hoofdstuk 2.1.5

259 27 10
                                    

Verjaardagscadeautje van mij aan jullie


Rob bijt op zijn nagels terwijl hij in de wachtkamer zit. God, wat wilde hij hier graag weg. Hij heeft niets tegen ziekenhuizen; hij is hier vaak genoeg voor zichzelf geweest. Maar nu was hij hier voor zijn jongste broertje en was het ineens de hel op aarde geworden.

Het voelt gewoon anders. Het is niet de wekelijkse check-up van de jongen, noch zijn dialyse. Nee, hij was hier voor Milo. De jongen met wie hij vanochtend een knallende ruzie had gehad. Hij had tegen hem geschreeuwd of hij niet voor één keer zijn mond kon houden en hem in alle rust kon laten eten. Rob had er meteen spijt van, maar Milo kon hem niet meer onder ogen komen zonder in huilen uit te barsten. Rob gelooft niet dat hij zijn vader ooit zo boos heeft gezien op hem.

Rutger stond ineens voor de schoolpoorten en Rob voelde angst om mee te gaan. Niet omdat hij niet wist waar hij heen ging, maar omdat hij geen les wilde missen. Het knaagt nog steeds in zijn hoofd dat hij nuttige lesstof aan het missen was.

De man had Rob niet veel verteld toen de jongen, naast zijn jongere broertje, in de auto stapte. Alleen dat Milo in het ziekenhuis lag en dat het er niet al te best uitzag voor de jongen. Dat zijn vader er momenteel alles aan deed om het kind in leven te houden.

Rob blijft met zijn vingers spelen terwijl Koen met opgetrokken benen wacht op meer nieuws. Hij ziet meerdere ouders wachten, klasgenootjes, of kinderen die hij kende van school. Ze waren er allemaal om dezelfde reden.

Het ongeluk met bus nummer 3.

Raoul was niet bij Milo. Nee, die man was andere ouders aan het geruststellen en moest alles weer doorgeven aan de gemeente. Hij heeft Milo wel al gezien, maar dat was voordat hij geopereerd werd. Matt was ook niet in de buurt; hij moest namelijk doorgaan met de triage en de arts wist dat het een lange avond kon worden.

Veel kinderen waren gewond geraakt, en dan kwamen daar ook nog de normale toeloop bij van gewonden die niets met het busongeluk te maken hadden.

Rutger kijkt naar beide heren en legt een geruststellende arm om Koen heen. Koen legt zijn hoofd tegen Rutger's vertrouwde borstkas aan en snikt zacht. Waarom kon hij Milo nou niet beschermen? Wie waren er dan allemaal dood? Kwamen ze uit zijn vaders klas? Zijn papa zou zichzelf nooit kunnen vergeven als dat het geval was, aangezien hij ervoor had gekozen om achter te blijven op school om het administratieve gedeelte van zijn baan uit te voeren.

Rob hoort zichzelf nog uitvallen tegenover zijn jongste broertje. 'Milo! Echt, hou gewoon een keer je mond, man! Ik probeer rustig mijn ontbijt te eten en als je nog zo doorgaat, dan tape ik die mond van jou nog eens dicht.'

Dit was niet wat de jongen in gedachten had. Hij was onwijs boos, maar vooral op zichzelf. Hij had weer een zesje gehaald en het frustreerde de jongen dat het hem gewoon niet lukte.

Blijkbaar was Rob's paniek en verontrusting over zijn broertje niet alleen van binnen te merken. Hij voelt ineens twee armen om zich heen en kijkt recht in de bezorgde ogen van zijn andere broertje. Hij weet dat hij er nu voor hem moet zijn. Hem gerust moet stellen, zoals hij wel vaker had gedaan in Eindhoven. Dat het allemaal wel goed zou komen. Dat papa en mama niet voor altijd weg konden gaan. Dat ze niet elke avond dronken thuis zouden komen. Rob was het ondertussen wel gewoon.

"Hij is oké, Koen," zucht Rob als Koen naast hem komt zitten. Koen knikt zacht terwijl hij zijn hoofd op Rob's schouder legt. "Ik weet het. Maar Miel hoort hier niet te zijn. Er zou hem niets ergs mogen overkomen. Ik dacht dat we hem voor altijd zouden beschermen. Dat hij, niet net als ons, weken en maanden naar het ziekenhuis moet door een stom ongeluk."

hou me vast voor ik valWhere stories live. Discover now