hoofdstuk 25

5K 446 44
                                    

[a/n Allemaal heel erg bedankt voor de lieve berichtjes over de uitgever 💙 Jullie zijn geweldig, laat niemand je anders vertellen 🙅🏼💘✨

Kunnen we het trouwens even hebben over de nieuwe emojis 😓 Er is echt te veel keus en ik voel me racistisch als ik een blanke emoji kies maar ook als ik het niet doe en het is gewoon ugh. Geel is ook lelijk 😩]

Schaamte nam de kleur van mijn gezicht over, en ik werd knalrood. Voorzichtig probeerde ik me los te trekken uit Adams armen.
"Hé!" zei Adam tegen Adem. Hij wenkte hem met zijn hand. Hij keek met een spannend gezicht naar Adem en legde zijn vinger op zijn lippen. "Moet je eens komen kijken," fluisterde hij heel zacht.
Adems ogen werden groot. "Adam!" brulde hij luid.
Adam deed alsof hij schrok. "Shhh!" zei hij. "Stil!"
Meteen sloeg Adem zijn kleine handje voor zijn mond en fluisterde toen bijna onhoorbaar; "Adam..!"
"Moet je eens komen kijken," fluisterde Adam. Zijn ene arm had hij nog steeds naast mijn schouder op de bank gedrukt, en hij hield zich daarmee omhoog. Met de andere wenkte hij mijn zoontje, die stil dichterbij kwam. "Wat is daar?" vroeg hij, zo stil als een muisje. In zijn pyjama met blauwe, gele en rode autootjes en met een knuffeleend in zijn hand stond hij stil naast de bank, en hij keek nieuwsgierig naar mij en Adam.
"Zie je dit?" Adam haalde uit het niets een rood balletje tevoorschijn. Hij gooide hem een klein stukje de lucht in, en ving hem toen behendig op. Verward keek ik hem aan. Waar had hij die vandaan gehaald.
"Balletje?"
Adam knikte. "Ik tel tot 3 en dan zeg jij 'hokus pokus', dan blazen we samen en wedden dat er dan drie balletjes zijn?" Hij knipoogde naar mij en keek toen met een serieus gezicht naar Adem, die opgewonden naar de hand van Adam keek. "Hokus pokus!" riep hij uit en hij keek naar het balletje. "Doet het niet!"
Adam en ik hadden moeite om niet in lachen uit te barsten.
"Ik moet ook eerst tot 3 tellen!" zei Adam. "Anders werkt het niet."
" Oké."
"Één, twéé, drie!" Samen blaasden Adam en Adem tegen Adams hand.
"Ikke zien, ikke zien!" fluisterde Adem verwachtingsvol. De bruinharige man opende zijn hand en tot mijn verbazing zaten er inderdaad 3 balletjes in!
"O!" riep Adem uit. Hij klom bovenop de bank en griste de balletjes uit de hand van Adam. "Het is gelukt!" zei hij opgetogen. "Ik kan toveren! Mama, zag je dat ik kan toveren ik kan toveren ik kan toveren!" Hij sprong bijna op en neer op de bank met een verrukt gezicht.
"Ja ik zag het!" zei ik glimlachend. Adam leunde opzij, zodat we rechtop konden zitten. Adem liet zich bovenop mijn schoot vallen en gaapte. "Ik ben een tovenaar, hè mama? Ja toch?"
"Een echte tovenaar. Kom, dan gaan we jou eens in je bedje stoppen. Het is al veel te laat voor deze tovenaar!" ik prikte Adem in zijn buik en zwiepte hem toen van de bank af. Adem gaapte wijdt en klemde zijn armpjes om mijn nek. "Morgen gaan we zwemmen, ja toch mama?" vroeg hij toen we de woonkamer uit liepen. Ik keek even naar Adam die met zijn ellebogen op zijn knieën voor zich uit keek. Onze blikken kruisten even met elkaar en ik draaide me gelijk met een rood hoofd om. Beelden van ruim tien minuten geleden flitsten door mijn hoofd en ik voelde hoe mijn wangen nog warmer werden. Adem had zijn wang tegen mijn nek gelegd en brabbelde iets in mijn oor.
"Wat zeg je lieverd?"
"Adam mee morgen?"
"Of Adam mee gaat zwemmen morgen?" herhaalde ik hem met correcte gramatica.
"Hmmmja."
"Ik denk het niet."
"En papa?"
Mijn adem stokte, en ik bevroor. "Papa?"
" Hmmmmja."
Dit was voor het eerst dat Adem echt iets doorgericht over Ian zei, en het zweet brak me uit. Wat ging ik antwoorden? 'Nee, want je vader is een ongelofelijke eikel die niets om je geeft?' ? Ik dacht het niet.
"Nee lieverd, papa gaat niet mee," zei ik met een trillende onderlip. Ik beet op mijn onderlip om het te stoppen, en liep de trap op.
"Goed zo," zei Adem tevreden. "Papa deed stom."
"Oh ja? Wat deed hij dan?"
"Mocht niet kleuren," Adem klonk beledigd en ontevreden. Hij keek me boos aan. "Gemeen!"
"Dat is inderdaad niet lief. Maar misschien moesten jullie weg?"
"Brak een van mijn potloden!"
"Deed papa dat?" zei ik. Ik voelde hoe woede langzaam in me op kwam borrelen. Wat een kinderachtige streek zou dat zijn!
"Ja! Mijn rode!"
"Die vond je toch zo mooi!"
"Ja! Fabians cadeau!"
"Niet! Was het die ene die Fabian je cadeau had gedaan?"
"Ja!"
"Stom, zeg," zei ik. Adem knikte verontwaardigd in mijn nek en gaapte toen. "Mocht niets tegen jou zeggen."
Ik fronste. Het werd steeds kinderachtiger en kinderachtiger. Ik wist dat Ian een eikel was, maar niet dat hij zo'n grote eikel zou zijn. "Nou ja, ik ga je lekker instoppen en dan ga je lekker slapen. Oké?" ik legde Adem in zijn bedje. Adem krulde zich op en drukte zijn eend tegen zijn buik. "Verhaaltje?"
"Het is al heel laat," zei ik twijfelend. Ik keek op de klok en besefte ik me dat ik normaal gesproken nu in bed zou liggen.
"Asseblieft?" Adem keek me met smekende oogjes aan, en ik zakte bijna in elkaar van het schattige zicht.
"Oké dan," gaf ik toe. Ik maakte me gemakkelijk op de rand van het bed en begon te vertellen over een eend. "Er was eens een eend die maar één vriendje had; een olifantje. Maar dat vond het eendje niet genoeg. Daarom ging de eend heel stoer doen, maar ook heel gemeen. Hij hoopte dat hij daarmee meer vriendjes zou krijgen. Maar nog steeds had hij geen vrienden. Toen ging hij andere kleren aan doen, maar het had geen effect. Toen stampte hij op de grond en ging hij boos met zijn rug naar de dieren zitten. Zijn vriend probeerde hem te troosten maar het eendje deed heel gemeen tegen hem; hij negeerde het olifantje. Na een tijdje liep zijn vriendje verdrietig weg. Een wijze uil die alles had gezien, zei tegen het eendje dat het een domme streek van hem was, en dat hij het snel goed moest maken met het olifantje voordat het te laat was. Het eendje luisterde niet en liep met een opgeheven hoofd weg."
"Wat een gemeen eendje," mompelde Adem vermoeid. Ik aaide hem over zijn hoofd en ging verder. "Toen kwam hij een paar dieren tegen, en hij werd vrienden met ze. De dieren waren heel gemeen tegen andere eendjes, en ook tegen het olifantje. Het olifantje zei dat ze moesten stoppen, maar niemand luisterde naar hem. Het eendje zei niets gemeens, maar hij zei ook niet dat zijn nieuwe vrienden moesten stoppen. En toen gebeurde er iets vreselijks. Het eendje viel in een gat! Zo maar in de weg. Zijn nieuwe vrienden gingen hem niet helpen, maar ze keken hem alleen maar aan. Toen kwam Olifantje, en hij hielp hem meteen. Hij stak zijn grijze slurfje uit en zo trok hij het eendje omhoog uit het gat! Sinds dien heeft het Eendje nooit meer naar andere vrienden gezocht, en hij heeft zijn gemene 'vrienden' nooit meer gesproken."
"Domme eend, lieve olifant, stomme dieren, mooi einde," mompelde Adem. Ik gaf hem een kus op zijn voorhoofd. "En jij gaat lekker slapen," zei ik. Ik stond op en deed het licht uit. Bijna meteen viel Adem in slaap. Op mijn tenen liep ik de kamer uit, en ik glipte de trap af naar beneden. Tot mijn verbazing was de woonkamer helemaal leeg. Mijn hart begon sneller te kloppen.
"Adam?" vroeg ik. Ik keek om me heen en liep naar de keuken. Ook daar was geen spoor van Adam te vinden. Was hij nu serieus weg? Teleurstelling nam mijn lichaam over. De hele beneden verdieping was leeg, en ik wist dat hij ook niet boven was. Ik kon aanvoelen dat er niemand boven was, op Adem na dan. Opeens hoorde ik een auto deur dichtslaan. Mijn hart stopte even met kloppen en ik rende naar de voordeur. Ik rukte die open en sprintte naar de stoep. Het laatste wat ik zag was een silhouet van een man die qua postuur verdacht veel op Adam leek de straat uit lopen voordat hij helemaal verdween.

[a/n Adam heeft wel iets met zomaar weglopen 😰

ik ga een q&a (question & answer- vraag en antwoord) houden! Alle vragen kun je stellen in deze zin (inline comment dus!) of via privé berichten/messageboard. Alle antwoorden op alle vragen film ik en zet ik op youtube 💙🎥 love you all]

The Men On My Mind (deel2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu