Hoofdstuk 6 (opnieuw vanwege de stomme update waardoor net niet werkt tsk)

5.8K 456 51
                                    

Ik struikelde naar achter, waardoor ik middenin de scherven van de kapot gevallen spiegel viel. Doordat ik me alleen maar focuste op wie er voor me stond, realiseerde ik me niet dat er allemaal bloedende krasjes aan de binnenkant van mijn hand kwamen. Adam was niet veel veranderd, sinds de laatste keer dat ik hem zag; vier jaar geleden. Zijn haren waren iets langer geworden en hij had, natuurlijk, andere kleren aan. Maar hij was voor de rest precies zoals ik hem kon herinneren.
"W-w-wat doe jij hier?" stamelde ik.
Adam keek me met zijn bruine ogen aan. "Mariah." Fluisterde hij zacht.
Tranen sprongen in mijn ogen. "I-i-ik.." ik kon geen woord uitbrengen. Ik sloot mijn ogen en opende ze weer, om er zeker van te zijn dat Adam er nog steeds stond. Dat was het geval. Of ik er blij mee was, of verdrietig wist ik niet. Wat ik in ieder geval wel wist, is dat mijn hart als een razende in mijn keel klopte.
"Sorry dat ik zo binnen kom vallen." Fluisterde Adam zacht.
"Technisch gezien ben je ook nog niet binnen." Zei ik terwijl ik overeind kwam. Mijn handen prikten en kleine bloed druppeltjes maakten hun weg over mijn handen. "Wat kom je doen?"
"Mag ik alsjeblieft binnenkomen? Ik vertel het liever niet hier." Adam keek me zenuwachtig aan. Ik wierp een blik naar buiten, naar de regen en de takken van de grote eik in de tuin, die heen en weer zwiepten door de wind. Toen keek ik weer naar de man voor me. Ik deed de deur iets wijder open en stapte opzij. "Oké, als je snel bent."
Adam keek me opgelucht aan. Een ongemakkelijke stilte hing tussen ons in toen ik de deur achter Adam dicht deed en hem naar de woonkamer voor ging. Het was nog steeds pikkedonker, dus deed snel de lampen in de woonkamer aan.
"Vertel." Zei ik, toen we op de bank gingen zitten. Ik geef toe, mijn hart zonk wat dieper naar beneden toen Adam zo ver mogelijk van me vandaan ging zitten.
"Mag ik eerst vragen hoe het met je gaat?" vroeg Adam. Nog steeds hamerde mijn hart in mijn keel. Bij het horen van zijn stem kreeg ik al zweethanden.
Ik keek Adam in zijn ogen. Ze waren zo bekend en ze stonden zo.. zo.. weet ik niet, bezorgd en liefdevol, maar toch ook met een afstandelijke blik.. ik begon er van te huilen. Adam had geen idee wat hij moest doen, dat voelde je aan de sfeer. Oh, wat had ik graag gewild dat hij zijn arm om me heen legde, me op zijn schoot trok en me zachtjes in mijn oor fluisterde. Vanonder mijn natte wimpers keek ik naar Adam, die hulpeloos en vol spijt naar mij keek. "Het komt wel goed..?" zei hij zacht, alsof hij twijfelde of hij dat moest zeggen. Ik stond op. "Het komt wel goed? Het komt wel goed?!" ik keek vol woede door mijn tranen heen. "Heb je enig idee hoe fucking lang het duurde voordat ik over jou heen was?! Voordat mensen eindelijk geloofde dat ik oké was?! Nou, laat ik je zeggen: ik ben net eindelijk een beetje opgekrabbeld en nu kom jij weer roet in het eten gooien. Wie denk je wel niet wie je bent?!"
Adam stond op en liep langs me heen naar de vitrinekast.
"Hé! Ik praat tegen-"
"Wie is dit?" onderbrak Adam me. Hij had een fotolijstje in zijn hand. Ik wilde eerst weer iets boos zeggen, maar hield toen mijn mond en liep naar hem toe. Adam had een fotolijstje van Ian en mij in zijn hand. Het was een foto genomen op het strand door een fotograaf. Mijn moeder had ons gedwongen om een keer zo'n foto te maken, want "dat was leuk voor later".
"Mariah? Wie is dat?" vroeg Adam weer. Zijn stem was schor.
"Dat is Ian." Zei ik. Ik beet op mijn lip.
"Ik dacht.. Nevermind. Is Ian je vriend?"
"Ja."
"Oh." Zei Adam. Het was bijna onhoorbaar, zo zacht zei hij het.
"Hmhm. Wil je thee?"
Adam antwoorde niet. Ik haalde mijn schouders op en liep naar de keuken. Ik knipte het licht aan en begon water te koken en kopjes uit de kast te halen. "Shit." Zei ik, toen ik het bijna opgedroogde bloed op mijn handen zag.
Ik had niet door dat Adam achter me was komen te staan, en schrok me dus ook echt dood toen ik opeens zijn diepe stem hoorde. "Beter doen we daar een verbandje omheen."
"Ja, misschien is dat wel een goed idee.." zei ik. Ik pakte de EHBO-doos uit de kast. Mijn wangen werden roder dan ze zouden moeten worden toen onze handen elkaar raakte. Ik keek Adam aan, maar hij focuste zich op het verbandje. "Kom hier." Zei hij. Hij pakte mijn hand. Een tinteling trok van mijn de topjes van mijn vinger tot aan mijn buik, en mijn wangen werden weer rood.
"Zo." Zei Adam tevreden. "Klaar." Ik had helemaal niet door dat hij het verbandje al had gelegd.
"Dankjewel." Zei ik. Ik draaide me om, pakte de theepot en schonk twee mokken thee in.
In stilte liepen we terug naar de woonkamer.
"Waarvoor kwam je nou?" vroeg ik toen we weer op de bank zaten. Adam draaide nerveus heen en weer. "Ik eh.. ik besloot dat het tijd werd dat je wat uitleg kreeg. Over.. over.. je weet wel. De eh, gijzeling zeg maar." Hij friemelde ongemakkelijk met zijn vingers.
"En dus besloot je om, hoe laat.. twee uur 's ochtends?, in mijn tuin rond te gaan lopen als een soort crimineel?"
Adam verschoot van kleur. Goede woordkeuze, Mariah. Zei ik tegen mezelf. Top. "Ja.. soort van." Zei hij.
"Ik waardeer het in ieder geval wel dat je het me komt vertellen, al helemaal in dit pokkenweer." Ik probeerde de sfeer iets luchtiger te maken.
Adam grinnikte zachtjes. "Is die Milan hier thuis?"
"Milan? Ian bedoel je?"
Adam mompelde iets, wat leek op "boeiend hoe die sukkel heet" en knikte toen.
"Nee die is niet thuis. Die is op zijn werk."
"Nu nog?"
"Ja, hij werkt nogal vaak." Ik krabde aan mijn wang.
"Oké, mooi, want ik wil dit graag aan jou vertellen in het privé. Het is.. het is oké als je het.. zeg maar, aan anderen verteld, maar ik vertel het liever eerst aan jou. Het gaat om de reden van de .. eh, gijzeling." Adam dacht even na voordat hij verder ging. "Weet je Drew nog? Ach, natuurlijk weet je die nog. Stomme vraag, sorry. Eh, hij had mij dus verteld dat zijn vader ziek was, en dat hij geld moest hebben." Adam stopte om mij aan te kijken. Ik zat met trillende handen aan de andere kant van de bank. Ik maakte en gebaar dat hij verder moest gaan. "Het klinkt heel raar, maar in die tijd waren Drew en ik ontzettend goede vrienden. Hij was niet zoals jij hem kent, hij was bijna vriendelijk. Maar goed, ik geloofde alles wat hij zei, en ik had zo'n medelijden! Zijn vader was een erg vriendelijk en geliefd persoon. Ik kende hem supergoed, en toen ik hoorde dat hij ernstig ziek was wilde ik er alles aan doen om hem beter te maken."
"Dus om geld op te halen gingen jullie een klas gijzelen..?"
"Ja." Adam durfde me niet aan te kijken toen hij verder sprak. "Zijn vader was inderdaad overleden, maar niet doordat hij ziek was. Hij was overleden door een ongeluk, vlak voor de gijzeling. Drew had het me niet verteld. God, ik word er nog steeds misselijk als ik er aan denk. Enfin, Drew was helemaal gek geworden van verdriet. Hij had trouwens het geld helemaal niet nodig. Na de gijzeling hoorde ik pas wat de rede was. Hij wilde mij."
Ik verslikte me in mijn thee. "Jou?!"
"Drew viel op jongens. Hij had al een aantal maanden een oogje op mij, en dat oogje werd er langzaam twee en al gauw was hij smoor op me. Niet dat ik dat door had. Hij had bedacht, dat als hij een klas zou gijzelen, hij sowieso in de gevangenis zou komen. Tegen mij zei hij dat hij het voor geld deed voor medicijnen van zijn vader, die tegen die tijd al lang dood was en waar ik niets vanaf wist, maar eigenlijk ging het om mij. Hij had bedacht dat hij dan voor ten minste tien jaar met mij in een gevangenis zat. Het is krankzinnig."
Ik verwerkte alle informatie, voordat ik weer iets kon zeggen. "Dus als ik het samenvat, Drew maakte jou wijs dat hij geld voor zijn vader op ging halen, maar ondertussen wilde hij met jou in de gevangenis?"
"Ja."
"Dat is inderdaad belachelijk." Zei ik. Mijn handen trilden en mijn gezicht was wit.
"Mariah? Gaat alles goed?" vroeg Adam voorzichtig, terwijl hij iets dichterbij kwam zitten.
"J-j-ja, het is g-gewoon heel veel om te verwerken."
"Dat snap ik." Zei Adam zacht.
"Adam?" vroeg ik met een trillende stem. "Mag ik je alsjeblieft een knuffel geven?"
Adam keek me verward aan, maar opende toen zijn armen en drukte me dicht tegen zijn lichaam. Tranen drupte in zijn shirt, en ik klampte me aan hem vast. Ik weet dat het fout was, en ik weet dat ik Adam eigenlijk uit mijn huis had moeten sturen, maar op dat moment voelde het zo goed.

Alsof ik eindelijk, na vier jaar lang, weer thuis was.

The Men On My Mind (deel2)Where stories live. Discover now