Hoofdstuk 38

3.7K 315 39
                                    

[a/n als je dit leest: vote 😏😇

Ik weet dat het nog niet 28/7 is but idc. Hier is een hoofdstuk! Maak je alvast klaar voor het volgende hoofdstuk en die daarna... Die gaan ehm, zwaar worden denk ik.]

Zenuwachtig keek ik in de grote spiegel in mijn slaapkamer. Het donkerblauwe jurkje zat strak om mijn lichaam. Mijn ogen zagen er groter uit door mijn make-up. Mijn rossige haar zat in een losse vlecht op mijn rug. Ik was er klaar voor.
Toch?
"Mooie mama," zei Adem vanaf het tweepersoons bed.
Ik draaide me naar hem om. "Mooie Adem!" zei ik. Hij had een zwart overhemdje aan van de kinderafdeling van de H&M, en een donkerblauwe spijkerbroek. Aan zijn voeten waren zwarte all-stars geknoopt.
Adems ogen glimden trots.
"Weet je nog waar we heen gaan?" vroeg ik aan hem.
"Mo en Stef," zei hij, ook al had hij geen flauw idee wie dat waren.
"En wat gaan we daar doen?"
"Eten!" riep Adem opgetogen. Met twee handjes wreef hij over zijn buik.
"Kom mama eens een kus geven," zei ik met een adorerende glimlach. Met een bons belande Adem op de grond, voordat hij in mijn armen vloog en een natte kus op mijn wang drukte.
"Gaat papa ook mee?" vroeg hij, enigszins bang. Zijn wenkbrauwen waren gefronst.
"Nee, liefje, papa gaat niet mee."
"Adam?"
Ik knipperde even snel met mijn ogen. Niet huilen. Denk aan je make-up, waar je zo lang over hebt gedaan. "N-Nee, liefje. Adam gaat niet mee." Fuck, zelfs zijn naam zeggen deed pijn. Waarom ging die eikel nou naar Drew?
"Oh," verdrietig keek Adam naar zijn Converse. "Morgen?"
Ik schudde mijn hoofd. "Nee lieverd."
"Nooit?"
Ik slikte. "Nee. Nooit."

Met klamme handen stapte ik met Adem in mijn armen uit de metro. Het was koud in het metro station. Mensen met telefoons aan hun oor duwden zich langs ons heen, en persten zich in de overvolle metro. "Veel mensen, hè mama?" zei Adem terwijl hij opgewonden om zich heen keek. "Veel mensen."
"Inder-" ik werd omver geduwd door een stel zakenmannen met koffers in hun handen. Met een verbeten gezicht keek ik ze aan. "Jezus, kun je niet uitkijken?"
"Ja!" zei Adem boos, ook al had hij geen idee waar hij het over had.
Een van de mannen stond stil, terwijl de rest doorliep. "Excuseer ons, we zijn nogal in een rush, ziet u."
"En dat geeft je het recht om mij om ver te duwen, terwijl ik met een kind in mijn armen sta?"
"Het recht!" zei Adem instemmend. Een lach borrelde in me op, maar ik hield het tegen.
"Wat een grote mond heeft uw zoon," zei de man met een vies gezicht. Hij bekeek Adem van top tot teen. Adem keek brutaal terug.
"Flikker op man, je hebt zelf een grote mond," zei ik kwaad tegen hem. Niemand beledigde mijn zoontje. En al helemaal geen mannen in een merkpak met een merk horloge en een merk zonnebril en schoenen met Italiaans leer dat hem een fortuin moet hebben gekost.
"Die buitenlanders van tegenwoordig.. Dat ze in Afrika zo worden opgevoed is geen verbazing aangezien daar alleen maar negers wonen, maar dat die epidemie zich ook op onze mensen heeft-"
"Sorry?" een andere man ging naast me staan. Ik herkende hem meteen, ondanks dat hij er anders uit zag. Stef! "Let op je woorden, alsjeblieft! Ik zal uw bedrijf even een telefoontje geven," zei hij met een ijzige stem.
De man verbleekte. "Hè, nee. Het was een geintje! Is dat niet toegestaan?"
"Een geintje?" pufte ik.
Stef pakte een telefoon uit zijn jasje. "Eens zien wat je baas hiervan vindt!"
De man was lijkwit. "Eh, d-dat is t-toch niet nodig!"
Stef en ik keken de man allebei zó aan, dat ik hem zag krimpen in zijn dure pak.
"Ik zou maar rennen, als ik jou was," zei ik droog. "Straks komen de negers achter je aan."
De man draaide zich om en rende, ik ben serieus, hij rénde weg. Alsof we net zeiden dat we een hongerige tijger op hem af zouden sturen. Er viel een stilte tussen Stef en mij, ondanks dat het geluid van de aankomende en weggaande metro's oorverdovend was,
"Je ziet er geweldig uit, Mariah," zei Stef na een tijdje.
Mijn wangen werden warm. "Dank je, jij ook!" En het was ook zo! Zijn blonde haar dat ik zo ver ik me kon herinneren altijd los op zijn hoofd lag, was met wax door elkaar geschud, waardoor het er casual uit zag. Zijn blauwe ogen waren fel, zijn wenkbrauwen dik en donker, zijn huid gezond. Hij had een donkergroen t-shirt aan met een blauw borstzakje, en een strakke spijkerbroek.
"Wie is dat?" fluisterde Adem in mijn oor. Hij klemde zich als een koala tegen me aan.
"Dat is Stef, liefje," zei ik met een glimlach. "Wil je hoi zeggen?"
Adem bekeek Stef van top tot teen, en glimlachte toen een beetje. "Ben jij een vriend van mama?" vroeg hij.
Stefs ogen vonden die van mij, en ik gaf hem een knikje.
"Dat klopt, en wie ben jij?"
"Ik ben Adem."
Samen met Stef liep ik naar de lange roltrappen, waarmee we naar boven en naar buiten werden gebracht. Adem kwebbelde vrolijk met Stef, alsof hij hem al jaren kende.
In de tussentijd keek ik nog eens naar Stef. Nadat de politie binnenkwam had ik hem niet meer gezien of gesproken. Het was een enorme klap voor me om hem weer te zien, al helemaal omdat hij me bijna neer had geschoten. Onder druk van Drew, dat wel, maar toch. Als de politie een paar seconden later binnen was gestormd, lag ik dood op de grond. Hij had het gedaan, als het moest had hij het gedaan. Dat wist ik. Raar dat ik er in die tijd helemaal niet zo over na had gedacht, aan wat er zou zijn gebeurd als ik dood zou gaan. Dan had ik Adem niet gekend, dan had ik Maura en Fabian niet samen zien komen, dan had ik zo veel gemist.
"Hebben jij en Mo contact gehouden?" vroeg ik toen we ons hadden uitgecheckt en naar buiten stapten.
Stef glimlachte even. "Ja, we hebben een tijdje iets gehad, maar dat ging al gauw over. En eh, jij? Is de vader van Adem niet mee?"
Ik grimaste. "De biologische vader is niet bekend, de adoptie vader rommelde met anderen achter mijn rug om."
"Oh jezus," murmelde Stef. Hij wierp me een blik toe. "Wanneer kwam je er achter?"
"Een paar maanden geleden."
"Wat een..."
"Ik weet het," zuchtte ik. "Maar ik ben blij dat ik van hem af ben."
"Heb je, eh, nog eh, met.. Je weet wel gesproken? Ik geloof dat hij nu vrij ehm, is?" Stef keek even schuw opzij, naar mij.
Mijn gezicht betrok een klein beetje. "Bedoel je Adam?"
Adem veerde overeind. "Adam!" kraaide hij blij.
Stef en ik verstijfde. "Hij kent hem?" fluisterde Stef verbaasd.
Nerveus likte ik over mijn lippen. "Een soort van."
Tot mijn opluchting vroeg Stef niet verder. Ik wist dat hij het niet zou goedkeuren, niemand zou dat doen. En wie was ik om ze geen gelijk te geven? Het wás ook niet goed. En ik was er toch ook mee gestopt? Ik zou zijn gezicht niet hoeven zien en dat was dat. Punt. Ik hoefde me geen zorgen meer hoeven maken over hem, of Drew, of wat dan ook.
"Mo staat te popelen om je weer te zien," zei Stef na een tijdje in een stilte te hebben gewandeld.
"Oh ja?"
"Je was haar beste vriendin," vertelde hij me. "Ze was kapot toen je haar telefoontjes niet opnam of haar mails niet beantwoordde."
Beschaamd keek ik naar de grond. "Ik- ik had het zwaar."
Stef knikte langzaam. "Maar wij ook. Ze had het fijn gevonden als jullie er samen doorheen konden gaan. Maar dat is nu allemaal vergeven en vergeten, we hadden het allemaal moeilijk op onze eigen manier."
"Mama huilen? vroeg Adem bezorgd. Hij klemde zijn armen nog steviger om mijn nek.
"Nee, liefje, alles gaat goed met mama," zei ik zacht tegen hem.
"Niet huilen?"
"Nee, ik hoef niet te huilen," verzekerde ik hem. Adem leek gerustgesteld en ging weer verder met met mijn ketting spelen,
Na nog een minuutje lopen stonden we stil voor een grote, houten deur. Stef wierp me een glimlach toe en belde toen aan. Voordat de snerpende 'riiinggg' goed en wel was uitgegalmd, werd de deur opengedaan. "Mariah!" klonk Mo's stem opgetogen. "Oh wat ben ik blij om je te zien!"
Een enorme glimlach verspreidde zich over mijn gezicht en tranen sprongen in mijn ogen, terwijl Mo me naar binnen trok en me stevig omhelsde. Want zonder dat ik er bewust van was, had ik Mo en Stef ontzettend gemist. Terwijl we met zijn allen naar binnen liepen en ik Adem aan Mo voorstelde en andersom, voelde ik mijn mobiel in mijn broekzak trillen. Even twijfelde ik of ik hem op moest nemen, maar ik negeerde het toen. Ik deed snel mijn mobiel uit, en legde hem weg. Op deze avond wilde ik niet gestoord worden. Ik zou later wel terug bellen. Niet wetend wat voor pikzwarte donderwolk er boven mijn hoofd hing, klaar om uit te barsten.

[a/n zoals ik al zei in Gone: ik sta in de 7Days met een interview (hajajaiwiwhabqnkaoqiquwgwbqnalsohchdjwjwk!!!). Hij is deze week nog te koop in supermarkten en winkels waar je kranten kan kopen haha (Alleen in Nederland, denk ik) 🐒 ❤️]

The Men On My Mind (deel2)Where stories live. Discover now