Hoofdstuk 14

946 21 8
                                    

' Ga uit mijn hoofd!' Sis ik tegen mezelf. Dean wil maar niet uit mijn hoofd gaan, en eigenlijk wordt ik er nu wel gek van. Waarom wil hij maar niet uit mijn hoofd gaan?

Ik sta nu ondertussen een half uur voor de spiegel. En nee, niet om mezelf te bewonderen, maar ik denk steeds aan de afgelopen weken. Wat er allemaal gebeurd is, en dat het mijn schuld is. Ik zucht diep en loop de badkamer uit.

' Cal! Jij kan hoor!' Roep ik in de richting van zijn slaapkamer. Ik ben er al weer aangewend dat hij er is.

' He he, sinds wanneer zit jij drie uur in de badkamer?' Hij komt slaperig naar de badkamer.

' Ik zat helemaal niet drie uur in de badkamer!' Ik kijk hem boos aan.

' Nou, twee uur dan.' Bromt hij en hij stapt de badkamer in. Ik geef hem een woedende blik.

' Oke!1 uur. Ook goed.' Hij klapt de deur dicht. Ik wordt zo chagrijnig van hem.

Ik heb geen idee wat ik vandaag moet doen. Morgen begint school weer, en dan is het weekend voorbij. Ik heb nog bijna niks gedaan aan huiswerk, en ik heb het gevoel dat ik dit jaar gewoon zak, maar dat dat me niks uitmaakt. Nou, eigenlijk wel. Maar alsof ik na alles, nog aan mijn huiswerk denk?Toch, ga ik maar eens beginnen met wiskunde.

De dag gaat langzaam, en ik verveel me dood.  Cal komt naar beneden.

' Zusje, ik ben even naar het cafetje hier. Kijken of ik daar kan werken.'

' What ever.' Ik rol met mijn ogen en richt me weer op wiskunde. Cal loopt stampend naar de deur. Hij loopt naar buiten en klapt de deur hard dicht.

' De deur hoeft niet kapot!' Schreeuw ik er achter aan.

Na een uur stop ik. Ik trek mijn jas en en fluit Ringo. Hij komt kwispelend aanrennen.

' Kom Ringo, we gaan naar het centrum van het dorpje. Ik moet nog thee halen voor vanavond.' Ik loop samen met ringo naar de winkeltjes.

Als ik langs het cafe loop, merk ik al dat het donker wordt. Ik zie Cal hangen aan de toonbank. Ik zucht. Werk zoeken he..

Ik open de deur, en er rinkelt een belletje. Cal draait zich niet om. Alleen de barman kijkt op.

' Ben jij wel achttien?' Vraagt de barman. Nu draait Cal zich wel om.

' Oh hee Chloé.'

' Ken jij deze man? O godzijdank. Wil je hem naar zijn huis brengen? Hij heeft geloof ik al iets te veel op.' De barman kijkt streng naar Cal.

' Uh, j-ja natuurlijk..' Ik loop naar Cal, en trek aan zijn vest.

' Kom Cal, we gaan.' Maar Cal blijft zitten.

' Ik wil nog niet...' Mompelt hij. Ringo gromt.

' Oke, oke. Ik kom al.' Ik kijk even grijnzend naar Ringo. Maar dan zie ik dat Ringo helemaal niet blaft naar Cal, maar naar een man naast mij. Hij is breed en donker, maar zijn gezicht kan ik niet zien. Ik kijk er als gehypnotiseert naar, als ik een klap hoor. Ik kijk naar Cal die op de grond ligt.

' Die kan niet meer zelf lopen.' Mompelt de onbekende man.

' Cal sta op, ik kan je niet dragen hoor.' Met een arm probeer ik tevergeefs hem omhoog te krijgen, maar hij ligt belabberd op de grond.

' Wacht maar.' Zegt de barman. Hij komt achter de toonbank vandaan, en bukt zich over Cal. De man probeert een enkele keer hem omhoog te krijgen, maar het lukt hem ook niet.

' Hoeveel weegt die vent?' Hijgt de barman.

' Zal ik hem naar huis brengen?' Vraagt de onbekende man. Ik kijk opzij, maar ik kan zijn gezicht nog steeds niet zien. Ik vindt het een beetje onprettig. Ik wil zijn gezicht zien.

What are you?!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu