16

197 15 1
                                    

Ik kon niet slapen voor de rest van de nacht.
En als ik eenmaal inslaap viel droomde ik over onrustige dingen die me lieten zweten en de dekens plakkerig maakte.
Uiteindelijk. Rond zeven uur in de morgen lukte Abriella het om me rustig te krijgen.
Ze liet een natte doek over mijn voorhoofd glijden en zorgde ervoor dat alle hitte verdween die om me heen hing.
Daar was ik haar dankbaar voor.

'Abriella.' Begon ik toen, heel onverwachts. 'Hoeveel meisjes hebben al in dit bed geslapen?'

Dat vroeg ik me ook echt af.
Ik had bepaalde dingen gehoord uit het gesprek van de hel en Hiral.
Bijvoorbeeld: hier heb je weer een ander.
Ik had daarom dus verwacht dat ik niet de enige was die hier geweest was. En ik had gelijk ook.

'Ik denk niet dat ik het kan tellen.' Vertelde ze bedroefd. 'Ik wilde je geen slechte bedoelingen over Hiral geven. Maar er zijn vele meisjes die hier al geweest zijn.'

'Was jij altijd hun bediende geweest?' Vroeg ik toen terwijl ik me recht trok.

'Ik vrees van wel. Zolang ik me toch kan herinneren. Er is al een lange tijd geen meer geweest.' Abriella hielp me uit bed en vertelde dat het bad al voor me klaar stond.

En dat sloeg ik niet af.
Ik had veel vragen die ik haar wou stellen.
Ik vroeg me af wie de eerste was. Of wie de laatste voor mij was.
Maar ik vroeg het niet. Ik was te bang om dat te vragen.
Misschien zou het me ooit lukken.
Als ik hier mijn hele leven in dit huis gerot zou hebben.

Wel was ik erachter gekomen dat de meeste hier een maand verbleven.
Dan waren ze plots verdwenen.
Hiral was goed in het houden van zijn mond.
En buiten hem was er niemand die er iets van wist.
Enkel Marina kon er misschien meer over zeggen. Maar die had al jaren haar woorden niet meer luid op gezegd als het over haar vader ging.
Anders kon ze overal over praten.
Ik had gehoord dat ze niet aardig was.
Soms wel. Als ze in een goede bui was. Maar die was er niet heel vaak.
Al bleek hij er in de winter vaker te zijn.
En ik had geluk dat ik hier in het midden van de winter aangekomen was.

Toen ik uit het naar vanille ruikende bad stapte vroeg ik me af of er nog iets van Raven gehoord was.
Bovendien waren het nu nog maar zes dagen voor Ahren zou trouwen.
Ik bleef maar bedenken hoe ik hier weg kon komen. Maar er was geen uitweg. Wat betekende dat ik hier voor eeuwig vast zat.

Hiral nodigde me gelukkig niet uit voor diner aan het einde van de dag. Dus bracht Atlas eten voor me en vroeg ik hem om te blijven en me gezeldschap aan te geven. Wat hij niet af kon slagen.

'Hoelang ben je hier eigenlijk al?' Vroeg ik me na een gesprek over mij af.

'Heel mijn leven.' Hij glimlachte lieflijk en verplaatste zijn handen van zijn schoot naar zijn nek, een teken dat hij zich meer op zijn gemak begon te voelen.

'Dus je moet al veel meisjes zoals mij tegen zijn gekomen.' Mompelde ik zuchtend.

'Eigenlijk niet.' Vertelde hij. 'Ze waren allemaal nog al bot.' Gaf hij na een tijdje toe. 'Hiral had er een zwak voor geloof ik.'

'Wel nu zit je met mij opgescheept.' Ik glimlachte naar hem. Maar ze verdween al snel toen er een luidkeelse hoestbui uit de kamer verder op te horen was.

Plots vroeg ik me af hoe het zieke meisje eruitzag. En ik had even zin om Atlas alleen te laten en er naar toe te hollen. Maar ik hielt me in.

'Ik moet maar gaan.' Begon hij. 'Telkens wanneer er zo een hoestbui plaats vind gaan de alarmen op de beneden verdieping af. Hij zal waarschijnlijk zo naar boven komen om naar zijn dochter te kijken. Hiral is nogal bezorgd geloof ik.'

Ik knikte en gaf Atlas het dienblad waar net nog eten dat onmogelijk af te slagen was opstond. Maar nu allemaal terecht was gekomen in mijn maag. Ik had geen idee waarom atlas zo plots weg moest gaan als Hiral hier zou komen. Maar besloot me er geen druk over te maken.

Wanneer het uren later donker was en ik alweer niet kon slapen besloot ik het toch maar te wagen  om een kijkje in Marina's slaapkamer te nemen.
Ik trippelde op blote voeten de gang door. Aangezien mijn Slaapkamer niet meer op slot gedaan werd kon ik nu vrij door het hele huis rondlopen.
Ik verspilde geen tijd aan wachten op een goed moment en besloot recht naar haar kamer te lopen.
Waar een zachte hoest vandaan kwam waarschijnlijk gedempt in de kussens om niemand wakker te maken.

Zonder op de deur te kloppen, wat ik beter wel gedaan had, liep ik binnen in de naar vanille en framboosruikende kamer.

'Wat doe jij in mijn kamer?!' Gilde het meisje plots. Toen ze zag dat ik over de drempel liep.
Ik keek haar verward aan en zette snel een stap naar achter.

'Het spijt me om je te storen. Ik wilde gewoon weten wie je was.'

'Ik ben Marina. Wat moet je?' Siste ze in mijn vol afschuw staande gezicht.

Ze was een pracht van een kind.
De lichten van haar kamer stonden nog aan terwijl ze waarschijnlijk al lang moest slapen. Haar blonde krullen vielen over haar jukbeenderen en ook al zag ze er zo bleek uit als de witste kleur wit, ze was prachtig.
Haar dunne armen hingen slap naast haar en haar blik stond vol afschuw op mij gericht.

'Jij moet die nieuwe moeder zijn.' Ze snoof. 'Ik heb al veel te vaak aan hem gezegd dat hij op moet houden met het zoeken van een juiste moeder maar hij luistert nooit.' Ze schudde haar hoofd jammerend en zakte achteruit in de kussens.

'Ik ben hier niet om je moedertje te spelen.' Vertelde ik haar. Misschien iets te bot, want ze keek fronsend op.

'Oh nee?' Ze klopte naast haar om aan te geven dat ik er moest gaan zitten wat ik natuurlijk ook deed.

'Nee.' Zei ik.

'Vreemd.' Het meisje boog zich naar voren. 'Misschien heeft Vader je nog niet vergiftigd. Dat zou raar zijn. Dat doet hij met elke vrouw die hier komt. Zodanig dat ze niets liever wilt dan seks  en hier nooit meer weg wilt.' Ze haalde haar schouders op. 'Nou ja. Ik denk eigenlijk niet dat hij ze vergiftigd. Ik denk gewoon dat hij de meisjes dwingt om dingen met hem te doen. Al denk ik niet dat ze het tegen hun wil in doen.'

'Hoe weet je dit allemaal?' Ik fronste en begon plots geïnteresseerd te worden in dit gesprek.

'Ik ben niet doof als je dat soms denkt. Ik hoor wel dingen hoor. Maar ja, die vrouwen zijn meestal zo een trutten dat ik tegen vader zeg dat hij ze bij me weg moet halen.' Ze haalde haar schouders op en keek mij even aan. 'Ik denk dat hij ze niet echt weg laat gaan. Ik denk dat hij ze diep in de kelder verstopt, om er spelletjes mee te spelen.'

Even raakte ik overdonderd. Tot ze begon te schateren van het lachen en ik wist dat ze een grapje maakte.

'Natuurlijk niet. Wat denk je eigenlijk? Zo slecht is vader niet hoor. Hij heeft wel nog een beetje een hart.'

'Ik hoopte eerder al om dat te geloven.' Gaf ik toe. 'Het spijt me dat dat niet gelukt is.'

'Ik mag jou wel.' Vertelde ze. 'Jij bent tenminste niet zo een ranzige hoer, Zoals de laatste, of de voorlaatste.' Ze rilde bij de gedachte. 'Maar die kon er tenminste nog fatsoenlijk bij lopen.'

'Oh ja?' Ik fronste. 'Wie was die voorlaatste dan.'

'Oh die, ze had prachtig mooie rode haren. Oh en zo een geweldige sproetjes. Ik vond haar wel schattig, maar ze ging bijna elke nacht met hem naar bed. En middag. En ochtend. En de uren die daar tussen zitten. Nooit tijd voor mij, dus weg ermee.' Ze haalde haar schouders op. 'Voor de rest was ze de beste moeder tot nu toe.'

'Hoe heette ze dan?' Ik wist niet waarom ik dat vroeg. Misschien testte ik Marina erop om te kijken of ze de namen van haar moeders nog kende.

'Ah dat was Isis, ze woonde in een landhuis een ver eindje van hier-'

Maar verder verstond ik haar niet meer, want mijn adem stokte in mijn keel. Isis was hier geweest. In het bed waar ik in slaap. Isis was hier, als moeder, en ik had nu haar plaats in genomen.

Ik wachtte al zooooolaang op het moment dat ik dit deel kon posten. Want dees is echt MIND BLOWING ofsss.
Njaaaaa nieuw deel xxx

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu