Ritmisch streelt de man over Milo zijn wangetje. Het kijkt alsof die aanraking magisch is, want niet gek veel later klinkt er een pijnlijke kreun gevolgd door ogen de trillend open gaan. 

Milo laat een zachte zucht, terwijl Raoul juist zijn adem inhoudt. Ondertussen wordt de deur ook geopend en komt Frank binnengelopen met een bedruk gezicht. Raoul lacht zacht terwijl Frank zijn eigen tranen inslikt. 

"Hey Frank," lacht Raoul zacht. Hij hoopte dat Milo nu eindelijk aan zou slaan om te praten. Raoul had de man ingelicht dat Milo nog niks had gezegd en nog altijd een stil wezentje was. 

Frank komt richting het bed en Milo zijn hoofd draait zich naar zijn oom. De jongen lacht zacht maar een woord komt er niet echt uit het ventje. Enkel een pijnlijk geluidje. 

"Papa zal de verpleegkundige halen schatje. Heb je pijn?" Milo zegt niks maar piept nog altijd pijnlijk. Was het een vorm van onkunde? Kon de jongen niet meer praten door de klap op zijn hoofd?

Raoul vertrekt even terwijl Frank over Milo zijn arm wrijft. "Hey vriendje," zucht de man, "Noé wilde eigenlijk mee maar ze moest naar school lieverd. Misschien wil ze vanmiddag nog even langskomen. Je weet dat je altijd met ons kan praten he Milo. We zullen er allemaal voor je zijn schat. Wij gaan nergens heen en zullen altijd naast je staan lieverd."

*

Robbie mocht niet naar school van zijn oom. Rutger wist dat de jongen het zichzelf aan het rekenen was en kon niet garant staan voor de paniekaanvallen die de jongen zou krijgen. 

Rob wordt daarom wat later wakker dan hij gewend is. Hij wordt gewekt door een baby huil en weet dat hij bij zijn oom thuis is. Daar waar zijn kleine nichtje slaapt en eigenlijk wilde hij niks liever dan even knuffelen met Sofia. 

Langzaam loopt hij richting de babykamer. Zijn broertje slaapt nog altijd aan de andere kant van de kamer. Koen zijn hele school was de komende week vrij, zodat iedereen de kans kreeg om het nieuws te verwerken. Robbie werd gewoon thuis gehouden, tot groot ongenoegen van de jongen zelf. 

Als hij de kamer binnenkomt, pakt hij het meisje uit haar bedje en houdt haar tegen zijn borstkast. Hij had ondertussen al zoveel opgepast dat hij wist waar Sofia rustig van werd. "Stil maar kleintje," zucht Rob als hij in de stoel aan de andere kant gaat zitten, "ik ben er. Ik ben er altijd voor je!"

Sofia wordt wat rustiger en de jongen heeft zijn eigen pink in haar kleine handje gelegd. Met guitige oogjes kijkt het meisje hem aan. Rob moet zacht lachen als hij over haar handje wrijft. 

Nu hij met zijn nichtje zat, had hij ook de tijd om na te denken. Over Milo. Over zichzelf. Over zijn ziektebeeld. Hij vond het onwijs spannend om Sofia alleen vast te houden. Wat nou als hij ineens een aanval kreeg? Niemand was er dan om hem te helpen. 

Rob maakte zich om elk klein dingetje zorgen en zit zo in zijn eigen gedachten dat hij Rutger niet binnen heeft horen komen. 

"Ik dacht al dat je weer was," lacht zijn oom zacht, "ik hoorde haar al huilen maar ze was ineens zo stil dat er wel iemand bij haar moest zijn. Ze moet eigenlijk haar flesje hebben. Wil jij die geven? Dan kunnen we samen beneden kletsen."

Rob knikt terwijl hij Sofia aan zijn oom geeft. "Wil je haar niet naar beneden tillen? Voel jij je niet lekker? Als je iets voelt aankomen, dan moet je het gewoon laten gaan jongen." Rutger pakt zijn dochtertje aan terwijl hij een hand op Rob zijn schouder legt. 

Robbie schudt zijn hoofd, "voor het geval dat ik wel ineens neerga. Ik wil haar wel een fles geven ome Rut!" Rutger knikt en loopt met zijn dochtertje in zijn armen naar beneden en geeft zijn neefje haar ook weer terug als hij op de bank zit. 

Rob blijft over Sofia haar handen wrijven en geeft haar een aantal kusjes op haar haarlijn. Sofia slaakt een paar keer een gilletje en Rob moet zelf ook lachen. 

De man komt terug met het flesje en Rob geeft die aan zijn nichtje. Rutger neemt naast Robbie plaats en legt een geruststellende hand op zijn schouder. 

"Hoe voel jij je jongen?"

Rob kijkt de man aan. Hij weet dat Rutger niks anders accepteert dan de waarheid dus dat is ook hetgeen wat hij verteld aan zijn oom. De man die door elke leugen heen prikte alsof het een zeepbel was. "I-ik weet het e-echt niet."

"Zijn het je nieren? Je epilepsie? Is het je paniek? Je weet dat je altijd met een van ons kan praten, over alles. Echt over alles vriend." Rob twijfelt even voordat hij zijn hoofd schudt. "Papa en papa hebben nu, met Milo en Koen, al zoveel aan hun hoofd. Miel praat nog altijd niet ome Rut."

Rutger legt een hand op de jongen zijn schouder en schudt zijn hoofd op zijn beurt, "Rob jij bent daar niet verantwoordelijk voor. Papa en papa hebben echt wel tijd voor jou en als er iets anders is kan je altijd naar mij, tante Loïs of ome Frank. We willen je allemaal helpen lieverd, maar je moet jezelf dan wel openstellen."

Rob knikt terwijl hij Sofia hoort lachen. Zacht zet hij zijn masker terug op en lacht naar het meisje. 

"Robbie?" 

Het kind draait zich naar zijn oom en knikt zacht. "Mocht je ooit problemen hebben, en je ziet het niet meer zitten. Wil je dan alsjeblieft, maar ook echt alsjeblieft, naar iemand toegaan? Je bent ons teveel waard om te verliezen."

hou me vast voor ik valWhere stories live. Discover now