Eternal War |Boek 1|

By Luna-Bellilia

26.4K 1.2K 348

Dutch/ Nederlands, Deel 1 (voltooid) De eeuwige oorlog, die woedde al honderden jaren en liep van de ene eeuw... More

Voorwoord
Personage lijst
Hoofdstuk 1a: Zwart En Blauw
Hoofdstuk 2a: De Geheime Bibliotheek
Hoofdstuk 3a: Herinneringen
Hoofdstuk 4a: Tegenovergestelde Groepen
Hoofdstuk 5a: Ze Zijn Het Waard
Hoofdstuk 6a: Sirius
Hoofdstuk 7a: Iemand Die We Al Lang Zoeken
Hoofdstuk 8a: Het Fort Van De Waarheid
Hoofdstuk 9a: Het Hart Van Een Vampier Doen Kloppen
Hoofdstuk 10a: Gered Door Een Droom
Hoofdstuk 11a: Overgelaten Aan Zijn Lot
Hoofdstuk 12a: Nog Steeds Haar Zoon
Hoofdstuk 13a: Praten Tegen De Maan
Hoofdstuk 14a: Niet Zo Zedelijk
Hoofdstuk 15a: Ze Huilde Licht
Hoofdstuk 16a: Een Rood Medicijn
Hoofdstuk 17a: Nachtmerrie
Hoofdstuk 18a: Een Leegte Opgevuld Met Pijn
Hoofdstuk 19a: Strikte Orders
Hoofdstuk 20a: Een Spel Met Feeënstof
Hoofdstuk 21a: Concentratie
Hoofdstuk 22a: Simulator
Hoofdstuk 23a: Een Goede Vriend
Hoofdstuk 24a: Fork, Fork, Fork
Hoofdstuk 25a: De Test
Hoofdstuk 26a: De Brieven
Hoofdstuk 27a: De Doden Weten Meer
Hoofdstuk 28a: Hoge Academie Voor Magie
Hoofdstuk 29a: Eeuwen Van Oorlog
Hoofdstuk 30a: Onze Broer
Hoofdstuk 31a: Maskers
Hoofdstuk 32a: Apart
Hoofdstuk 1b: Vingers Op Het Klavier
Hoofdstuk 2b: Een Geest
Hoofdstuk 3b: Perfecte Leugenaar
Hoofdstuk 4b: Citadel Der Oudsten
Hoofdstuk 5b: Het Naburige Huis
Hoofdstuk 6b: De Dimensies Redden
Hoofdstuk 7b: Hey, Is Ze Al Dood
Hoofdstuk 8b: Gesa Of Idril
Hoofdstuk 9b: Verassing
Hoofdstuk 10b: Het Hartje Van Sneeuw
Hoofdstuk 11b: Perspectieven
Hoofdstuk 12b: Een Koningin In Wording
Hoofdstuk 13b: Niet Te Stoppen
Hoofdstuk 14b: De Blauwe Geest
Hoofdstuk 15b: Verloren Liefde
Hoofdstuk 16b: Spitse Tongen
Hoofdstuk 17b: Laten We Beginnen
Hoofdstuk 18b: Een Gedichtenboek
Hoofdstuk 19b: Een Entree
Hoofdstuk 20b: Red Jezelf
Hoofdstuk 21b: Schuilen Voor De Regen
Hoofdstuk 22b: De Spreuk Zonder Prijs
Hoofdstuk 23b: Een Vleugje Elvenstof
Hoofdstuk 24b: Het Is Weg, Compleet Verdwenen
Hoofdstuk 25b: Berichten Voor De Maan
Hoofdstuk 26b: Gesprekstherapie
Hoofdstuk 27b: Het Moeras Monster
Hoofdstuk 28b: De Groepsfoto
Hoofdstuk 29b: Conversaties In Het Duister
Hoofdstuk 30b: Als Je Ooit Vergeet Dat Je Van Me Houdt
Hoofdstuk 31b: Het Drakenpaleis
Hoofdstuk 32b: De Melodie Van De Nacht
Hoofdstuk 33b: Valse Ezran En Philomena
Hoofdstuk 34b: In De Schaduw Van Een Geest
Hoofdstuk 35b: De Sedaber
Hoofdstuk 36b: Een Tijger, Een Leeuw, Een Schorpioen
Hoofdstuk 37b: Heren Der Verwarring
Hoofdstuk 38b: Ruilen In De Sneeuw
Hoofdstuk 39b: Twee Draken Én Ik
Hoofdstuk 40b: Mogen De Schaduwen Met Ons Zijn
Hoofdstuk 42b: Een Vloek Met Schaduwen
Cries After War
Dankwoord

Hoofdstuk 41b: Kant Van De Levenden

33 4 0
By Luna-Bellilia

Pov. Nora

"Vorder", bevool Aurora die bij het kroonleger stond opgesteld en de leiding over de weerwolven packs overliet aan hun alpha's. De weerwolven stonden opgesteld in de meest linker doorgang. In de doorgang daarnaast stonden de vampieren. In het midden stonden zowel de fibions, de demonen als het kroonleger. In de rechter gang stonden de elven opgesteld en de laatste doorgang aan de rechterkant werd gevuld met het heksen en tovenaren leger. De meermensen hadden de bescherming van de dimensies in handen gekregen en bleven dus buiten deze eindstrijd afgezien van enkele krijgers die ook op land konden vechten. Boven ons vlogen de feeën en sommigen magiërs en de meeste fibion verzetskrijgers. De troonopvolgers stonden met ons in het midden onafhankelijk van hun dimensie van oorsprong. Zo ook Liam die weer op krachten leek te zijn. De blikseminslag had zijn teken achtergelaten op zijn lichaam, een litteken dat er net zo uitzag als de bliksem op zijn borstspieren tot aan zijn buik. Op zijn rug was er een grote rode kring te zien, daar waar de bliksem insloeg. Zijn verwondingen deden nog pijn en waren verbonden voor hij zijn gevechtskleding had aan moeten trekken. Blake was redelijk goed hersteld net als Liam maar ze waren niet in topvorm, niet gezond genoeg voor een slag van dit caliber. Doordat Liam een vampier was kon hij niet overlijden ten gevolgen van de bliksem en heelde hij al goed. Blake was deels Engel, deels demon en deels tovenaar. Het fibion gedeelte zorgde ervoor dat hij niet gewond kon raken door wapens die niet gemaakt zijn om hun soort te doden of van drakenglas zijn gemaakt. Maar eenmaal gewond heelde hij niet zo snel als Liam of Brandon zouden in zijn situatie. De helers hadden aardig wat werk gehad en hem opgelapt maar toch liep Blake met moeite door de pijn van de onvolledig geheelde wonden. Één van de redenen waarom Ezran hem Tsesanesae liet bereiden en de doorgangen liet veranderen in rivieren van vuur. Anderszijds stond de draak ook niet iedereen toe hem te benaderen. We renden met z'n allen verder tot het punt waar de luchtmacht boven ons bleef wachten. Tot dat punt zouden we vuur gebruiken, als het erop aankwam zou Blake zelf een oordeel vellen en Tsesanesae's vuur gebruiken wanneer hij het juist achtte. De afgesloten woonwijken maakten dat mijn hart iets had van een gerust gevoel. Dat we geen onschuldige burgers zouden vermoorden tijdens de strijd. Iedereen droeg zijn eigen gevechtskleding, zijn eigen symbolen, zijn eigen tekens. Manal en ik droegen onze gevechtskleding degene die we voor de missie hadden gekregen net als de andere krijgers van de kroondimensie die gelijkaardige gevechtskleding droegen. Eenmaal op het einde van het modderige zwarte pad voor ons omgeven door muren stopten we. De gelederen sloten zich. De rij krijgers zetten hun schilden in de modder, de rij erachter vulde de lege plekken op. De drie rijen daarachter namen hun wapens klaar en stonden afwachtend voor hen te staren. Achter hen werd de artillerie terug in gereedheid gebracht. "Dip, leg de pijl in de boog,... span,... richt,... houdt stil...", riep Thaddeus de boogschutters toe. Ook de aardstuurders die daar de kracht voor hadden zouden gelijktijdig rotsblokken afvuren. De vuur feeën en fibions zouden vanuit de lucht hetzelfde doen. Ook in de andere doorgangen verliep alles hetzelfde en zou de artillerie eerst ingezet worden. Als de tegenstander nogmaals was uitgedund zouden onze gelederen het zo lang mogelijk uit moeten zien te houden. Eenmaal de frontlinie zou breken zouden de andere linies de frontlinie bijvullen. Tot het punt waar onze gelederen uiteen zouden vallen, iets onvermijdelijk waar de overblijvende soldaten van de infanterie zouden vorderen samen met de dragonder en de cavalerie. Vanaf dat punt, wanneer onze soldaten niet meer in het gelid konden staan, wanneer de frontlinie slechts een plas vlees en bloed zou zijn op een boden van zwart waar sneeuw op viel, wanneer de opeenvolgende linies zo snel uiteen werden gereten dat de gelederen onmogelijk gesloten of bijgevuld konden worden dan zou de chaos uitbreken. In het holst van de nacht zou het gebeuren, het einde of de eerste terugslag. "Schiet", klonk het nu. Niet alleen wij vuurden, er vlogen genoeg vuur en of gifballen naar onze kant. Meteen sneuvelden er al soldaten aan beide kanten. De fibions bleven onze richting uit rennen, vanuit Nefelisauros verzamelde zich steeds meer krijgers. "Houd stand, geef geen grond vrij", riep Aurora net voor de eerste fibions tegen onze schilmuur begonnen in te hakken. Vantussen de kieren staken onze soldaten speren naar buiten die sommige fibions doorspiesden, moesten ze die verwondingen niet overleven zouden ze terug keren om het opnieuw te proberen. Ondertussen bleven boogschutters pijlen afvuren en vlogen ballen van vuur door de inmiddels zwarte met zilver belichtte hemel. Velen krijgers vielen aan beide zijden, vlogen in brand en schreeuwden het uit of werden verteerd door gif. Aurora vocht dapper mee in de frontlinie net als Thaddeus. Ook Liam wou er graag staan maar werd dat niet toegestaan door zijn verwondingen. Manal en ik hadden nog geen enkele oorlog meegemaakt en zouden daarom ook nooit in de gelederen mogen mee strijden al zouden we erom smeken. Afwachtend stonden we naast Philomena en Gaian. Cora stond opgesteld bij de artillerie en liet pijlen de lucht door zoeven, telkens weer raakte ze het doelwit dat in brand vloog en de verschrikkelijkste kreten uitstooten. Het onvermijdelijke gebeurde al gauw, toen de fibions die konden teleporteren tussen onze linies verschenen en in een oogwenk hun lichamen in lijken veranderden. Thaddeus probeerde nog om de frontlinie te sluiten en bevool de gelederen te sluiten aan de achterste linies maar daar was niet meer veel van over. "Met de schaduwen", riep Philomena nu luidkeels, het teken om Nefelisauros onder te dompelen in een rode chaos. Onze soldaten gingen achteruit, zij die dat niet konden zouden spoedig door ons geholpen worden. De cavalerie reed vooruit en maakte voor de dragonder en infanterie de weg vrij. Philomena haar zweep begon te gloeien en vond zijn weg naar een fibion die in tweeën werd gespleten met een sissend geluid, de gloeiende hitte van de zon die zijn vlees verbrande. De verbrande geur heerste al overal, we walsten zo over hun as heen. De krijgers te paard hielpen onze medesoldaten uit de nood en maakte de weg naar de stad vrij. De vermorzelde linies, of wat ervan over was voegde zich bij ons, opweg om het legerkamp te verwoesten. De grootste verliezen waren door de kroondimensie geleden in de eerste momenten van het gevecht in onze doorgang. In de andere stonden maar één dimensie per doorgang dus hadden we allen ongeveer evenveel verlies geleden schatten ik. Mochten we niet eerst de voorbode van wat komen zou verbrand hebben zou het veel erger zijn geweest en hadden misschien volledige bataljos het leven gelaten. Terwijl wij onze weg door as en sneeuw vervolgden kwamen velen fibions achter ons al terug tot leven, hoe erg hun verwondingen ook waren. "Verspreide", riep Philomena nu we het punt bereikten waar onze doorgangen eindigden en een grote stad voor ons lag. Niemand zou alleen gaan, het werd verplicht om minstens met z'n tweeën te zijn voor veiligheidsredenen. Mocht een fibion achter mij opdoemen kon iemand mij rugdekking geven. Boven ons vlogen velen fibions om met de luchtmacht af te rekenen. De meesten fibions die in het verzet zaten werden daarom ingezet om onze doden te verbranden, zodat ze hun eigen soort niet onnodig vaak zouden moeten doden. De fibions die terug kwamen met hun tweede of derde leven werden daarom vanuit de lucht verbrand zodat ze niet weder zouden keren naar de kant van de levenden. De kant waar wij ons nog aan bevonden. Onze onafgesproken maar al besloten groep rende dezelfde richting uit. Verschillende kleine militaire eenheden trokken uit. De zwaarden werden nu door ons allen gebruikt, met degene die Philomena voor ons overliet rekende wij af. Mijn eerste tegenstander in deze slag kwam tegenover mij te staan toen we een straat insloegen en oog in oog kwamen te staan met een peleton soldaten, te zien aan hun uitrusting waren het verbindingswacht krijgers. Hun luitenant bevool geen van ons te sparen en blafte het bevel de zwaarden te trekken. Philomena aarzelde evenmin, haar zweep laaide op en sneed zo door drie fibions heen. Één van hun vrienden schoot een gifbal op haar af die ze ontwijkte door haar vleugels tevoorschijn te halen en razendsnel de lucht in te vliegen. Ook degene die de gifbal had afgevuurd vloog nu de lucht in om het gevecht aan te gaan. Aurora en Cora waren al bezig met het bestrijden van twee fibion beesten wiens ledenmaten waren uitgerokken en op donkergrijs kristal leken. De gekristaliseerde fibions konden hun armen en benen doen groeien en konden vlijmscherpe kristallen afvuren die de twee vrouwen ontweken. Manal had van Ylva een korte lijst met spreuken gekregen voor de strijd, vooral de vuurspreuk zou ze vaak moeten gebruiken. Tussen ons ontstonden vuurkolven in de aarde, Lazar liet de punt van zijn speer vlam vatten en gooide die naar de fibion die op hem afkwam. Toen die neerviel sprong hij over hem en greep hij degene achter hem bij de keel, hij teleporteerde weg en verscheen voor mijn neus. We begonnen een zwaardgevecht dat enige tijd doorging tot ik het gelaat van Philomena aannam en de fibion verblinden met zonnelicht. Hij viel neer en werd door Thaddeus door het hart gestoken met een dolk dat door Manal's magie vlam had gevat. Cora schoot enkele pijlen af en liet de fibions die ze raakte schreeuwen van de pijn. Gaian reed vooruit en onthoofde de fibions die al brande zodat ze een snelle dood zouden krijgen. Ook Liam worstelde met een fibion die zijn gezicht er bijna afbranden tot Aurora hem van Liam aftrok en zijn gezicht in één van de vuurkuilen duwde. Het vuur verspreide zich al snel, Aurora stak hem in het hart en maakte er een einde aan. De luitenant haalde ook zijn vleugels tevoorschijn en vloog omhoog zodat hij ons van boven kon belagen maar Philomena stond hem dat niet toe. De luitenant vloog recht op Manal af maar werd door Mena bij zijn arm gegrepen met de zweep die siste en zijn arm eraf brande, maar hij had er nog één. Voor ze er goed bij stilstond vuurde hij een hele vlaag vuur haar richting uit. Met enkele vleugelslagen had ze zichzelf weten te redden uit zo een verschrikkelijke manier om te sterven, dood door vuur. Jammer genoeg laaide de wind die haar vleugelslagen creëerde de vlammen op die haar vleugels raakten aan de rand en haar been een stuk verschoeiden. In één zweepslag was de luitenant ontvleugeld en viel hij op de grond. Liam stak een brandend zwaard in zijn hart waarna zijn lijk vlam vatten. Degene die nog in een gevecht verwikkeld waren maakten die af terwijl de rest van ons al verder begon te rennen. "Gaat het Mena", vroeg Lazar toen ze lande. Ze knikte terwijl ze haar paard besteeg "ik ben oké." Ze trok aan de teugels en reed vooruit met Gaian om ons pad te verkennen en uit te dunnen. De meesten renden al achter haar aan maar dat kon ik niet, Liam vocht nog tegen een fibion beest. Terwijl Liam hem tussen de ribben stak vloog ik op hem af. Voor mijn zwaard zijn arm kon verwonden zwaaide hij zijn behaarde arm naar mij toe en kwakte niet alleen het zwaard maar ook mij tegen de grond. Terwijl ik van de grond krabbelde nam ik Luna haar gelaat aan en schoot ik zodra ik op mijn voeten stond een vuurbal af die doel trof en het fibion beest aan het krijsen maakte. Liam raapte zijn zwaard van de grond en gebaarde dat ik verder moest rennen. Hij rende achter mij aan en keek naar mij tot mijn gelaat terug verscheen. Alaric zou bij de verzwakte en degene in de achterste linies blijven om ze te beschermen. De enige die nog in contact kon komen te staan met de luchtmacht en Blake die in een andere gedeelte van de stad vuur door de straten liet spuwen, waarschijnlijk om de ondergang van onze krijgers te voorkomen. "Links", hijgde Liam dus deden we dat ook, we sloegen links af. Philomena haar paard stond te midden van lijken terwijl zij op een dichtbijzijd dak stond te vechten. Manal had net werpsterren naar haar tegenstanden gegooid die zich los trok en op haar afkwam tot Thaddeus hem de keel doorsneed en zijn eigen tegenstander een schop gaf om hem bij hem vandaan te krijgen, voor een andere zet was geen tijd, het nadeel, zijn tegenstander had tijd om te recupereren en te herstellen voor Thaddeus terug kon toeslaan. De fibion trok een dolk en haalde zo onverwacht uit dat het Thaddeus zijn arm open sneed. Lazar en Gaian hadden rechtsaf geslagen en waren daar een fibion beest aan het bestrijden, Manal had al vuur getoverd waar Coretta haar pijlpunten in doopte voor ze schoot en de naderende fibions in vlammen deed opgaan. Aurora stond ook aan de rechterkant waar ze net een harde klap in de buik kreeg en dubbel sloeg. De fibion greep haar bij de keel en hield haar in de lucht maar Aurora had andere plannen. Zelfs vanaf hier zag ik haar ogen verkleurde terwijl haar benen hun weg om zijn nek vonden. Hij loste wat Aurora gebruikte om een betere positie aan te nemen voor ze op de grond vielen. Hij greep naar haar benen die de luchttoevoer naar belemmerde maar Aurora sneed zijn polsen open wat hem piepend zijn armen deed terug trekken, al gauw stierf hij voor de eerste maal. Cora schoot een vuurpijl af en verbrande het lijk voor hij terug kon keren. Boven mij begonnen twee vliegende krijgers het uit te schreeuwen terwijl ze naar hun hoofden grepen. Ze verloren de controle en smakten tegen gebouwen voor ze op de grond vielen. Mijn zwaard vond zijn weg naar de dichtstbijzijnde vuurkuil voordat het zwaard in één van de benen werd gestoken. Het vuur spreiden zich en nam het lichaam en de ziel mee naar de schaduwen. Liam deed hetzelfde met het tweede lichaam dat hij doormiddel van zijn krachten uit de lucht had gehaald. Aan onze rechterkant vorderden Aurora, Lazar, Gaian en Coretta. Philomena lande terug van het gebouw waar ze op vocht en zocht haar pegasus die net een fibion die langsliep en Manal wou aanvallen langs achter een strap gaf. De hoefijzers lieten afdrukken achter op zijn gezicht en borst toen hij op de grond werd gesmeten. Manal verbranden hem voor hij terug een poging op haar leven waagde. Thaddeus gebaarde om te vorderen dus dat deden we ook.

De uren verstreken en de nacht werd holler en duisterder. Om ons heen waren zoveel soldaten gesneuveld, meegenomen naar de andere kant, voor eeuwig en altijd weg van dit alles. De misselijkmakende geur van verbrand vlees, bloed, ontlasting en wat nog meer had zijn doordringendheid verloren tijdens het gevecht. Nu ik even stil stond en om mij heen kon kijken was de geur terug van nooit weg geweest. Onze groep was verder uitgedund beneden op straat. Philomena, Manal en Thaddeus bleven achter om de straat veilig te houden en daar de krijgers naar de schaduwen te sturen. Liam en ik waren een gebouw in gerend waar geroep om hulp klonk en overduidelijk een gevecht aan de gang was. Eenmaal boven hadden we gelijk, een groep vampieren verzetten zich tegen een eenheid fibion krijgers, sommige onder hen waren van de verbindingswacht. Één voor één werden de vampieren geëxecuteerd. De beul werd door Liam meteen onder handen genomen, het bloed stroomde door zijn ogen, neus, mond en oren toen hij op de grond neer viel. De andere draaide zich naar ons toe en trokken onmiddellijk hun wapens. Voor vleugels was er geen ruimte en nauwelijks voor fibion beesten maar toch transformeerde zij die dat konden. Mijn uiterlijk veranderde in dat van Luna voordat ik het fibion beest dat Liam zijn ingewanden de buitenwereld wou laten zien stopte met telekinese. Tijdens mijn training had ik vooral Luna haar gelaat leren aannemen en de daarbij horende krachten, het was simpeler want dan hoefde ik niet telkens naar iemand anders te veranderen om andere krachten uit te proberen. Liam maakte handig gebruik van het stilstaan van zijn tegenstander en duwde zijn zwaard door de keel van de fibion van het eerste huis tot hij er aan de andere kant uit stak. Toen hij zijn zwaard terug trok en naar de volgende tegenstander ging verbrande ik het lijk. In de ruimte stonden maar drie fibions, twee fibion beesten en een fibion van het tweede of derde huis. De laatste schoot een gifbal naar Liam die niet genoeg plek had om opzij te springen waardoor zijn zwaard werd geraakt en het metaal begonnen te sissen en smelten tot het op de grond viel in een plas zilver. Ik ging met die fibion een zwaardgevecht aan terwijl het tweede fibion beest en Liam elkaar probeerde te verwonden zonder de gunst terugbetaald te krijgen. Al gauw lag mijn tegenstander op de grond met een gapend gat in zijn buik. Mijn zij was open gesneden maar begon al te herstellen. Het fibion beest was zo druk met Liam dat hij mij niet zag dus riep ik "Liam opzij" op het moment dat ik meerdere vuurstoten uitdeelde om te eindigen met het verbranden van het lijk dat ik had achter gelaten. Liam trok een dolk uit de schede en stak het krijsende beest dat door zijn knieën viel in het hart. "Indrukwekkend", klonk een vaag bekende stem plotseling, nog voor ik mij kon omdraaien zag ik iets zwart vanuit mijn ooghoeken naar Liam toe vliegen. Het was een gifbal die Liam op zijn rug raakte "Luna, jij hier?" Het enige dat ik wou was op mijn knieën vallen om Liam zijn gezicht vast te kunnen nemen en zijn hoofd op mijn schoot te leggen maar dat ging niet. Daarvoor in de plaats keek ik Haga's scheef hangende gezicht aan "je hoeft niet te antwoorden, ik weet heus dat je Luna niet bent, zij zou ondertussen dood moeten zijn, Nora gok ik dus." Zonder te antwoorden liep ik voorzichtig dichterbij. "Doe geen moeite meisje, je bent niet getraind om mij te verslaan tenzij je graag de vampieren vergezeld tijdens hun overtocht naar de schaduwen", beet hij mij geamuseerd en plagerig tegelijk toe. We stonden dicht genoeg dus trok ik mijn zwaard en wachtte ik enkele seconden tot hij hetzelfde zou doen maar dat gebeurde niet. Behoedzaam bewoog ik naar hem toe om uit te halen naar zijn hart maar het zwaard stopte met bewegen voor ik zijn lichaam raakte. Hij stak zijn hand uit die plotseling in een soort donker grijze, zwarte zwaarden klomp veranderde net als zijn arm. Snel deinsde ik achter want mij kon hij wel degelijk aanraken. Heel kalm wandelde Haga naar Liam toe die op zijn buik op de vloer lag. Met zijn voer porde hij even in zijn rug wat Liam deed kreunen van de pijn. Haga schoof zijn voet tussen Liam's buik en de vloer en duwde hem zo op zijn rug. "Ga achteruit", waarschuwde ik. Telekinese werkte niet en ook de vuurballen die ik afschoot raakte slechts een onzichtbaar schild. Haga was tot op de tand bewapend en trok nu een houten staak uit één van zijn wapenriemen. "Wat heb je liever Nora, een houten staak, onthoofding of toch verbranding zoals jullie bij ons doen", vroeg Haga bitter, hij was serieus. "Ga achteruit Haga, jullie hebben Vladimir, laat Liam gaan", zei ik voorzichtig. Toen draaide hij zich om naar mij "alle Colson's zullen betalen. Dat zullen jullie allemaal voor het binnendringen van Nefelisauros", liet hij weten. Krachten gebruiken had geen zin dus  nam ik mijn eigen gelaat aan. "Laat mij dan betalen, een koningin van de kroondimensie lijkt mij een goede prijs", probeerde ik hem over te halen. "Je hebt een titel gekregen maar dat maakt je geen koningin. Je bent een dood mens dat ooit door een oude man in een ver verleden gezien is tijdens een visioen. Ik kies mijn prijzen", kaatste hij terug waarna hij in één beweging gehurkt zat met zijn gezicht naar Liam. Verwilderd probeerde ik Haga weg te trekken maar mijn hand raakte nooit zijn schouder. "Neeeee", riep ik gelijktijdig met Haga's hand die de houten staak door Liam's hart boorde. "Mens", zei Haga nog minachtend als afscheid terwijl hij langs Liam's lijk naar de uitgang beende. "Voel jij je schuldig, zelfs maar een beetje", vroeg ik Haga? Zelf wist ik niet waarom, misschien omdat het mij zo onbegrijpelijk leek dat iemand die smeekte om genade dat werd ontzegd. Het was oorlog en daar vielen doden maar dit was opzettelijke moord. "Ik heb geen tijd om mij schuldig te voelen en jij ook niet", liet hij zonder zich om te draaien vallen. Pas op dat moment gebeurde het, ik viel op mijn knieën en kroop naar Liam toe. We zeiden niks terwijl het leven uit hem sijpelde. "We gingen altijd al vaarwel zeggen of niet", vroeg Liam mij zachtjes? "Ja, ik geloof van wel", moest ik toegeven. Geen idee hoe ik woorden kon vinden. "Ik hou nog steeds van je, ik hou zoveel van je", bekende Liam. Er ontstond een zware stilte, de werelden werden gepauzeerd terwijl er vanuit het raam blikseminslagen te zien waren en zeeën van vuur die door het raam naar binnen sloegen in wolken en hun warmte aan ons gaven voor ze weer verdwenen om vanaf de buitenkant het gebouw op te vreten. Kang-dae was er nu dus ook, in een poging om het veld te breken liet hij zijn draak los gaan op de omkoepeling. "Weet ik, ik hou ook van jou", deelde ik even zacht als hij mee. Niet in staat te vertellen dat ik mezelf had gedwongen om van de hou een hield te maken. Het werkte maar nauwelijks, zo hard was ik dus gevallen voor hem. "Wist je dat je mijn eerste liefde bent", vroeg hij mij waarna hij bloed ophoesten. "Ja net als jij de mijne", reageerde ik zachtjes. De tranen waren opkomst maar hield ik tegen om Liam zijn laatste beeld dat van een glimlach te laten zijn en niet dat van tranen met tuiten. Een oprechte glimlach uit het diepste van mijn hart werd tevoorschijn getoverd door én voor Liam. "Als de bloedband er niet was geweest had ik gevochten Nora, had ik je mijn liefde gegeven en het niet alleen gezegd", zei hij met een glimlach. Dat was zijn laatste zin, zijn ogen sloten zich in de nachtnevel met een staak door zijn hart. Het laatste dat hij zag was een glimlach en ook het aller laatste dat hij schonk. Hij had het dus nooit geweten, dat de bloedband er niet langer was. Net voor het einde zag ik een vonkje in zijn ogen, dat gebeurde ook die dag tijdens onze sneeuwdroom, hij had mij net zo aangekeken met liefde in de ogen, een vonk dat over sprong. Het enige dat ik kon doen was naar zijn bebloede hand grijpen van de slag die hij niet had overleefd terwijl de zoute tranen over mijn wangen gleden.

Pov. Ezran

Het bloedvergiet was al gestart, aan de hittegolven die tot het paleis reikten en de rode vlammen door de ramen kon ik zien dat ze al zoveel zielen hadden verbrand, door mij, het was immers mijn idee, mijn voorstel. Door de plotselinge aanval waren alle krijgers in blinde paniek naar hun leidende officier gegaan om verdere instructies te krijgen, het bevel van Tyrion werd niet afgewacht, zo was het besloten. Het was nog nooit voorgevallen maar bij een aanval op de hoofdstad Nefelisauros of andere belangrijke gebieden in de districten werd het bevel om je te verzetten niet afgewacht. Als een eenheid krijgers zich verplaatste liep ik tussen hen mee tot een straat of steeg dat op mijn weg lag waar ik zo onopgemerkt mogelijk in afsloeg. Nefelisauros had velen inwoners en was daarmee ook een grote stad, het koste mij bijna voortdurend rennend ongeveer anderhalf uur om het paleis te bereiken. Toen Blake en ik Tsesanesae bereden om het beschermingsveld om de stad te vernietigen hadden we hetzelfde gedaan met de extra lagen beschermende spreuken om het paleis van de verbindingskoning. Het had veel van Blake's krachten gevergd, zo niet alle. Binnen geraken was dus niet het probleem, de andere vinden daarentegen duurde veel te lang. Zelfs een uur nadat ik het paleis was binnen gedrongen had ik geen van hen gevonden. De dienstingangen waren verlaten en uit het zicht dus verplaatste ik mij zo. Niemand was ik het afgelopen uur op mijn weg tegen gekomen, de hoop dat het zo zou blijven koesterde ik niet eens. Een jongen kwam met een stapel linnengoed naar mij toe gewandeld. Hij keek zelfs niet verbaasd toen ik langs liep. Hem voorbij laten lopen was het slimste maar toch besloot ik hem te waarschuwen voor het gevaar dat ook dit paleis zou bereiken, al zou het maar voor even zijn. "Nefelisauros word aangevallen, je zou het paleis moeten verlaten", liet ik weten. "De koning staat ons dat niet toe, binnen zullen jullie veilig zijn vertelden ze ons", zei de jongen. "Het blijft niet lang veilig, het sneeuwt buiten", liet ik weten. "De koepels zijn weg", zei hij verbaasd. "Dat zijn ze", knikte ik "je moet gaan." "Je bent poesje, toch, een vriend van Cynth ik hoorde dat ze lid is van de innercirkel", vroeg hij mij. Tyrion had Luna zo genoemd dus knikte ik "ja dat ben ik." "Ik kan je helpen haar te vinden, daarvoor ben je toch hier." Weer knikte ik "dank je,... wat is je naam jongen?" "Quadarius", vertelde hij mij. "En je tweede naam?" "Die heb ik niet", gaf prijs. "Een bastaard neem ik aan", reageerde ik. Deze hele tijd had hij mij niet aangekeken, pas toen keek hij op om te knikken. "Ik ben ook een bastaard", vertrouwde ik hem toe, gewoon omdat ik iets in zijn ogen zag dat verlicht zou kunnen worden door die woorden, door het feit dat ik hem begreep. Ook ik had nooit een naam gekregen van mijn vader, de behoefte had ik er niet aan maar in deze dimensie was het leven zwaarder zonder. Een teken dat je ongewild bent door je vader. "Wat is je naam", vroeg ik opnieuw. "Quadarius Thurstone", bij het horen van die naam stond ik even stil, Haga's zoon. "Je bent Haga Cathán zijn zoon", zei ik. "Zijn bastaard", conformeerde hij. "Waarom wil je mij helpen", vroeg ik de jongen, Quadarius. "Mijn vader en ik staan niet op goede voet", bekende hij. Geen wonder met Haga als vader. "Het liefst zou ik je geloven en je hulp aanvaarden maar met de familienaam Thurstone kan ik geen risico's nemen", het was een test. Als hij zijn disgenoegen uiten en aandrong zou ik hem genoeg moeten zien te vertrouwen, zo niet zou ik het er niet op wagen. "Als je denkt dat het een list van Haga is heb je het mis. Hij probeert er alles aan te doen om te vergeten dat hij mij heeft verwekt. Laat mij je helpen, de gevangen rebellen zitten niet in de hoofdstad zowel had ik al lang geprobeerd mij aan te sluiten", ging hij verder. "Als je dat wil zal ik je hulp aanvaarden, nogmaals bedankt Quadarius", liet ik nu weten terwijl ik een hand op zijn schouder legde. Hij boog weer zijn hoofd en begon te wandelen "volg mij."

"Hier is het", zei Quadarius toen we in een gang uitkwamen zonder deuren buiten de geheime deur in de muur voor de dienstingang. "Wat is hier", vroeg ik hem want Luna stond er in elk geval niet. "De schaduwsteen, ik weet niet of je er ooit van hebt gehoord maar hij bestaat zoals in de legenden en rijmpjes", vertelde hij mij. "Ik weet wat het is", daar was ze dus, daarom kon ik haar niet vinden. "Zijn bèta Brandon en kroonprinsen Zack en Vladimir daar ook", vroeg ik hem meteen daarna. Hij schudden zachtjes zijn hoofd "de vampier is bij de koning net als de twee andere. Ze zijn in de troonzaal." "En Haga, is hij in het paleis", vroeg ik nu? "Hij vertrok zodra hij het signaal zag dat er een slag was", deelde hij mee. "De legenden heb ik gehoord, als ze kloppen is er geen enkele mogelijkheid om ze terug naar onze kant te brengen", zei ik in de hoop dat hij wel wist hoe dat te verwezenlijken. "Haga heeft het gedaan, ze naar het schaduwrijk gestuurd bedoel ik, misschien dat ik de schaduwsteen kan commanderen of beïnvloeden doordat we bloed delen", deelde de jongen zijn gedachten. "Het is het proberen waard", was al dat ik zei voor we de gang in wandelden om naar de schaduwsteen toe te gaan. Het was een magische steen waardoor je wezens kon vast houden in een bepaalde omgeving naar keuze. Waarschijnlijk het paleis aangezien ze Luna niet ver zouden laten gaan. Haga had de schaduwsteen gebruikt om haar in een andere versie van dit paleis rond te laten dolen. Ook andere gevangenen zielen zaten daar, na een tijd werden de zielen schaduwen. Hoe het voor haar was, wat ze zag en wat haar omringde wist ik niet maar een aangename plek was het ongetwijfeld niet. Een simpele zwarte steen, effen en glanzend in een gouden lijst die de steen, zo groot als een watermeloen aan de muur vast had gemaakt hing aan de witte muur voor ons. Voorzichtig legde Quadarius zijn hand op de steen, in gedachten vroeg hij waarschijnlijk om Luna's vrijlating maar de steen had andere plannen. De zwarte kleur wervelde weg tot een doorzichtige steen één van de paleisgangen liet zien. Wij konden haar niet zien, horen of aanraken en zij ons evenmin dat maakte het gewoon des te erger dat ze hier toch was, buiten ieders bereik. Ze zat met opgetrokken knieën voor een raam waar niets dan duisternis te zien was. Schaduwen cirkelden om haar heen en grepen haar vast. Vlogen zo dicht dat ze haar betasten, trokken aan haar en zetten hun klauwen in haar huid. "Ze is daar al sinds de middag", liet Quadarius weten. De schaduwen ontvluchten had ze waarschijnlijk al geprobeerd maar het haalde niets uit want zij gingen waar Luna was. Ineengedoken zat ze op de grond, ineenkrimpend telkens wanneer ze haar aanraakten. Een traan gleed over haar wang en viel op de witte vloer die in het schaduwrijk grijs-kleurig zag. De traan gaf licht, net als haar ogen dat nu deden. Bij het contact met de vloer werd een energiegolf door de ruimte gestuurd die de schaduwen weg vaagde, zo door ze heen sneed en ze krijsend uit elkaar deed spatten, ze losten op. "Probeer het alsjeblieft opnieuw", joeg ik de jongen op die zijn best deed. Toch knikte hij, maar zonder resultaat, de schaduwen keerden terug, wellicht nieuwe om haar te teisteren. "Haar terug naar deze kant krijgen lukt niet, als ze de steen zelf aanraakt kan het misschien nog lukken. In één van de kinderrijmpjes zingen ze het, dat bij aanraking de ruimte tussen de schaduwen en ons het kleinst is", bedacht Quadarius zich. "Kun je haar iets laten horen", vroeg ik hem? Hij knikte "dat moet lukken." De waarom brandde in zijn ogen maar voor vragen stellen werd hij waarschijnlijk gestraft dus deed hij dat nu ook niet.

Even later hadden we een piano uit een dichtbijzijde ontvangstruimte naar de gang gesleept waar de schaduwsteen was gevestigd. Toen Quadarius de steen vroeg om haar te laten horen wat er zich aan onze zijde afspeelde konden we ook horen wat er aan de schaduwkant klonk. Het geluid van schaduwen die om haar heen kronkelden en een akelig hoog geluid maakten werden hoorbaar. Op de piano begon ik te spelen terwijl mijn ogen zich nauwelijks van de steen konden los maken. Toen Luna het hoorde keek ze op met een betraand gezicht. Te midden van de schaduwen kwam ze overeind om naar de muziek toe te rennen. De schaduwen achtervolgde haar en bleven aan haar trekken en haar vast klemmen tussen hen en de omgeving maar uiteindelijk geraakte ze waar de muziek vandaan klonk. Een lege gang, op één steen na. We waren alle drie op dezelfde plek maar aan andere zijden ervan. Terwijl ze om haar heen keek trok een schaduw haar terug en klemde haar vast tussen zijn 'armen' wat haar deed tegenstribbelen. Toen ze los geraakte viel ze op de vloer gezien de schaduwen vlogen, ze keek op naar de steen, goed zo Luna, raak hem aan. Dat deed ze, Quadarius die zijn hand op de steen gedrukt hield vroeg de schaduwen om haar vrijlating. De schaduwen vlogen naar haar toe wat ons het zicht belemmerde. De paniek die in mij opwelde deed mijn vingers zich terug trekken waardoor de muziek abrupt ophield met spelen, ik kon niet zien of ze het gered had. "Ezran", klonk haar trillende stem, die mij vroeg of ik werkelijk daar was om zeker te zijn dat ze weer hier was, onder de mensen. Toen ik mij omdraaide en haar in de ogen keek, toen ik haar blik zag dacht ik voor een seconde dat ze mij écht kon zien.

Continue Reading

You'll Also Like

980 128 50
Een meisje dat wegloopt van huis, komt erachter dat ze speciaal is. Ze is een uitverkorene, en krijgt de moeilijkste taak van haar leven. Zal ze haar...
867K 45.8K 76
MOMENTEEL HERSCHREVEN TOT CHAPTER 15. - Hoe zou ze nog verder kunnen met haar leven na een afschuwelijke, traumatische ervaring? Hoe zou ze überhaupt...
6K 1.2K 70
"Voordat ik de tijd heb om me om te draaien voel ik het ijskoude metaal van een te scherp mes tegen mijn keel aan schuren. Er strijkt een warme adem...
4.9K 769 45
Deel 2 in de Avatar-serie. Water. Aarde. Vuur. Lucht. De dochters van de avatar zijn herenigd. Op naar hun volgende bestemming: de verre, hemelse Luc...