17

219 14 2
                                    

Twee dagen verstreken. En als snel merkte ik dat het zaterdag was.
Maandag zou Ahren trouwen dacht ik in de stilte die me deze dagen gevolgd hadden. Ik herhaalde het telkens weer.
Steeds met andere tonen, om te horen welke het beste klonk.
Al leek geen een ervan op iets waarvan ik niet zou walgen.
Ik was bang.
Zo bang dat ik geen enkel bezoek goedkeurde.
Ik wilde alleen zijn.
Verstopte me onder de lakens van mijn zijdezachte bed.
Enkel Abriella kwam zonder te kloppen naar binnen.
Ze stopte me dieper en beter onder, zorgde ervoor dat ik genoeg dronk en at op de normale tijdstippen, ze vlocht mijn haar, las me zelfs verhalen voor over haar verleden wanneer ik haar 1 van mijn vele domme vragen stelde.
En op deze momenten leek het alsof zij de volwassene was, en ik het meisje van 11.
Maar het kon me niets schelen. Ik genoot zelfs van haar aanwezigheid.
Ik stelde haar zelfs meerdere malen voor om de hele nacht te blijven en naast me te slapen, maar ze weigerde. Omdat ze dacht dat het ongepast was.

Ik had nog maar een paar keer een slaapfeestje gehad.
Toen ik nog maar een paar maanden bij Ahren woonde. Toen ik dacht dat Isis mijn beste vriendin was.
Toen ik dacht dat ik nog hoop had.

Maar ik kon het Abriella niet kwalijk nemen.
En zorgde er wel voor dat ze telkens zo lang mogelijk bleef.
Ik wilde haar verwennen. Omdat ik dacht dat ze zou breken wanneer ik dat niet deed.
Al wist ik dat ik ongelijk had.
Diep van binnen dacht ik dat ik zou breken als ik het niet deed.

Op zondag.
De dag voor Ahren's huwelijk. Maakte ik me volledig klaar voor de pijn die ik zou voelen wanneer Ahren's Hand Magdalena's pols vast zou nemen, zij de zijne zou aanvaarden en onze band voor eeuwig verbroken zou zijn.
Ik maakte me klaar voor alles wat ik die maanden mee zou maken.
Ik maakte me zelfs klaar om alles te vergeten wat er de komende jaren gebeurd was.

Diep vanbinnen smolt ik weg.
Alsof ijs rotsen af braken en neer vielen in het koude water onder ze.
Mijn hart, stopte bijna met kloppen.
Althans, dat gevoel had ik wel.

En ondertussen bleef ik de tonen herhalen. Steeds in verschillende tonen. Hoger en lager.
Ik deed alsof een koor de tonen voor mij produceerde. En wanneer ik echt na begon te denken. En goed begon te luisteren. Herkende ik de melodie die uren lang op de begrafenis van mijn gestorven oma geklonken had.
Ver van hier.
Toen ik Nog diep in de districten verzonken was.

'U zou eens met Hiral naar buiten moeten gaan. Hij vraagt elk uur van de dag naar u. En het weer is prachtig voor een winter.' Bekende Abriella die zich op die zondag morgen naar me omdraaide. 'U zou echt eens het huis moeten verlaten.'

'Als je dit een huis noemt ben je gek.' Vertelde ik haar hoofdschuddend. De pijn die ik voelde negerend. 'Het lijkt meer op een gigantisch doolhof.'

'Dat kan ook. Maar heel de dag in uw kamer zitten is niet gezond. Moet ik het raam anders voor u openzetten?' Ze glimlachte en wachtte niet voor een antwoord.
Ze opende de ramen. Die stof achterlieten op de vensterbank erachter.
Dit was de eerste keer dat het een raam geopend werd voor me.
Normaal gezien zou ik springen van geluk. Maar dat deed ik niet. Ik staarde er enkel versuft naar.

'Nee Dank je Abriella.' Ik schudde mijn hoofd. 'Ik wil liever hier blijven. Na morgen mag mijn kamerdeur gerust weer openstaan.'

'Je kunt die man van je beter vergeten Luna.' Fluisterde ze dan. Alsof ze bang was om iets verkeerd te zeggen. 'Hij was niet goed voor je.'

'Hoezo?' Vroeg ik toen.

'Hiral mag je. Echt waar. Ik heb hem nog nooit zo gelukkig gezien in dit verrekte huis. Zelfs Marina blijkt je te mogen. Verschillende nachten, wanneer ze een van die vreselijke hoestbuien heeft wenst ze alleen maar om met u te praten. Maar u wilt niet naar buiten komen. Dus ze heeft veel peg gehad.'

'Dat Wist ik niet.' Antwoordde ik verrast.

'Je moet echt blijven.' Vertelde ze. 'Iedereen haat het dat er telkens een nieuwe moeder voor haar opdaagt. Iedereen houd van je. Iedereen wilt dat jij de officiële word.'

'Wie is iedereen?'

'De bediendes. Hiral. Marina. ik.'

Na die verschrikkelijke woorden sloot Ik mijn ogen voor tien seconden. En plots vroeg ik me iets af.
Ik wist niet waarom. Maar ik moest het zomaar opeens weten.

'Hoe gaat het met Atlas?' Ik keek haar zwijgzaam aan terwijl ze me vreemd aankijkt.

'Hoe ken jij Atlas?'

'Die had ik ontmoet toen ik je gevraagd had waar de keuken was, die ene avond was.' In een snel tempo zocht ik een gepaste leugen. 'Hij vroeg of ik misschien iets om te eten wilde. En dat bracht hij me. Hij leek me gewoon aardig zie je.'

'Oh god.' Bulderde ze plots.

'Wat?' Zei ik overdonderd.

'Als Hiral erachter komt dat een Mannelijke bediende hulp aangeboden heeft aan u flipt hij!' Riep ze snel. 'Want zie je. Het is verboden om Een mannelijke kelner op u af te sturen. Het is al eerder fout gegaan dat die twee in betast worden met liefde en het mag niet nog eens gebeuren.'

'Maak je geen zorgen.' Zei ik snel. 'Niemand zal het ooit weten.'

De rest van de dag verliep snel.
En dan was het maandag.
En vreesde ik voor het aller ergste.
Niemand mocht mijn kamer in.
Zelfs Abriella liet ik die dag mijn kamer niet in.

Ik was constant bezig met Ahren die waarschijnlijk op dit moment zich stond voor te bereiden om zijn geliefde te begroette met een ring die om haar vinger geschoven zou worden.
Ik probeerde verschillende dingen zoals over de reling van mijn balkon springen.
Al zou ik dat nooit kunnen halen, omdat de verdieping waar ik me op bevond veel te hoog was en ik die val nooit zou overleven.
Bovendien duurde het meer als drie dagen om naar het landhuis van Ahren te stappen, dus gaf ik het op en probeerde ik me voor deze laatste uren of minuten voor te bereiden op het vreselijkste moment van de dag.

Dit moment vond plaats in de namiddag. Wanneer ik verloren op mijn bed zat te wachten.
Het was 16:23 toen ik recht op schoot uit de lakens en mijn hart begon te bonzen. Zweet mijn nek bekladde, omdat ik wist dat het aangebroken was.

Hij had echt zijn hand om Magdalena's pols gedraaid. En zij had hem echt toegelaten.
Ze hadden elkaar echt in de ogen gekeken. En ze hadden echt die breekbare woorden uitgesproken.
Niet breekbaar voor hen. Maar breekbaar voor mij.

Een pijnlijke kreet verliet mijn lippen toen ik dat gene voelde waarvan ik nooit verwacht had dat het zo een zeer zou doen.
Het was alsof een helft van mijn hart in duizend stukjes brak. Op de grond viel. Verbrokkeld werd.
Alsof een deel van mijn ziel van me werd afgenomen.
Het waren de vreselijkste seconden die ik ooit meegemaakt had.
Mijn haren gingen recht overeind staan en het leek alsof ik die paar seconden niet meer adem kon halen.
Chedar bekogelde me met kreten die ik van hem overnam en op de een of andere manier had ik die seconden zin om mijn huid open te scheuren en mijn hart tot bedare te brengen.
Maar dat deed ik niet.
In de plaats daarvan trok ik de dekens nog meer over me heen en hielt ik mezelf zo stil mogelijk.

Toen ik die ergste vijf seconden van mijn leven geleefd had had ik een naakt gevoel. Een leeg gevoel een licht gevoel in mijn hele lichaam.

En toen. Omdat ik niet anders kon, liet ik de tranen over mijn wangen stromen.

Als jullie nu kwaad op me zijn omdat Ahren's en Luna's band verbroken is vind ik dat niet erg.
Ik was ook kwaad op mezelf mense. Whahaha ma ja weet je wat: HET IRRITEERT ME DAT AL DIE WEERWOLVEN BOEKEN DINGEN ALTIJD OVER HET ZELFDE GAAT EN DAT ALLES ALTIJD EEN HAPPY END HEEFT. Wel leef er maar mee dat, dat bij mijn boeken niet het geval zal zijn!

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu