47

88 4 0
                                    

*unknown pov*

"Mevrouw!" Yuta komt de kamer binnen gelopen, hij is een beetje bezweet van het rennen, "Er zijn vampieren" ik draai me om in mijn stoel en kijk naar Yuta, een grijns op mijn gezicht. Ik wist wel dat hij ze zou vinden. Ik sta op en trek mijn jas aan, "Geef ze een waarschuwing voor wij komen, ze mogen een beslissing maken, of vechten of vluchten" Yuta knikt even en rent de kamer dan uit, ik loop naar de ruimte naast het kantoor. "Schat kom je? We hebben weer een paar vampieren" ik klop even op zijn deur, ik open hem en kijk naar man. "Denk je dat hun het zijn?" Hij kijkt me een beetje bezorgd aan, "Ik heb geen idee, je weet dat als we ze vinden dat we ze vermoorden" Ik ga naast hem zitten, hij zucht "Kunnen we niet gewoon meer maken van dit middeltje? Dan kunnen we eindelijk weer een gezin zijn" Ik leg mijn arm op zijn schouder, "Je weet dat dat niet kan, ze zijn al te lang zo."

Een zucht rolt over mijn lippen, ik neem een slok van mijn wijn en ik kijk naar mijn man. Hij is stil aan het drinken "Je weet dat ze alleen zo zijn geworden omdat degene ons niet mocht? Dit is zijn wraak, en we laten zien dat het ons niks doet!" Ik kijk hem streng aan, "Door onze eigen kinderen te vermoorden?! Het is als of ik je niet meer ken!" Mijn man staat boos op en slaat zijn glas om, hij loopt de kamer uit en ik rol met mijn ogen, drama queen.
"Yuta heb je al iets?" Ik loop de jongen zijn kamer binnen, hij knikt "Ik heb het briefje onder de deur geschoven" Ik knik even en ga naast hem zitten, "Ga maar even slapen dan vallen we ze vanavond aan" Hij knikt even en ik loop de kamer weer uit. Beter lopen ze niet weg, anders moeten we weer zoveel moeite doen. Ik ga voor de spiegel staan, mijn bleke huid lijkt bleker door de zwarte kleding die ik draag, ik heb een zwarte broek aan met een zwarte broek en een zwart colbert. Mijn haar zit strak naar achter in een knot, ik pak mijn rode lippenstift en doe het op mijn lippen, ik kijk weer in de spiegel. Het feit dat we nog steeds die stomme kinderen niet hebben gevonden ergert me, ze kunnen toch nooit zo ver weg zijn? Een zucht rolt over mijn lippen en ik loop de trap af, mijn naaldhakken zijn goed te horen bij elke stap.

Ik pak de tas vast die Yuta heeft gepakt, ik kijk erin en grijns even als de staken er in zitten. "Goed werk Yuta, misschien doe je toch ooit nog een keer iets goed als hunter" ik duw de tas in zijn handen. De maan schijnt vol aan de hemel en we komen aan bij het huis, "Weet je zeker dat ze er zijn?" Ik kijk even naar Yuta, hij knikt "Hij zei dat ze het huis niet uit gegaan zijn" Ik knik even en luister goed naar de omgeving, ik loop naar de deur en schop hem open.

VampWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu