hoofdstuk 4

6.5K 565 70
                                    

"Bedankt voor de leuke avond." Ik gaf tussen de autostoelen door een knuffel aan Maura, haar nichtjes en haar moeder. Mijn moeder was al eerder deze avond thuis gedropt.

Maura giechelde. "Jij bedankt! Ik heb nu de perfecte jurk!"

Sophia stak haar hoofd tussen de bijrijder- en de chauffeurs stoel. "Iemand zou Fabians mond dicht moeten tapen, straks valt zijn mond zo ver open dat hij gaat kwijlen."

"En dan bedenk je je misschien nog!" voegde Hannah er aan toe.

"Ik vind Fabian altijd aantrekkelijk." Mompelde Maura.

Mijn vriendin negerend voegde ik toe: "Maar als hij tape over zijn mond heeft, kan hij ook geen ja-woord zeggen."

"Conclusie, we laten de duck-tape thuis." zei Maura's moeder.

We lachten en na nog eens afscheid nemen liep ik naar binnen. De lichten binnen waren uit, wat nogal logisch was, want er was niemand thuis. Het begon langzaam te miezeren buiten. Het licht van de straatlantaarn aan de overkant van de straat liet de kleine regendruppeltjes weerspiegelen in het licht. Ik stak mijn sleutels in het slot en de deur zwiepte open. De donkere gang grijnde me tegemoet. Ik rolde met mijn ogen en drukte op het knopje van het licht, om er achter te komen dat de lamp kapot was. Ik zuchtte. "Ik vraag Ian wel of hij het kan maken, als hij morgen thuis komt." Mompelde ik. Ik schopte mijn hakken uit en slaakte een zucht van verlichting. Halverwege de avond begonnen ze te knellen en mijn voeten te huilen. Mijn jas belande aan de kapstok en ik liep regelrecht naar boven, naar mijn slaapkamer, waar ik me op mijn bed liet vallen. Een vermoeide zucht rolde over mijn lippen toen mijn hoofd het kussen raakte. Ik sloot mijn ogen en was van plan om met mijn kleren in slaap te vallen, toen ik me bedacht. Slapen in een pyjama is toch veel fijner. Ik kleedde me om in mijn losse joggingbroek en t-shirt, en liet me voor de tweede keer op mijn bed vallen. "Zo." Zei ik tegen mezelf. "Slaap lekker Mariah." En ik kreeg antwoord van, je raadt het misschien al, niemand minder dan niemand. Ik gooide het dekbed over me heen en sloot mijn ogen.

"Hmpf." Zuchtte ik. Ik kwam overeind en keek om me heen, de donkere kamer in. Sinds ik drie uur geleden in mijn bed was gaan liggen, was de slaap nog niet langs gekomen. Mijn gedachtes dwaalden telkens af naar Ian. En soms een vlaagje Adam, maar het is gezond om soms aan andere mannen te denken. Toch? Ik schudde mijn hoofd en ging rechtop zitten. Weer keek ik om me heen. Vaag kon ik de contouren van de simpele meubels van de Ikea zien. Hoewel ik eigenlijk antieke meubels prefereerde, stond ons huis vol met Ikea. Want dat wilde Ian zo graag. Dat vond hij zo heerlijk opgeruimd en handig. En wie ben ik om er nee tegen te zeggen? Hij blij ik blij.

Buiten hoorde ik een vogel dicht bij het raam krassen en vlak daarna hoorde ik het grind knisperen. Ik verstijfde. Waren dat voetstappen? Ik spitste mijn oren. Het was dood stil, op het waaien van de wind en wat verdwaalde regendruppels na. Mijn tenen krulden op van angst. Zou er een inbreker...? Nee toch?

Toen ik voor een volle vijf minuten had geluisterd, had ik nog steeds niets anders gehoord dan het zachte waaien van de wind, en het tikken van de regen op de ramen. Net toen ik weer een beetje begon te ontspannen, viel er een ijzeren prullenbak om en klonk er een zacht gevloek. Ik schoot achteruit, tegen de muur aan. Met mijn deken tegen mijn kin getrokken spitste ik mijn oren. Er was iemand in mijn tuin. Iemand die hier niet hoorde.

Kippenvel verspreide zich over mijn armen en mijn lip begon te trillen. Ik keek om me heen, op zoek naar mijn telefoon. Ik kon mezelf wel voor mijn domme hoofd slaan toen ik me realiseerde dat ik mijn mobiel in mijn tas had liggen, die onder aan de trap stond. Ik twijfelde. Naar beneden of boven blijven? Bij allebei de opties zou ik de indringer tegen kunnen komen. Er klonk weer een knal buiten, gevolgd door het gekras van een kraai. Rillingen trokken over mijn ruggengraat toen mijn blote voeten de koude grond raakte. Maar die rillingen kwamen niet alleen van de kou, want allejezus, wat was ik bang! Ik sloeg de tweepersoonsdeken over mijn schouders heen en liep zo snel en zo zacht mogelijk de trap af naar beneden. Ik kromp in elkaar bij elk geluidje. Het moment dat je weet dat er een ongewenst iemand buiten (of al binnen?) je huis is, is zenuwslopend. Ik vraag me nu af hoe ik het heb overleefd, waarom ik geen hartaanval van schrik zou krijgen.

Hell, als ik toen wist wat er op me te wachten stond. Of beter gezegd..

Wie?

The Men On My Mind (deel2)Hikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin