Hoofdstuk 45

2.4K 220 31
                                    


[a/n ik kijk echt scheel van vermoeidheid maar deze update moest echt komen. Misschien komt er morgen nog een update, dat ligt aan de hoeveelheid votes en comments #noshame

Nee serieus, comments en votes helpen me echt om door te blijven schrijven!]

Ik verwachte dat er een hele reeks scheldwoorden gericht naar Fabian uit Adams mond zou komen, maar hij deed het tegenover gestelde (tot mijn opluchting, want ondanks dat ik zelf niet echt een filter had wilde ik niet dat Adem leerde schelden). Toen we de hoek om waren pakte hij mijn kin voorzichtig vast en duwde hij mijn hoofd voorzichtig naar achteren. "Hou het zo even, oké? Hier," ik hoorde geritsel en toen werd er een tissue tegen mijn neus gehouden. "Kun je dit vasthouden? Doet je neus pijn? Denk je dat het gebroken is?"
De bezorgdheid dat in zijn stem te horen was bracht een glimlach op mijn lippen, ondanks dat mijn broer me zojuist een bloedneus had geslagen. "Ik denk niet dat hij gebroken is," zei ik terwijl ik mijn hand ophief om de tissue vast te houden. Ik grimaste toen ik zag dat er bloed aan mijn mouw zat. "Gadver."
"Heeft mama pijn?" vroeg Adem met een onzeker stemmetje. Ik voelde hoe zijn kleine armpjes zich om mijn been sloten. Ik wilde naar beneden kijken, maar ik moest mijn hoofd naar achteren houden. Dus in plaats daarvan aaide ik over zijn hoofd met de hand waar geen bloed op zat. "Een klein beetje, maar dat is oké," zei ik geruststellend, terwijl ik met mijn vingers door zijn kroesharen ging. De ruwe maar tegelijkertijd zachte haren hadden een geruststellend effect op me.
"Beetje pijn?" mompelde Adem. "Zoals met schaar?"
Adem had een paar weken terug in zijn vinger geknipt terwijl hij aan het knutselen was. Het verraste me dat hij zich het incident nog kon herinneren.
"Zoiets," zei ik.
"Heeft Adam pijn?" vroeg Adem toen.
"Nee, lieverd."
"Ik wel."
"Wat bedoel je, lieverd?" vroeg ik terwijl mijn ogen even naar Adam schoten. Hij was met een geconsenteerd gezicht bezig met bebloeden papiertjes weg te gooien en nieuwe aan mij te geven. Het maakte iets in me los, iets wat te dicht bij liefde kwam.
"Jij pijn, ik pijn," zei Adem. Ik voelde hoe hij zijn schouders ophaalde. "Jij niet fijn, ik niet fijn!"
Ik ms drukte. Zijn vingertoppen raakte de brug van mijn neus even, en een rilling trok over mijn ruggengraat. De simpele aanraking nam al een groot deel van mijn pijn weg. "Als het bloeden stopt wil ik er even naar kijken," zei Adam.
We vielen in een stilte, terwijl Adam zijn hand op mijn heup legde en met zijn andere hand af en toe door mijn haar ging, zodat het niet in mijn gezicht zou komen. Adem babbelde een beetje over van alles en nog wat. Waarop Adam reageerde door te hummen en af en toe iets aan te vullen.
In mijn hoofd spookte het gezicht van Fabian rond. Zijn kwade gezicht, maar ook zijn gezicht toen hij daar stond. Alleen. In de gang. Ik vroeg me af of ik naar hem toe moest gaan, maar ik had er eerlijk gezegd geen zin in. Als hij iets tegen me wilde zeggen kon hij naar me toe komen. Plots bedacht ik dat mijn moeder nog steeds in het ziekenhuis lag, en ik vloekte.
"Wat?" vroeg Adam in paniek. "Doe ik je pijn? Heb je pijn? Is er-"
"Nee, ik bedacht me net dat mama hier nog ligt."
Adam zweeg even en zei toen; "als je wil, dan blijf ik wel buiten staan, zodat jij rustig naar haar toe kan gaan."
Ik twijfelde even, en schudde toen mijn hoofd. Het bonkende gevoel in mijn neus zwelde op. "Ik wil niet dat ze wakker wordt met drama. Als Fabian slim is zal hij z'n mond houden. Ik naar huis, en misschien halverwege ergens eten ophalen.
Adam keek me even onderschattend aan en knikte toen. "Oké, als dat is wat je wilt."
"Dat is wat ik wil," ik raakte de onderkant van mijn neus aan. Er was geen nieuw bloed.
"Prima," zei Adam.
"Youppie!" riep Adem. 'Youp' was de naam van de snackbar bij ons in de buur, en hoewel we er weinig heen gingen wist Adem precies hoe we moesten lopen om er te komen. Nog even en hij zou de prijslijst uit zijn hoofd kennen.
"Is goed, lieverd," zei ik.
Adams vingers raakten mijn neus aan, en ik haalde diep adem van de pijn. Het leverde me een bezorgde blik van Adam op. "Deed ik je pijn?"
"Nee, m'n neus doet gewoon pijn," zei ik geruststellend. "Hij is niet gebroken, toch?"
"Ik denk het niet maar zodra we thuis zijn moet je er ijs op doen. Nee wacht, ik zet je thuis af en dan gaan Adem en ik eten halen. Oké?"
"Graag," zei ik opgelucht. Ik was toe aan wat privacy, hoeveel ik ook hield van Adam en Adem. Toen ik me realiseerde wat ik net dacht, sloeg mijn hart een slag over. Shit.
Adam, die niet door had wat ik net dacht, sloeg zijn hand om mijn middel. Met Adem aan mijn ene kant en Adam aan de andere kant liep ik het ziekenhuis uit.

Toen we bij mijn huis aankwamen voelde ik hoe moe ik eigenlijk was. Het was pas vijf uur, maar er was alweer een rusteloze dag voorbij gegaan. Het leek alsof elke dag iets uitputtends met zich mee bracht en ik werd er echt moe van. Moe fysisch maar vooral mentaal.
Adam legde zijn hand op mijn been. "Mariah?" zei hij. "We zijn er, lief."
Met een blos op mijn wangen door het koosnaampje keek uit het raam en zag dat we stil stonden voor mijn huis. Ik klikte mijn veiligheidsgordel los en keek achterom naar Adem die half stuiterend op zijn kinderzitje zat. "Ga jij met Adam mee?"
Hij knikte heftig. "Pa-tat!" riep hij met donkerrode wangen van enthousiasme. "Pa-tat!"
Ik glimlachte. "Beloof je dat je Adam goed zal helpen?"
Weer knikte hij zo hard dat als hij niet op zou passen, zijn hoofd eraf zou vallen. "Heel goed!"
"Oké dan," zei ik met een knipoog voordat ik me omdraaide naar Adam. "Haal maar voor twee personen. Adem zal je wel vertellen wat hij erbij wilt, maar hij mag geen hamburger want dat is veel te groot. Voor mij een kaassouflé, alsjeblieft. " Ik wilde mijn portemonnee openen en een briefje van twintig euro eruit halen, maar Adam hield me tegen.
"Ben je gek!" zei hij. "Deze betaal ik. Ik heb je dag al bedorven, dan kan ik je dit niet laten betalen." Ondanks dat hij het met een vrolijke glimlach op zijn gezicht zei, was de serieuze toon niet te missen.
"Je hebt m'n dag niet bedorven," zei ik met laag volume, zodat Adem niets mee zou krijgen. "Waarom zou je dat denken?"
Adam rolde mer zijn ogen. "Kom op, Mariah. Je broer heeft je een bloedneus geslagen! Natuurlijk heb ik je dag bedorven. Ik ben veel maar niet gek."
Ik keek hem onderzoekend aan. "Je denkt het echt, hè?"
Hij haalde zijn schouders op, en keek me even aan. Mijn onderbuik tintelde toen ik in zijn ogen keek. Ik drukte gauw een kus op zijn wang en fluisterde in zijn oor dat we het er straks nog wel over zouden hebben. Naast het praten over wat we waren. De lijst begon lang te worden.
Ik deed de deur achter me dicht toen ik uit de auto uit stapte. Terwijl de auto wegreed zwaaide ik ze na, totdat ze de hoek om reden. Nadat ik een teug frisse lucht had genomen draaide ik me om en liep ik naar mijn heus. Ik viste mijn mobiel uit mijn broekzak en bekeek mijn gemiste berichten. Ik had een paar sms'jes van Maura of ik Fabian wilde bellen, en een paar gemiste oproepen van Fabian en een paar sorry's en het spijt me echt heel erg. Ik markeerde ze allemaal als gelezen en scrolde verder naar beneden.
Ik had een berichtje van Caro, het Vlaamse meisje dat ik had gevraagd om op Adem te passen. 'Hi Mariah! Ik vroeg me af of je al weet wanneer je een keer af kan spreken om kennis te maken? Ik ben deze hele week vrij, dus als je tijd hebt kun je gerust hier langskomen. Of ik kom naar jou, dat maakt mij niet uit. Groetjes, Caro'
Ik stuurde een berichtje terug dat ik maandag, over twee dagen, naar haar toe zou komen en dat ik Adem mee zou nemen en stopte toen mijn mobiel weg.
Great, realiseerde ik me toen, #3 op de lijst 'wat Adam en Mariah moeten bespreken voordat ze in het diepe springen'. Ik beet op mijn wang terwijl ik de deur opende, en besloot om de gedachte toen weg te schuiven. Ik zou het hem later wel vertellen, maar niet vanavond.
Wanneer wel wist ik niet, maar ja, een paar dagen uitstel maakte niet uit. Toch?

• vote • comment • follow •

The Men On My Mind (deel2)Where stories live. Discover now