31

142 13 1
                                    

Hiral bleef.
Hij vond het excuus dat zijn vergaderingen en evenementen afgeschaft waren.
Ik wist dat ik hem vroeg of laat moest vertellen waarom hoe en wat er allemaal aan de hand was.
Maar ik kon het niet.
Ik ontweek Marina en weigerde alleen te zijn.

Ik bracht tijd door in de keuken en hielt altijd een oog op Atlas die geen tijd meer voor me leek te hebben.
Dat kwam omdat Hiral dacht dat er iets tussen ons scheelde.
Dus hielt hij hem constant bezig.

Ik vond het niet erg,
Dat bespaarde me de moeite om hem ook nog eens alles uit te leggen.

Een week verstreek zo.
Dat betekende dat ik nog 2 weken over had.

En ik moest opschieten.
Dat liet Hiral ook duidelijk merken.

Die maandag middag van de tweede week verliep het traagst van alle dagen die er gekomen waren.
Marina zocht me op in de keuken en liet een stoel naast me neer zetten.

'Je ontwijkt me.' Ze glimlachte lieflijk met die doordringende ogen van haar en staarde me aan alsof ze me bij die vreselijke wezens wilde zetten.

Ze haatte me.
Ze walgde van me.
En dat had ik nu pas door.
En ik walgde van haar.

'Mijn vader thuis laten blijven? Dat is wel heel laag denk je niet. Ik dacht dat je het wel op zou kunnen tegen een klein meisje.' Ze grijnsde.

'Als mensen weten wat je allemaal verborgen houd zullen ze niet meer zo denken.' Mompelde ik terwijl ik naar Atlas keek die druk bezig was de borden af te wassen.
Af en toe keek hij naar mij om daarna snel weer verder te doen met zijn werk.

'Daarom komt niemand het ooit te weten.' Ze glimlachte en stak haar hand op om een sapje te eisen.

'Maar Ik weet het.' Vertelde ik terwijl ik zo ver mogelijk bij haar vandaan ging zitten.

'Niet meer voor lang,'

'Je bent gestoord.' Fluisterde ik niet perse voor haar bedoeld.
Maar ze hoorde het wel en lachte.

'Ja, inderdaad. Ik ben gestoord. En het maakt me niet erg veel uit om eerlijk te zijn. Toch bedankt om het er nog eens in te wrijven.' En dat was niet sarcastisch bedoelt, dit meende ze. Wreed genoeg.

'Je bent me een uitleg verschuldigd.' Zei ik haar aankijkend met een argwanende blik.

'Ja, dat klopt. Maar die kan ik je niet geven als je me altijd ontloopt niet waar? Ik stel voor dat we hier eens rustig over praten. Alleen.' Ze glimlachte weer en trok het sapje dat ze besteld had uit de handen van een bediende.

'Dat lijkt me niet nodig.' Vertelde ik haar.

'Oh mij wel. En hoor eens, ik krijg altijd. Altijd wat ik wil.' Dat siste ze. Voor de eerste keer keek ze me echt bot aan. Met zo veel haat dat ik er niets aan kon doen en schrok. 'En weet je wat ik doe als ik dat niet krijg?' Ze keek me vragend aan en ik schudde mijn hoofd. 'Ik ga langs je dierbare familie.'

'Wat?' Fluisterde ik.

'Milo!' Schreeuwde ze plots. Zo luid dat sommige bediende geïrriteerd op keken.
Na die woorden bleef ze me afwachtend aan staren.
Dat had ze niet gedaan.

Mijn ogen groeide en met een ruk draaide ik me om naar de persoon die voor Marina stond.
Zijn haar zat slordig en zijn ogen stonden benauwd.
De werkkleding die hij droeg was gekreukeld, maar hij zag er in alle opzichten uit als de persoon die ik ontmoet had op de trap bij de roedel die nu samen met de mijne werkte.
Milo.
Het was hem.
Hij was het echt.
Milo.

//

'Ja?' Hij fronste.

'Vraag eens aan Luna of ze iets nodig heeft.' Marina keek me verwachtingsvol aan maar ik staarde alleen naar de totaal nieuwe persoon voor me die ooit een onbeleefde sukkel geweest was, die me gekust had op mijn bed gewoon als verlangen en die me altijd op wist te vrolijken met zijn domme grijns.

'Hebt u iets nodig mevrouw?'

Ik had niets nodig.
Niets van hem.
Wel van Marina.
Een uitleg.

'Milo?' Mijn mond was kurk droog.

Hij staarde me alleen aan alsof ik gek was en keek van mij naar Marina die hem aanmoedigde om tegen me te praten.

'Ja mevrouw?'

'Wat heb je met hem gedaan?' Fluisterde ik weer nu aan Marina gericht.

'Iets wat ik met veel andere geliefde van je ook kan doen. Ik hoop dat je dat weet. Wat denk je ervan? Een wandelingetje met ons tweetjes?' Ze grijnsde meisjesachtig.

'Oké.'

Ik kon niet anders.
Marina was fout bezig door mijn vrienden en familie hier bij te betrekken.
Ik haatte haar. Echt. Ik haatte haar.

//

'Vertel.' Begon ik toen we de koude buitenlucht in liepen.

Ze hielt mijn hand vast en staarde er al grijnzend naar terwijl ze er steeds harder in kneep. Gewoon om me pijn te doen.
Want dat vond ze grappig.
Psychopaat. Dat was wat ze was.
Maar ik zei het niet hard op. Ik verwachtte dat ze dat wel wist van zichzelf.

Ik deed mijn best om me niet op Marina te concentreren. Ik liet mijn blik over de bomen glijden die hun bladeren verloren. Ze keken me treurig aan. Alsof ze al die tijd al wisten wat voor vreselijks er in dit huis gebeurden en ze me vaarwel wuifde. Alsof ik een deel Van het huis zelf zou worden. Even vroeg ik me af of dit huis zelf niet gewoon de hel was. Even vroeg ik me af of de echte hel die ik gezien had niet gewoon een hallucinatie was die zich in mijn hoofd afgespeeld had.

Marina glimlachte telkens breed naar me. 
En dat bracht rillingen door mijn lijf naar boven

'Eigenlijk is het niet zo moeilijk toch. Ik bedoel. Ik wist het eerst niet. Dat hij de hel was. Maar nu wel. Mijn grootvader. De hel. Klinkt geweldig toch. Alleszins,' ze keek me even aan en ging dan verder. 'Ik dácht dat hij mijn grootvader was.'

'Wat bedoel je?'

'Hij is mijn grootvader nooit geweest, want Ik was zijn aller eerste creatie.'

Tummmmmmmm.
Nieuw deel

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu