur ernaast.

'Weglopen dus.' Hiral grijnsde. 'Leuk.'

'Laat me met rust.'

'Liefje, denk eens even na.' Hiral duwde zichzelf tegen me aan en zuchtte. 'Je bent zo dom soms.'

'Ik kan dit niet. Echt niet. Niet nu.'

Ik wilde huilen.
Heel graag.
En voor ik het wist vond een traan de weg over mijn wang.

'Zie je nou wel,' fluisterde hij. 'Het is te moeilijk voor je. Om dingen voor me te verbergen.'

'Dat is het niet.' Zei ik.

Dat was het ook niet.
Jawel Dat was het ook,
Maar dat had er nu niets mee te maken.
Op dit moment wilde ik niets liever dan Hiral alles vertellen.

Ik was fout over hem.
Hij had hier nooit iets mee te maken,
En ik was zo dom om te denken van wel.
En dan bedacht ik me het.
Morgen zou hij weg zijn.
Voor drie hele weken.
En zat ik met Marina opgescheept.
Dat kon hij me niet aandoen.

'Je moet blijven.' Zei ik toen zacht.

'Wat?' Fluisterde hij.

'Je moet blijven. Je kan niet weg gaan.' Zei ik nu serieus.

Dit leek hem te verwarren.
Het verwarde mij ook, maar ik besefte hoe veel kans ik kon hebben tot het worden van een van deze wezens. En Marina leek er maar al te graag zin in te hebben om mij in zo een kooi te proppen. En dat kon niet gebeuren. Hoe egoïstisch dat ook klonk. Hiral moest blijven.
Plots voelde ik me slap.  Alsof het schild dat ik al die tijd om me heen had, gevallen was. En ik nu helemaal naakt in de duisternis stond.
Ik was slap. Ik kon niet vechten. Ik kon mezelf niet verdedigen. Ik kon niets. En cheddar net zo min. Ik had nooit de training gekregen die ik zou moeten hebben gehad. Ik had de kans er ook nooit toe gehad. Mijn familie werd van me weg genomen voor ik het door had. En toen stond ik plots buiten de districten.
Ik had geen kansen. Ik had totaal geen kansen, en dat maakte me zo slap.
Hij drukte zich nog dichter tegen Me aan en keek me fronsend aan.

'Hoe bedoel je blijven?'

'Je kan niet terug naar de hel gaan. Niet nu, je kunt me echt niet alleen laten.' Ik schudde mijn hoofd.

Dit klonk verkeerd.
Maar Hiral was de enige die Marina bij me uit de buurt kon houden.
Hoe egoïstisch dat ook klonk.
Ik was bang van haar.
En ik moest hier weg zien te komen.
En dat kon niet zonder Hiral.

'Of je neemt me mee, of je blijft. Stop met altijd weg te gaan. Dat hoeft niet. Doe het voor Marina. Ze heeft je nodig. Blijf.' Ik zuchtte toen Hij knikte.

'Je wou me weg. Waar slaagt dit op?' Hij fronste. Wist dat er iets aan de hand was. Maar ik kon niets zeggen.

'Nee, nee. Je begrijpt het niet. Helemaal niet.' Ik duwde hem een stukje van me af en keek hem aan.

'Vertel het dan. What the fuck is er aan de hand Luna?' Zijn woorden deden me trillen en dat merkte hij. 'Als ik niet ga. Dan vertel je het me binnen deze drie weken.'

'Ik beloof het.'

Ik wist niet zeker of ik het hem moest beloven of niet.
Dat was een gevaarlijke zet.
Ik wist dat hij het moest weten.
Vroeg genoeg.
Maar dat zou hem gek maken.

'Een belofte kun je niet breken meisje. Dus, pas op.'

Dit ging een drama worden.
Een levend echt drama dat ik nooit uit mijn gedachten zou kunnen werpen.
Ik moest hier weg.
Zo snel mogelijk.
Dat kon gemakkelijk.
De deur stond open.
Maar iets hielt me tegen,
Iets dat ik over ogen zag.

Nieuw deeeel!

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu