15

185 15 2
                                    

Ik zocht op elke plek van het niet ophoudende huis naar een uitweg die er volgens mij niet was.
Ik kwam telkens weer uit op een gigantische bibliotheek en wist niet waar ik heen moest.
Het was een heel doolhof, en al snel kon ik me niet eens meer herinneren hoe ik naar mijn eigen kamer moest gaan.
Tot ik Abriella bijna omver liep.
Ze had een roodomrande mok met een gelige vloeistof wat waarschijnlijk thee was in haar handen, en een kaars die naar lavendel rook.

'Oh, ik was net op weg naar uw kamer!' Vertelde ze me.

En toen was ik haar dankbaar.
Ik volgde haar door de vele gangen en onthield elke plek die we tegenkwamen. Zodanig dat ik tenminste al een beetje door had hoe het hier te werk ging.
Al snel kwamen we aan de grote trappenkoker die we begonnen te beklimmen. Wat moeilijk was in de hoge hakken die Abriella me gegeven had.
Dus trok ik ze uit.
En liepen we verder.
Mijn kamer bevond zich in de uiterste linker kant van de hal.
Ik en Abriella waren zo stil de trappen opgelopen dat ik even dacht een luide hoestbui te horen aan de andere kant van de gang.
Ik walgde.
Alweer.
Hiral was een gek als ik het zo mocht herhalen. Ik wist niet wat hem bezielde om zoiets te doen maar hij was wel gek.
En dat betekende dat ik hier weg moest. Voor hij dingen met mij uit zou spoken.
En dat had hij al gedaan. 
Een paar keer.
Tegen mijn wil in. Dan had hij me gekust op de lakens van wat ik dacht dat mijn sterfbed ging zijn.
En ik had niet tegen kunnen stribbelen, want ik was te moe geweest.
Nu zou ik die angst niet meer aan hem laten zien, dat was mijn conclusie, omdat ik dacht dat als ik nog verder over hem en zijn zielige leventje na ging denken, ik zou kotsen.

'Abriella.'  Begon ik toen. 'Heb je enig idee waar de keuken te vinden is?'

'De keuken?' Vroeg ze verbaasd. 'Hebt u iets nodig? Ik kan wel wat brengen.'

'Nee, ik wil het graag zelf doen.' Dit was een begin van een fantastisch plan.

'Oh, maar natuurlijk.' Vertelde ze verward. 'De keuken is slechts een verdieping lager, derde deur links. Het is niet echt te vermijden, maar goed. Moet ik mee komen met u?'

'Nee. Ik doe het wel alleen.'

En toen begon ik terug te lopen. Weg van Abriella die verward verder door liep naar mijn kamer die ik eigenlijk liever niet mijn kamer noemde.

Een verdieping lager vond ik de keuken meteen.
En dat kwam niet door Abriella's uitleg maar door de vele geuren die eruit kwamen.

Toen ik eenmaal daar was, kwam ik midden in een te grote drukte terecht.
Maar ik negeerde ze en liep door tot ik een gedeelte tegen kwam dat me erg aanstond.
Rijen van laden die gevuld waren met verschillende grote messen.
Ik smachtte ernaar, en vond een middelgroot mes dat perfect een levend wezen kon doorboren.
Er was niemand die zich echt afvroeg wat ik er deed. Alsof ze het allemaal vaker meegemaakt hadden.

Ik wist niet wat ik aan het doen was,
Maar ik bedacht me dat ik wel iets moest hebben om me te verdedigen tegen Hiral, want waar hij mee bezig was, was niet gezond.

De laatste jaren buiten het district was er veel verandert, en ik besefte dat duidelijk. Iedereen dacht dat ik dood was.
Ahren ging trouwen met iemand anders.
Ik werd gebruikt als een speeltje voor Hiral.
Dus waarom zou ik geen mes mogen hebben in mijn kamer?

Ik nam het met twee handen stevig vast en keek ernaar.
En net toen ik me om wilde draaien om verder te lopen werd ik gesnapt en tegen gehouden.

'Moet ik dat voor u verpakken?' Vroeg de jongen waar ik bijna tegen opgebotst was.

'Euh, sorry, ik.. het komt misschien verkeerd over maar ik kan het uitleggen-' begon ik meteen door te ratelen.

De goed uitziende jongen waarvan zijn haar in een kastanjebruine kleur over zijn slapen krulde staarde me sceptisch aan en nam het mes uit mijn handen.

'Maakt u geen zorgen,' fluisterde hij. 'Ik kom het zo naar uw kamer brengen.'

'Dat moet niet.' Vertelde ik hem. 'Jij moet niet in de problemen komen voor mijn dwaze ideeën.'

'Shh,' hij duwde me naar de uitgang van de overvolle keuken. 'En als u het wilt weten voor de volgende keer dat u iets scherps nodig heeft uit de keuken, mijn naam is Atlas.'

Atlas verzocht me vriendelijk de keuken te verlaten.
En dat deed ik. Zonder het mes, omdat hij die zelf zou brengen.
Ook vond ik de weg naar mijn kamer al snel. Abriella was niet meer te bekennen in de kamer. Wel had ze een zijde pyjama voor me klaar liggen met thee en koekjes waar een vreemd glazuur middel op zat. De lichten waren gedempt en een lavendel geur was verspreid over de kamer.
Ik haatte het hier daarom alleen nog maar meer.
Ik had geen luxe nodig om door het leven te komen,
Het enige wat ik wilde was om terug naar huis te gaan.
Al wist ik plots niet meer zeker wat mijn thuis nu eigenlijk was.

Atlas verscheen nog geen 5 minuten later in mijn naar lavendel ruikende kamer en legde het mes , dat in doeken gewikkeld was, op mijn nachtkastje.
Ik bedankte hem en al snel verdween hij zonder nog een woord te zeggen.
Ik vroeg hem de deur te sluiten, wat hij natuurlijk ook deed en haalde het mes uit de goed vast zittende stoffen.

Het glom in mijn handpalm en ik kon mijn eigen spiegelbeeld er op zien.
Een vreemde vorm was op de zijkant van het mes gegraveerd en ik verstopte het diep in een van de lege lades in mijn nachtstaander.

Nieuw deel!
Ik ben echt niet meer creatief genoeg om te bedenken wat ik moet zeggen op dit moment. Misschien is mijn leven gewoon te saai.
Maar goed. Wie heeft er examens? Ik niet. Succes met de mensen die examens hebben. I pray for you! Xxx

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu