25

195 17 2
                                    

ik kon het niet aan om atlas nog meer kwaad te doen door hem alles over de hel te vertellen en sloeg daarom een ander onderwerp aan.

'denk je dat het een misverstand is?' vroeg ik knikkend naar de nu gesloten deur.

het geluid was ver weg nog te horen. en ik was er bang van. maar ik zou terug moeten, en dat wist ik. als ik wou weten wat dit alles in hielt moest ik weten wat er nog meer was. ik moest meer over ze te weten komen. maar ik wist dat, dat vandaag niet meer ging gebeuren.

'nee, zeker niet. maar er moet een goede verklaring voor zijn. ik zou gewoon niet verwachten van Hiral dat hij dit zou doen.' hij keek me weer aan.

'heb je enig idee waar hij naartoe gaat als hij terug komt van zijn zakenreizen?' vroeg ik me af.

'ja zijn kantoor,' hij fronste. 'de kamer hiernaast.'

even was ik verward.

misschien was ik toch fout. misschien had Hiral helemaal geen idee van deze wezens. misschien was het iemand anders die hier achter zat.

maar waarom zag ik hem dan altijd de kelder in gaan?

misschien was ik daar ook fout in. het kon dat ik er naast had gemikt en hij de kamer er naast nam. want ik kon me niet herinneren dat ik zo goed opgelet had toen ik hem bespiede.

plots was ik helemaal in de war.

het kon toch niet anders? zijn vader was de hel. ik had hem al gezien. hoe Hiral echt was.

'ik weet het ook niet. ik wil gewoon weten wie hier achter zit en wat die dingen zijn.' ik keek terug naar de deur en Atlas knikte.

'morgen,' zei Atlas. 'morgen avond om 11 uur 's avonds kom ik je halen. dan zijn de bediende gaan slapen. we komen terug en doorzoeken deze plek.'

Atlas trok me weg bij de deur alsof hij bang was dat de wezens eruit zouden springen en duwde me de wenteltrap op. hij liet me geen moment alleen, toen hij me afzette bij de deur vertelde hij me dat ik de kamer niet uit mocht komen voor mijn eigen veiligheid. en dat deed ik niet.

'het komt wel goed.' vertelde hij mijn blik aflezend. 'we komen wel achter de dader.'

en na die woorden sloot hij de deur voor mijn neus en hoorde ik zijn voetstappen verdwijnen. ik had geen idee wat er nog meer ging komen. ik was bang. Hiral zou snel thuis zijn en ik had geen idee hoe ik me tegenover hem moest gedragen. ik was blij dat ik het aan Atlas verteld had. en dat ik het nu niet alleen moest doen.

en ik kon al vooral niet wachten op de volgende dag. want ik stond te popelen om achter de geheimen en het verleden van die wezens te komen.

//

'ik zag je met atlas.' vertelde Abriella me zodra ze mijn haar begon te kammen.

ik keek naar haar door de spiegel en glimlachte. haar gladde lokken waren opgestoken op een ingewikkelde manier die er prachtig uit zag maar onmogelijk, haar jurk was glad gestreken. en haar kousen waren tot hoog boven haar knieën opgerold.

'oh.' mompelde ik terug naar mezelf starend.

ik zach er niet uit.

mijn haar was in de war, en mijn ogen waren opgezwollen van de slaap. en hoewel ik net gedoucht had, had ik het gevoel dat ik stonk.

'kun je me iets beloven?' Abriella liet de borstel zakken en keek naar me. 'wil je niet meer met Atlas rondhangen als Hiral terug is? je kunt in de problemen komen.'

'ik beloof het.'en dat deed ik.

Hiral was gevaarlijk. zodra hij zou merken dat ik met Atlas omging zou hij hem misschien bij die wezens zetten, dacht ik bij mezelf.

Abriella had gelijk. ik moest oppassen met wat ik deed. ik was niet voorzichtig genoeg.

//

die avond stond Atlas me voor mijn deur op te wachten. hij leek te twijfelen toen ik hem mee trok door de gang op weg naar de wenteltrap die naar het gelijkvloers leidde. toen we voor de deur stonden hielt hij me tegen en staarde hij als verdoofd naar de sierlijke kelder deur. mijn hand rustte op de gouden knop en ik keek hem fronsend aan.

'weet je dit wel zeker? we kunnen ook doen alsof het nooit gebeurd is en gewoon verder leven.' Atlas slikte. hij was bang.

'ik moet gaan atlas, als je het echt niet wilt moet het niet. maar ik moet gaan. ik moet weten wat hij voor me achter houd. ik moet weten of we gevaar lopen.' ik vertelde hem niet dat ik het ook deed omdat ik hier uiteindelijk toch weer weg zou gaan. en ik vertelde ook niet dat ik erachter wou komen of de monsters van de hel er misschien iets mee te maken hadden, of de hel zelf.

ik opende de deur traag en begon de trappenkoker al in te lopen toen Atlas zuchtte en de deur achter zich dicht deed.

'ik laat je niet alleen gaan.'

en ik glimlachte.

de wezens antwoordde precies met het zelfde geschreeuw toen we de deur open gooide. ze keken ons met hun lege ogen aan, en we probeerden er zo rustig mogelijk uit te zien. bang dat ze zouden merken hoe we ons echt voelde en bang dat ze dan zouden denken dat we een gemakkelijkere prooi waren.

'ik ga naar binnen.' vertelde ik aan Atlas die knikte en me volgde.

'wat je ook doet. raak niets aan. je weet niet wat er aan kan zitten.' fluisterde Atlas wanneer ik een stap dichter naar de kooien zette.

er was niet veel licht. maar ik kon genoeg zien om de vele machines en apparatuur te zien langs de wanden.

'zou er nergens licht zijn?' vroeg ik me af naar de muren kijkend.

'ik zoek wel.' Atlas liep langs me heen en taste de muren af met zijn ogen. voor ik het wist werden de mijne verblind door het licht.

de kamer werd door tientallen lampen verlicht die over het plafond in lijnen langs de kooien geïnstalleerd waren.

meteen draaide ik een rondje door de kamer en vatte ik alle details in me op.

de bakstenen grond en muren waren wit geschilderd maar de verf blakerde er vanaf en schimmel groeide langs de hoeken van het plafond en dropen naar beneden wat een kletterend geluid maakte op de grond.

tientallen machinesmet lichtgevende knopjes en piepende geluiden stonden langs de wanden opgesteld en keken me uitdagend aan.

naalden en vloeistoffen lagen op tafels met doeken erover en begluurde me met hun lustige blikken. en de wezens. ze leken nog enger in het licht. hun ogen waren vuilen omrand met bloed dat er giftig uitzag. striemen liepen over hun ruggen en ze keken ons plots niet meer aan alsof ze ons op wilde eten.  ze keken ons angstig aan. alsof ze bang van ons waren. ze zakte in de hoekjes van hun kooien neer en probeerde zoveel mogelijk afstand tussen ons te creëren.

het viel Atlas ook op merkte ik want hij staarde fronsend naar de wezens en keek dan vragend naar mij.

ik zette een paar stappen dichter en concentreerde me op hun.

'hey.' fluisterde ik.

als antwoord schreeuwde ze en lieten hun puntige tanden zien die in rijen nog ver naar achter liepen.

'kunnen jullie me verstaan?' dit was dom.

merkte ik al snel.

het waren net dieren.

plots greep Atlas mijn schouder beet en trok me weg.

'weet je nog dat ik zei dat Hiral Zondag pas later terug zou komen?' vertelde hij gefrustreerd om zich heen kijkend.

Atlas had me de dag ervoor verteld dat Hiral vertraging had en pas een week later terug zou komen. ik knikte en staarde nog een keer naar de wezens voor Atlas het licht uit deed en me uit de kelder trok.

'ik was fout,' zei hij. 'hij is er al.'

Different wolf {the one 4} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu